Automatisering, zo was ooit het idee, zou het leven makkelijker maken. Machines zouden zwaar lichamelijk werk vervangen. Computers zouden bliksemsnelle informatieverwerking mogelijk maken. Internet zou de communicatie en de verspreiding van informatie enorm ten goede komen. En via sociale media zouden we allemaal leuke, gezellige en natuurlijk ook lekkere contacten kunnen leggen, zo veel en zo vaak we maar zouden willen. Technologie, de Weg naar het Geluk!
Ik zeg weinig nieuws als ik zeg dat het allemaal een beetje anders is gelopen. Dat is niet omdat al die dingen die ik noemde, niet kloppen, al klopt natuurlijk lang niet alles. Het is wel omdat er tegenover dat fraais een enorme afhankelijkheid staat. En het is omdat al die technologisering heel vaak betekent dat wij meer en harder moeten werken, voor meer bazen, ook op plekken waar dat vaak helemaal niet opvalt. Wie vroeger louter een consument was, is vandaag de dag tegelijk iemand die werkt voor het bedrijf waar zij/hij/anderszins iets bij aanschaft. Hoe werkt dit?
Laten we eens kijken naar de trein. Vroeger waren er ook treinen, net als nu. Als je daarmee wilde reizen dan ging dat als volgt. Je ging naar een loket en zei waar je heen wilde, en of je enkel heen wilde of ook nog terug. De persoon achter het loket toverde een kaartje uit een apparaat en gaf dat aan jou. In de trein liet je dat aan een ander personeelslid zien, de conducteur, als die daarom vroeg. Het was allemaal glashelder. Je had reizigers. En je had personeelsleden die de reizigers faciliteerde, en een vergoeding incasseerden. Die personeelsleden stonden in dienst van een bedrijf dat die vergoeding incasseerde en de personeelsleden voor hun werk betaalde.
Het was geen utopia: het bedrijf had een baas, en die was gehoorzaamheid verschuldigd. En in de treinen en de stations gold de wet van het bedrijf. Personeel had last van werkdruk en autoritair gedoe. Reizigers hadden last van vertragingen, matige service en noem maar op. En het was allemaal bepaald niet gratis. Maar reizigers hoefden als reizigers niet ook nog eens te werken voor de NS.
Dat is dus heel anders. Ga je nu reizen, dan word je aan het werk gezet. Je moet een OV-chipkaart hebben, en die haal je niet zomaar eventjes aan een loket. Je moet zorgen dat daar voldoende saldo op staat. Je moet inchecken. Je moet weer uitchecken. Het personeel waar je ooit je kaartje kocht, is allang verdwenen, net als de meeste loketten. Consumenten doen een flink deel van het werk dat vroeger door het personeel zelf werd gedaan. En consumenten doen dat niet alleen onbetaald en onvrijwillig. Ze betalen ook nog eens steeds meer voor het intussen dus goeddeels virtueel geworden treinkaartje. Die consument zal zelf, voor en na diens treinreis, elders werken voor een baas. Maar als consument werkt zij/hij/anderszins dus óók nog eens voor het spoorbedrijf. Eigenlijk zouden we als treinreizigers hier eens een spoorbezettingsactie ter ondersteuning van een forse looneis tegenover moeten zetten, om eens iets terug te zien voor die onbetaalde onvrijwillige arbeid zie we verrichten.
En je moet eens proberen je OV chipkaart te vervangen! Dat kan dus niet bij een serviceloket, want het bedrijf dat die kaarten regelt is niet NS-rail en ook niet NS-infrastructuur, of hoe al de opgesplitste, verzelfstandigde, marktwerkende onderdelen van wat ooit de NS was maar mogen heten. Nee, dat moet bij Ov chipkaart, wat dan weer een onderdeel blijkt te zijn van Trans Link Systems B.V. Die hebben geen loketten op stations. Je moet het online regelen.
