Death, Be Not Proud

Een van de Heilige Sonnetten (Holy Sonnets) van de Engelse dichter John Donne, op muziek gezet door Benjamin Britten. Britten componeerde The Holy Sonnets of John Donne nadat hij kort na de Tweede Wereldoorlog samen met Yehudi Menuhin een reis door Duitsland had gemaakt, waarbij ze o.a. optraden in het pas door de Britten bevrijde concentratiekamp Bergen-Belsen. De verschrikkingen die hij in Bergen-Belsen en elders in Duitsland had gezien – het land lag volledig in puin en tienduizenden mensen die van alles beroofd waren zwierven door de straten van de verwoeste steden – inspireerden hem na zijn terugkeer in Engeland tot het schrijven van de songcyclus. 

Death, be not proud, though some have called thee
Mighty and dreadful, for thou art not so;
For those whom thou think’st thou dost overthrow
Die not, poor Death, nor yet canst thou kill me.
From rest and sleep, which but thy pictures be,
Much pleasure; then from thee much more must flow,
And soonest our best men with thee do go,
Rest of their bones, and soul’s delivery.
Thou art slave to fate, chance, kings, and desperate men,
And dost with poison, war, and sickness dwell,
And poppy or charms can make us sleep as well
And better than thy stroke; why swell’st thou then?
One short sleep past, we wake eternally
And death shall be no more; Death, thou shalt die.

 

Uitgelichte afbeelding: massagraf in Bergen-Belsen – Door Sgt. Oaks – Imperial War Museum, Photograph Number BU 4260, Publiek domein, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=3691908