Contouren van de komende recessie – Nederland: hoge schulden, lage investeringen

Aan het begin van de zomer jubelden de media over ‘de sterkste groei sinds de crisis’. De werkloosheid daalt, en de economische groei over 2015 bleek maar liefst 1,9 procent te zijn. ‘We schrijven geschiedenis’, aldus Lodewijk Asscher, in een poging het economisch herstel toe te schrijven aan het afbraakbeleid van zijn kabinet.

Het is nauwelijks indrukwekkend. Waar de economische groei eind jaren 90 meestal tussen de 4 en 5 procent lag, wordt nu gejuicht om nog niet de helft. De achtergrond is duidelijk: politici willen graag doen alsof hun afbraakbeleid succes heeft gehad, al is het maar op papier. En veel economen en positivo’s in het bedrijfsleven willen graag geloven dat de crisis eindelijk voorbij is. Ze baseren dit op het dogma uit de financiële wereld dat economie neerkomt op ‘vertrouwen.’ Maar Asschers claim dat ‘we’ de crisis ‘nu echt achter ons (hebben) gelaten’ negeert zowel de achtergrond van de huidige groei als de economische vooruitzichten.

De groei van de afgelopen paar jaar is grotendeels terug te voeren op drie elementen. Ten eerste is de Nederlandse export relatief hoog. Volgens de meest recente cijfers, over 2014, heeft Nederland het op zes na grootste handelsoverschot ter wereld. Die export gaat grotendeels naar andere EU-landen, maar steeds meer naar China en opkomende economiëen. Vooral de export van transportmiddelen steeg de laatste maanden snel.

Een tweede factor is de groei van buitenlandse investeringen. Volgens het ministerie van Economische Zaken gaat het vooral om Chinese en Amerikaanse bedrijven die distributiecentra, marketingafdelingen en hoofdkantoren vestigen. Tot slot zijn er de stijgende en soms exploderende huizenprijzen. In Amsterdam steeg de huizenprijs in de eerste maanden van 2016 met maar liefst 21 procent, tegen een landelijk gemiddelde van 5,5 procent.

(Lees verder bij de bron van dit artikel)

Via:: socialisme.nu