Gezonde vaderlandsliefde, titel van een epistel van Sybrand Buma en Pieter Heerma, bindt ons zeker niet. Die frase doet denken aan de donkerste tijd van de moderne geschiedenis. Collega Irun Scheifes heeft er dan ook al ruimschoots gezonde kritiek op geuit.
Maar wat bindt ons wel? Wat me verbindt met Buma en Heerma en Wilders zou ik niet weten. Maar met het merendeel van de burgers deel ik een geloof in democratie. Democratie staat juist tegenover gesundes Volksempfinden. De demos van democratie slaat niet op een etnische of culturele identiteit maar op mensen met gemeenschappelijke belangen. En omdat ondanks deze ‘communitaristische’ opvatting toch ieders meningen voortdurend met elkaar botsen, houdt co-existentie in grote verscheidenheid een verdieping van democratie in. Dat wil zeggen wanneer je in lastige omstandigheden, met sterke culturele, religieuze, politieke en andere verschillen, structureel goed met de ge- en verschillen kunt omgaan, is dat een pluspunt voor het systeem. In 2012 heb ik er in ‘Diversiteit bevordert democratie‘ het volgende over opgemerkt:
Rechts gebruikt graag termen als ‘volk’, ‘natie’, ‘eigenheid’ of ‘identiteit’. Een suggestie is daarbij dat de natie of het volk toch een eenheid vormt en dat de ‘kleine’ onderlinge verschillen in het niet vallen ten opzichte van de eigenheid of eigen identiteit. Vreemden dienen zich 100 procent aan te passen – waaraan is onduidelijk – en als ze dat niet doen, is oprotten de enige optie.
Een politieke structuur met veel verschillende groepen moet voorzichtig opereren. Steeds zal prudent gelaveerd moeten worden om minderheden niet in de verdrukking te doen komen. De EU bergt de verscheidenheid in zich. Niet verwonderlijk is dat een democratieschuwe partij als de PVV er niets in ziet. De EU ontbeert vanzelfsprekende meerderheden. De Duitsers vormen een aanzienlijke minderheid met ruim 20 procent, maar het blijft een minderheid. Probleempje van de EU is dat zij nog steeds een onvolgroeide democratie is. Het Europees Parlement heeft over de belangrijkste zaken, over de economische aanpassingen, niets te zeggen. Wil de diversiteit van de unie voor iedereen tot voordeel strekken, dan moet de EU verder democratiseren of met andere woorden een federatie worden. Een oprechte democraat streeft ernaar.
Het hele artikel uit 2012 vind ik overigens nog steeds treffend, zeker met het oog op de opmars van de ideeën van DiEM25. En zelfs een stoute gedachte van liberaal John Stuart Mill kon ik in het stuk stoppen.