Ondanks grote protesten tegen TTIP (Transatlantic Trade and Investment Partnership – het vrijhandelsakkoord tussen de EU en de VS), gingen de onderhandelingen voor het vrijhandelsakkoord deze maand (juli) gewoon door. Jong Groen haalt hier een aantal negatieve, en vaak onderbelichte elementen van TTIP aan in onderstaande opinie.
Jong Groen is niet tegen het experimenteel verbeteren van zaden, gewassen en teelten. Jong Groen is wél tegen een wetgeving die het mogelijk maakt dat slechts enkelingen dit recht hebben. Deze afhankelijkheid van landbouwers brengt hun voedselsoevereiniteit én de biodiversiteit op onze planeet in gevaar.
GGO’s
Al eeuwenlang wordt er aan zaden gesleuteld en daar is niks mis mee. Integendeel zelfs, oorspronkelijk leidde dat tot een enorme diversiteit aan teelten, waarbij elke landbouwer zelf kon experimenteren met de zaden, rassen en teelten die hij nodig had.
Midden in de jaren zestig, onder invloed van het Europese Gemeenschappelijke Landbouwbeleid, de mondialisering en de technologische innovaties werden landbouwbedrijven echter steeds gespecialiseerder. Het ontwikkelen van zaaigoed gebeurde steeds meer in afzonderlijke, vaak lokale, gespecialiseerde landbouwbedrijven.
Met de intrede van het neoliberalisme in de jaren tachtig en het daarmee gepaard gaande opengooien van de internationale markten, werden die lokale bedrijven quasi allemaal opgekocht door vijf à zes grote spelers, waarvan Monsanto de meest bekende – en beruchte – is. Dankzij de Amerikaanse patent- en GGO-wetgeving verwierf Monsanto op korte termijn een quasi-monopolie en vandaag controleert het bedrijf 90% van de Amerikaanse landbouwgewassen.
Het is dan ook geen toeval dat in de gelekte TTIP documenten een enorme druk vanuit de Amerikaanse lobby’s valt waar te nemen om ook de Europese patent en GGO-regelgeving terug te schroeven. De grootindustrie hoopt om zo ook in Europa datzelfde monopolie te kunnen vestigen.