Ik ben er dus eindelijk achter hoe, want mijn kaart was ook aan vervanging toe. Van alles invullen dus, waaronder dus ook gegevens die wegens slijtage van mijn kaart onleesbaar waren geworden. Dat betekent dat je dus moet bellen. Met de aldus verkregen gegevens kun je dan verder inloggen. Dat levert dan uiteindelijk een per post gestuurde code op om je kaart aan je mijn-OV-profiel te koppelen. Dat kan ook via mail, maar daarvoor moet je dan weer eerst bellen. Ik koos dus toch maar voor de post-optie.
Na enkele dagen kreeg ik de code, en kon ik het inloggen hervatten, wat natuurlijk ook weer een rondje internetbankieren – weer inloggen! Weer een code invullen! – betekende. Voor al die administratieve verrichtingen die je moet doen om je kaart te vervangen word je dus niet betaald. Sterker, de vervanging, waarmee ik dus uren in de weer ben geweest, kostte me 11 euro. Loonarbeid: ik werk, zij betalen. Consumentenwerk: ik werk, ik betaal ook nog. Win-win voor het kapitaal!
Je ziet hetzelfde in winkels. Wederom een uitstapje naar een niet eens zo ver verleden. Vroeger ging je naar de bakker en vroeg een halfje gesneden bruin. Dan haalde de bakker een brood tevoorschijn, sneed dat doormidden en liet een helft verdwijnen in ene zeer griezelige machine, waarbij je blij was dat er geen vingers mee verdwenen in het proces. Korte tijd later deed de bakker het aldus gesneden halfje in een papieren zak, overhandigde dat aan jou. Jij betaalde, transactie voltooid. Het enige dat je als klant dus deed was: vragen wat je wilde hebben, en geld op de toonbank leggen. Het werk – zoeken, snijden, inpakken en overhandigen – deed de bakker. Keurig gescheiden rollen.
Ook dat was geen idylle. Werk in bakkerijen is hard en zwaar werk. En de broodprijs is per definitie altijd te hoog zolang brood een handelswaar is, gemaakt om winst mee te maken. Maar het is er in belangrijke opzichten niet beter op geworden. Eerder slechter.
Kijk maar hoe het nu gaat. Je gaat naar een supermarkt. Daar vraag je niet om spullen, je zoekt de spullen zelf uit en pakt ze van de rekken, doet ze in mandje of wagentje, en rijdt naar de kassa. Toegegeven: het snij- en inpakwerk is voor je gedaan, veelal op onzichtbare plekken waar het zeker niet relaxeter zal toegaan dan in de traditionele bakkerij. Toegegeven: niet iedereen houdt ervan om in de winkel dingen te moeten vragen: de anonimiteit en privacy van het zelf pakken van spullen vind ik op zich wel prettig, al is die privacy deels fictief. Maar er stond ook iets van sociaal contact tegenover: het praatje in de winkel, dat nu dus als optie vrijwel de nek om is gedraaid.
Maar belangrijker in dit verband: waar eerst personeelsleden spullen pakten en aan jou gaven, doe je dat nu dus zelf. Dan ga je naar de kassa, alwaar je afrekent. Vroeger ging dat nog contant. Nu gaat dat steeds meer via je pinpas. Makkelijk, nietwaar? Ja, maar wederom verricht jij, onbetaald, een handeling die eerst het winkelpersoneel – dat betaald wordt, zij het grof onderbetaald – deed.
Maar dat pinbetalen verschuift ook alweer verder, net als allerlei begeleidende service. Bij AH is er bijvoorbeeld de bonuskaart, waarmee je kortingen kunt krijgen (waar voor AH inzicht in koopgedrag tegenover staat). Tot niet zo lang geleden vroeg het personeelslid aan de kassa: heeft u een bonuskaart? Dan gaf je die, het personeelslid scande het ding in, en je kortingen werden doorberekend en van de prijs afgetrokken. Sinds een paar maanden gaat dat dus anders. Heeft u een bonuskaart? Zo luidt de vraag nog steeds. Maar die mag je dus vervolgens zelf inscannen. Weer een handeling overgeheveld van personeelslid naar klant. Weer iets waarmee het personeelslid overbodiger wordt terwijl de klant aan het werk is gezet.
