De Chinese regering wil zelf een nieuwe nationale veiligheidswet voor Hongkong opstellen. Dit plan lijkt een voorwendsel om mensenrechtenactivisten te kunnen aanpakken en alle kritiek te smoren.
‘De regering van Hongkong heeft de vage en brede definitie van ‘nationale veiligheid’ van de Chinese regering geleidelijk omarmd om de vrije meningsuiting en het recht om vreedzaam te demonstreren te beperken,’ zegt Joshua Rosenzweig van Amnesty International. ‘Dit plan om repressieve veiligheidswetgeving door te drukken is een bedreiging voor de rechtsstaat in Hongkong, en betekent onheil voor de mensenrechten in de stad.’
Aantasting recht op eerlijk proces
‘Eerdere wetgeving met betrekking tot de nationale veiligheid in China betekende bijna altijd een ernstige aantasting van het recht op een eerlijk proces. In sommige gevallen werd de normale strafprocedure volledig omzeild. Wie wordt beschuldigd van een misdrijf dat de nationale veiligheid schaadt, kan incommunicado gevangengehouden worden en in geheime detentie worden geplaatst, zonder enig contact met de buitenwereld,’ zegt Rosenzweig.
Wet nodig voor ‘stabiliteit’
China beweert dat deze wet bedoeld is om ‘stabiliteit ’ in Hongkong te brengen, maar de protesten van het afgelopen jaar lieten zien dat repressieve wetten de onrust juist aanwakkeren.
De verwachting is dat China’s Nationale Volkscongres tijdens de jaarlijkse vergadering het besluit over de ‘instelling en versterking’ van nationale veiligheidsmaatregelen zal goedkeuren. Dat besluit zou het Permanente Comité van het Nationaal Volkscongres machtigen om wetgeving aan te nemen die ‘separatisme, ondermijning van de staatsmacht, terrorisme en buitenlandse inmenging’ strafbaar stelt. Het zou ook Chinese overheidsinstanties, die verantwoordelijk zijn voor nationale veiligheid, in staat stellen om in Hongkong te opereren.
Met de nieuwe wetgeving wordt de Chief Executive van Hongkong verplicht om periodiek aan de centrale regering te rapporteren over ‘het beschermen van de nationale veiligheid, onderwijs over de nationale veiligheid en het wettig verbieden van gedrag dat de nationale veiligheid in gevaar brengt’.
Achtergrond
Hongkong zou oorspronkelijk zelf een dergelijke wet opstellen. De verplichting tot deze wet is vastgelegd in de mini-grondwet van Hongkong, maar in 2003 protesteerden een half miljoen inwoners van Hongkong hiertegen. De invoering werd toen voor onbepaalde tijd uitgesteld.
In 2015 heeft China een nationale veiligheidswet aangenomen die de autoriteiten uitgebreide bevoegdheden gaf om mensenrechten te onderdrukken op het gebied van politiek, cultuur, financiën en internet. In het Amnesty-rapport Beijing’s Red Line in Hong Kong uit 2019 wordt uiteengezet hoe de Chinese autoriteiten hun brede definitie van ‘nationale veiligheid’ hebben gebruikt om journalisten, activisten en critici in Hongkong aan te pakken.
– Ontleend aan Amnesty