Bij intensieve bombardementen op Oost-Ghouta, ten oosten van Damascus, zijn de afgelopen dagen honderden mensen om het leven gekomen. Volgens inwoners en hulpdiensten zet de Syrische luchtmacht vatenbommen (barrel bombs) in tegen de burgerbevolking en worden ziekenhuizen beschoten en gebombardeerd.
Oost-Ghouta is het enige gebied in de omgeving van Damascus dat nog steeds in handen is van Syrische rebellen. Het wordt al sinds 2013 belegerd door het Syrische leger. Ook de Russische luchtmacht voert regelmatig bombardementen uit op Oost-Ghouta. Alleen afgelopen woensdag al kwamen zeker 40 mensen om het leven bij de bombardementen.
De afgelopen week zijn 22 ziekenhuizen en klinieken gebombardeerd. Medische diensten in de enclave liggen feitelijk stil. Volgens Artsen Zonder Grenzen zijn 13 door de organisatie ondersteunde ziekenhuizen verwoest of beschadigd. Susannah Sirkin, het hoofd van de hulporganisatie Physicians for Human Right, spreekt over een systematische terreurcampagne: “The unspeakable suffering we are witnessing was deliberately planned and meticulously implemented over time. The current situation is the lethal result of a conscious strategy of besiegement, blocking of aid and, ultimately, the illegal destruction of civilian targets with bombs – a tactic the Syrian government and its allies initiated in Aleppo, and are now repeating with brutality in eastern Ghouta”.
Een bestand lijkt er voorlopig niet te komen. De Veiligheidsraad van de VN onderhandelt al weken over de voorwaarden van een wapenstilstand, maar succes is afhankelijk van Russische medewerking. Met Assad aan de winnende hand is er voor de Russen echter weinig reden in te stemmen met een bestand.
Bronnen: de Guardian en Middle East Eye