Dat overhevelen van arbeid van personeel naar consumenten gaat steeds verder. Intussen werkt AH bijvoorbeeld ook aan ‘zelfscannen’. Je neemt – als je er aan meedoet – als je binnenkomt niet alleen een wagentje of mandje, maar ook een scan-apparaat mee. Elk item dat je pakt, scan je dan zelf in. En aan het eind van je queeste naar consumptiegoederen doe je iets onnavolgbaars met dat scanapparaat, en je rekent het totaalbedrag zelf af met je pinpas.
Nu is dus het hele werk dat door kassapersoneel werd verricht, dus weggeautomatiseerd? Nee, het is niet wèggeautomatiseerd. Een deel is geautomatiseerd. Maar een ander deel is van personeel overgeheveld naar klant. Jij als consument doet, zo te zien onbetaald, nu wat eerst die vriendelijke dame, mijnheer of anderszins tegen betaling – tegen veel te lage betaling dus, maar toch – deed. Helemáál onbetaald is dat zelfscannen door de consument wellicht niet: de kostenbesparing die het bedrijf via zelfscannen krijgt omdat ze minder betaald personeel nodig hebben, vertaalt zich misschien voor een stukje in iets lagere (of minder gestegen…) prijzen. Maar ik vermoed toch dat de bulk van de kostenbesparing zich vooral vertaalt in hogere winsten voor bedrijf en eigenaars.
Natuurlijk: het is allemaal ‘voor ons eigen gemak’ en ‘zodat we niet zo lang in de rij hoeven te staan’. Maar over vijf jaar, als we zo doorgaan, zijn alle kassapersoneelsleden ontslagen, en staan we allemaal in de rij voor te weinig scan-afreken-apparaten. Wij doen dat werk dan van dat personeel, en naar een loon, een CAO en arbeidsrechten kunnen we net zo hard fluiten als dat verdwenen personeel. Zo maakt het kapitalisme consumenten tot arbeiders. Veelal tot dubbele arbeiders, want veel van die klanten van supermarkten waren al een hele dag loonarbeid aan het verrichten voordat ze tijd hadden hun boodschappen te doen.
Tot nu toe kun je nog kiezen of je zelfscant of naar de kassa gaat, en ik vertik dat zelfscannen dus. Maar hoe lang heb ik nog die keus? Ooit kon ik kiezen tussen geld van mijn rekening halen bij de bank, of naar de pinautomaat lopen. Die keus is vrijwel de nek omgedraaid: naar de bank gaan voor geld betekent een eind lopen (er zijn maar weinig bankfilialen waar dat nog kan), een nummertje trekken, drie kwartier wachten en dan nog administratief gehannes ter plekke. De keus is inmiddels: pinautomaat voor contant geld, of in de winkel pinnen.
Maar omdat de pinautomaten ook vallen onder het Grote Uitsterven van Levensvormen dat intussen in gang is gezet, wordt met contant geld betalen steeds moeilijker gemaakt. De ene na de andere pinautomaat verdwijnt. Je zult en je moet dus pinnen, bij sommige winkels – de Action bij mij in de buurt, shame – is contant betalen al uitgesloten. Maar als mijn schamele contante euro’s een dan ‘wettig betaalmiddel’ vormen, zoals dat officieel heet, waarom kan ik er dan niet mee betalen?
Dit soort dingen worden ons veelal verkocht als betaalgemak, klantvriendelijkheid en dergelijke. Maar persoonlijke service verdwijnt nog sneller als de bijbehorende banen, het werk wordt overgenomen door een onvrijwillig opgelegd monsterverbond tussen apparaat en consument ten dienste van de onderneming en de winst. Alles voor de bedrijven en instellingen die ons allemaal steeds meer verstrikken en onderwerpen en aan het werk zetten terwijl we spullen en diensten van die bedrijven proberen te kopen, vaak van het te weinige geld dat we van zulke bedrijven krijgen in ruil voor de loonarbeid die velen van ons voor die bedrijven verrichten. Welcome To The Machine, zong Pink Floyd al eens. Is het niet eens tijd voor de Luddites 2.0?
– Eerder verschenen bij Ravotr