Waar komt dat spul toch vandaan? Het is al heel lang bekend, maar uiteraard niet in de vorm zoals wij het meestal drinken als vloeistof uit elektrische supermachines zoals op deze afbeelding. Vermoedelijk komt het oorspronkelijk uit Ethiopië waar gekauwd werd op rauwe koffiebonen, al zo’n 1000 tot 1500 jaar geleden.
Ook werden de bonen in die tijd al gemalen, maar in plaats van het te mengen met water werd het met dierlijk vet gemengd. Hiervan draaide men vervolgens balletjes die meegenomen werden als energiebron tijdens gevaarlijke verre reizen. Een opwekkend middel dus, het zou in deze moderne tijd waarin niets meer mag verboden worden, net als Qat. Sowieso iets van rare buitenlanders, de polder wil van enge smetten vrij gehouden worden, dus weg ermee.
Ook werd er vroeger wijn, quahwah, gemaakt van het sap van de koffiebessen. Als je die naam uitspreekt met een flinke slok door de keel of met je valse tanden op het nachtkastje kom je al een flink eind richting het woord koffie. Kawwa, kowwie, kowfie, koffie, probeer maar eens.
Heel Arabië zat al aan de koffie als medicijn of genotsmiddel, maar pas tegen het einde van de 16e eeuw kwam het in Europa. De Venetianen waren de eersten die met de Arabieren begonnen te handelen in koffie.
Vanzelfsprekend waren de Nederlanders er als de kippen bij toen ze zagen dat er veel geld te verdienen was aan die handel. Een Nederlandse koopman slaagde erin om een koffieplant uit Mekka te stelen en hiermee te experimenteren op de Oost-Indische kolonie Java. Koffieplantages ontstonden ook op Sumatra, Timor, Bali en Celebes, waar de slaven aan het werk werden gezet.
De grote Europese doorbraak van koffie kwam nadat ik, LRD, in 1715 vanuit Amsterdam een koffieplant toegestuurd kreeg. ” Wat moeten wij, Lodewijk XIV in hemelsnaam met met zo’n stekje ” dacht ik en gaf het direct aan de tuinman Antoine de Jussieu. Dat was weer een uitstekend idee van ons, want binnen de kortste keren zat heel France van de tassen café te lebberen. Volgende aflevering gaat over de vele manieren om koffiebonen te malen en nog wat.
LRd, boeiend hoor. Wat betreft de wijze van invoer van de Arabische koffieplant naar Nederlands-Indie neem ik deze lezing graag voor waarheidsgetrouw aan. Dan staat er: ‘koffieplantages ontstonden ook op Sumatra, Timor, Bali en Celebes, waar de slaven aan het werk werden gezet.’ Hierover heb ik met alle respect mijn twijfels. Ik zou er van Hal’s ‘De Landbouw in N-I’ op moeten na slaan. Daar ga ik nu om 4 uur ’s ochtends niet naar zoeken. De Indische landbouw met gebruik van slaven, ook wel bekend als het Cultuurstelsel (1830-1870) betrof hoofdzakelijk de suikerplantages op het Javaanse laagland. En verder Kinine en andere speciale gewassen. En niet te vergeten de theeplantages van Bogor. Koffie groeit in het Javaanse hoogland, ongeveer op de 800 meter grens. Dat soort gebieden waren tot 1870 nauwelijks ontgonnen. Dat geldt ook voor de andere genoemde eilanden. Daarvan bestond Sumatera voornamelijk uit oerwoud en in Aceh lukte het ook al niet best met dwangsystemen. Blijft over Benkoelen en Padang. Benkoelen was in 1980 toen ik er was nog nauwelijks ontsloten. In Java en de rest van N-I eindigde het Cultuurstelsel met de Agrarische Wet van 1870. Hiermee werd vrije vestiging aan de slavenbevolking toegestaan. Die trokken massaal weg uit de suikervelden en gingen de bergen in om koffie en kruidnagelen te gaan verbouwen op kleine ontginningen op de berghellingen. Het Malangse in Oost Java rond de Kelud en Kawi vulkanen is daar een mooi voorbeeld van. Om die reden, correct me if I am wrong, was de koffieteelt toch voornamelijk een inheemse bedrijvigheid.
Zeg uit welk boek haal je dit allemaal om 3.21 uur? Uit je hoofd? Dat geloof ik niet.
Laat nog maar weten hoe het precies zat op Java, het zal daar wel keurig geregeld zijn geweest door de VOC.
Maar dat van die balletjes wist je niet hè?
LRd: ja hoor toch echt uit mijn hoofd. Ik heb als antropologie student (Leiden) mijn veldonderzoek in district Malang, (Oost Java) gedaan in 1981. Arbeidsrelaties in de hooglandlandbouw. Vandaar. Ik was ook als geograaf opgeleid (Utrecht) en heb ter aanvulling kaartonderzoek gedaan naar de bevolkingsmigraties in dat deel van Java die na aanname van de Agrarische Wet van 1870 op gang kwamen. In mijn onderzoeksgebied groeide het aantal dorpen van 4/5 stuks in 20 jaar tijd naar een 30-tal. Deze cijfers heb ik niet precies, dan zal ik toch mijn studieverslag moeten opzoeken. Vandaar mijn betoog dat de koffieteelt volkslandbouw was. Ik heb de hoge en deels ontoegankelijke grond al genoemd. Een ander punt is het meerjarige karakter van de koffieplant, met weinig bewerking. Zorgen dat ze een beetje in de schaduw blijven staan onder de ‘lamtoro’ bomen. En in de marges wat ‘kedele’ aanbouwen als groente op tafel. Daar heb je geen slaven voor nodig.
Nog even een klein puntje. VOC had hier al helemaal niks mee te maken, die zaten in Batavia voor 1800.
Maar dat van die bolletjes wist ik niet en ik weet nog veel meer niet, dus neem met genoegen kennis van je wijsheden, als je mij af en toe een kleine opmerking toestaat.
Tja, om 3.21 in de morgen vanwege jetlag, daar heb ik tegenwoordig steeds meer last van, vooral van Oost naar West en dan in dit jaargetijde. Hoe fijn is het dan om even in het Malangse te verwijlen. Enne, ook dit nog even. Ik heb geen koloniale achtergrond, gewoon een Haagse jongen uit een armlastig milieu.
Klopt dit? :
“De VOC slaagde erin enkele koffieplantjes uit Mokka mee te nemen om deze vanaf 1707 op West-Java te planten. Toen de VOC zich hier vestigde was Java zeer verdeeld. Lokale vorsten heersten over de producerende dorpen en hadden een monopolie op de handel van productieoverschotten. Omdat de VOC naar alleenhandel streefde, dwong zij monopolies af door contracten te sluiten met inheemse vorsten. Deze vorsten werden handig tegen elkaar uitgespeeld tijdens de verschillende, vaak religieuze, oorlogen. De VOC verleende dan steun aan een bepaalde Javaanse vorst die in ruil daarvoor belangrijke concessies deed, waaronder het afstaan van grondgebied.”