De ondergang van het CDA

Goed nieuws voor alle werklozen: ‘iemand die zich bij mij meldt, kan over vier jaar in de Tweede Kamer zitten.’ Dat zegt CDA-kamerlid Ger Koopmans in de Volkskrant (8 augustus). Daarmee wil hij natuurlijk alleen maar zeggen dat er tegenwoordig niemand nog geïnteresseerd is in de politiek. Met als gevolg dat iedereen daar tegenwoordig in no time carrière kan maken, waardoor de kwaliteit van de politiek achteruit kachelt. Maar het beste voorbeeld van een dergelijke lichtgewicht is, blijkt uit het interview, Ger Koopmans zélf. Wie wil weten waarom het CDA ten onder gaat, moet naar Koopmans kijken. (Waarom het CDA niet meer te redden is – Marcel Hulspas in de Pers)

Dit is ook Ger Koopmans: CDA-er Ger Koopmans heeft echt helemaal niks met dieren!

6 gedachten over “De ondergang van het CDA”

  1. Stel het CDA is er niet meer. Waar zouden de overgebleven Cda’ers dan op stemmen. Ben zeer benieuwd.

  2. Salonsocialist. Schreef:

    Stel het CDA is er niet meer. Waar zouden de overgebleven Cda’ers dan op stemmen. Ben zeer benieuwd.

    Naar de VVD natuurlijk. Het zijn gewoon kapitalisten die van zichzelf dachten christelijk te zijn.

  3. Bestond het CDA maar alleen uit Ger Koopmansen.
    Dan waren we tenminste binnen de korste keren van dat zooitje af.
    Een partij zonder enig geweten.
    Die alleen maar geilt op macht.
    Al moeten ze zich daarvoor aan de duivel uitleveren.
    Kortom een partij om op te kotsen.

  4. Maar ik heb zitten denken. Stel die sociale CDA leden. Die op het congres steeds het verkeerde bordje opstaken, kan je je dat nog herinneren?

    Stel dat 5 zetels het niet over hun hart verkrijgen om mee te stemmen met rechts.

    Dan haalt rechts geen meerderheid meer in Nederland.

    Opheffen dus dat CDA.

  5. Als Ger koopmans en de restanten van het CDA niet meer weten wat te doen kunnen ze altijd nog het nieuwe Nederlandse volkslied uit het hoofd leren. Met dank aan de dichter des vaderlands.

    Wie neerlands bloed in d’aders vloeit
    van vreemde smetten vrij
    wiens hart voor volk en orde gloeit
    verhef uw zang als wij.
    Vandaag zien wij weer één van zin
    de vlaggen afgestoft.
    Vandaag zet ik mijn feestlied in
    voor vaderland en schoft.

    Ik eer de leiders van mijn land.
    Hun vlekkeloos parcours
    leert mij wat macht vóór al verlangt:
    ’t geweten van een hoer.
    Ik eer mijn leiders hemelhoog
    en ’t hoogst zit een fascist
    die u en mij zolang gedoogt –
    zolang als hij beslist.

    Beschermt gij, leiders, onze grond
    waar vreemde adem gaat
    gij die zo rein zijt, kerngezond
    en zuiver op de graat.
    Wij smeken om een harde hand
    in aangewreven haat.
    Behoud voor ’t lieve vaderland
    de blanke natiestaat.

    Braakt uit, gij vrienden, vrij van zin
    uw krop, uw kreet, uw gal.
    Niets is taboe en niets te min
    uw bagger minst van al.
    Verneder dus wat u niet zint
    sla stuk wat niet bevalt
    laat zien hoe u dit land bemint
    omhels het op zijn smalst.

    Hoe klopt ons hart, hoe zwelt ons bloed
    bij ’t rijzen van dees’ toon.
    Klonk ooit een zuiverder gemoed
    een leger hart zo schoon?
    Waar hoorde men die koekoekszang
    voor volk en vaderland?
    Dat was toen in het landsbelang
    een heel volk werd verbrand.

    Dood nu wat afwijkt van uw bloed
    en van uw onderbuik.
    Bewaar het niet, verdelg het goed
    zodat dit land ontluikt.
    Wie hier nog onze mildheid zoekt:
    los op in brandend veen.
    Waar elk verschil werd opgedoekt
    zijn staat en burger één.

    Wie neerlands bloed in d’aders vloeit
    van vreemde smetten vrij
    die fabel staat weer eens in bloei
    in dwazen zoals wij.
    Veel liever word ik door een volk
    van hunnen aangerand
    dan mee te gaan in deze kolk
    van schoft en vaderland.

Reacties zijn gesloten.