Op woensdag 27 november spreekt de Tweede Kamer over het toelatingsbeleid van gewasbeschermingsmiddelen. Ze zouden moeten spreken over de bescherming van de gezondheid van mens, plant en dier. Als je dat centraal stelt, is er ander beleid nodig.
Door alle commotie rondom bestrijdingsmiddelen lijkt het net alsof het een probleem is dat nu pas speelt, maar bestrijdingsmiddelen zijn al controversieel zolang als ze bestaan. We danken het bestaan ervan aan experimenten met chemische oorlogsvoering en een van de meest gebruikte stoffen – glyfosaat – kennen we in militaire zin als ‘Agent Orange’, wat door het Amerikaanse leger gebruikt werd om tijdens de Vietnamoorlog in korte tijd grote stukken regenwoud kaal te kunnen maken. Sinds dit soort gifstoffen ook landbouwkundig gebruikt worden, zie je een patroon van actieve stoffen en middelen die door instanties worden toegelaten, maar na korte of lange tijd toch weer van de markt gehaald moeten worden, omdat ze duidelijk schadelijk zijn voor de gezondheid van mens, plant en dier. Voorbeelden zijn DDT, Dieldrin, Aldrin, Parathion, Dichloorvos, en recent neonicotinoïden zoals Imidacloprid.
- Lees verder bij de bron
- Uitgelichte afbeelding: By http://www.cgpgrey.com, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=12118665