Asiel opvangcrisis is bewust beleid dat over lijken gaat

Het is nu al een jaar geleden dat diverse hulporganisaties de noodklok luidden over de gevaarlijke en mensonterende omstandigheden waarin vluchtelingen bij het aanmeldcentrum in Ter Apel zich bevonden. In een welvarend land als Nederland sliepen mensen nacht op nacht buiten en hadden geen toegang tot redelijk sanitair, noodzakelijke zorg, of zelfs maar voldoende eten. Op 24 augustus vorig jaar overleed er een baby in een overvolle en onhygiënische provisorische slaapplek in een gymzaal in Ter Apel. De politieke impasse en het onvermogen om tot daadwerkelijke oplossingen te komen, laat de ontmenselijking van vluchtelingen en de witte superioriteit in Nederland zien.

Deze zomer wordt er weer een piek in de aanmeldingen voor asiel verwacht, maar de regering is geenszins voorbereid. Eerst even naar hoe het nu geregeld is. Migranten die willen worden toegelaten tot de asielprocedure moeten eerst bij het aanmeldcentrum in Ter Apel geïdentificeerd worden. Dat proces wordt normaliter binnen 24 uur na aankomst afgerond, maar sinds afgelopen jaar kan de wachttijd oplopen tot weken of maanden. Ondertussen slaagt het Centraal Orgaan Asielopvang (COA) er maar niet in om fatsoenlijke opvang te organiseren. Om de druk op het aanmeldcentrum in Ter Apel te verlichten organiseerden gemeenten en veiligheidsregio’s zogenaamde crisisnoodopvang, waar het afgelopen jaar duizenden mensen verbleven.

Maar onder het mom van ‘nood breekt wet’, voldoen deze opvanglocaties niet aan de minimale standaarden van een normale opvangplek van het COA. De toegang tot zorg is niet geregeld, wat leidt tot schrijnende situaties, mensen wachten langer op hun procedure en gezinshereniging is moeilijker. Maar na een jaar van politieke impasse en onwil is er niet meer te spreken over een noodsituatie, maar zijn deze onacceptabele, ondermaatse omstandigheden de nieuwe geaccepteerde norm geworden.

Spreidingswet

De regeringscoalitie heeft de afgelopen maanden in crisissfeer onderhandeld over een zogeheten spreidingswet. Die moet voorkomen dat asielzoekers in het aanmeldcentrum in Ter Apel weer buiten moeten slapen, omdat er te weinig opvangplekken zijn. Gemeenten die niet willen meewerken, kunnen worden gedwongen asielzoekers op te vangen. Daarnaast kunnen gemeenten die extra opvangplekken beschikbaar stellen aanspraak maken op financiële middelen, bovenop de compensatie voor gemaakte kosten. Maar in feite is dit een beloning voor het nakomen van al bestaande mensenrechtelijke verplichtingen die lokale overheden hebben volgens Europese en Internationale regelgeving. Daarmee lijkt het erop dat over het nakomen van die verplichtingen onderhandeld kan worden.

Dit terwijl deze crisis niet, zoals het publieke debat eromheen doet geloven, veroorzaakt wordt door een uitzonderlijk hoge toestroom van vluchtelingen, maar door politieke keuzes rondom de opvang van asielzoekers. Het is een bekend gegeven dat de aanmeldingen van asielaanvragen door de jaren heen altijd in golven gaan. Het is dan ook niet zo dat het COA of het kabinet werd verrast door de crisissituatie. Het COA zag al jaren aankomen dat er een tekort aan opvangplekken zou ontstaan. Het reageerde echter traag op de voorspellingen van grotere toestroom en door het vorige kabinet waren er juist opvangplekken wegbezuinigd toen er een tijd minder asielaanvragen waren.

De VVD heeft deze crisis zelf gecreëerd met haar bezuinigingsbeleid. Nu probeert ze daar de aandacht van af te leiden door het narratief te focussen op de zogenaamde instroombeperking. In plaats van oplossingen te bieden voor humane opvang richt de VVD zich op schijnoplossingen zoals een andere verdeling binnen EU lidstaten en opvang in de regio. Zo ook schortte ze vorig jaar het recht op gezinshereniging op.

De VVD krijgt ruggensteun voor dit narratief van rechtse racistische partijen als de PVV en FvD. Dit wordt gebruikt om weg te komen met het falende beleid en het tekortschieten in het waarborgen van basisrechten, menselijkheid en veiligheid van mensen op de vlucht.

Tunesiëdeal

Ondertussen speelde Rutte halverwege juni een schandalige hoofdrol bij onderhandelingen met Tunesië over een migratiedeal. Die gaat uiteraard niet over het helpen van mensen. Tunesië krijgt op korte termijn 250 miljoen euro: 150 miljoen euro om de zwakke economie te versterken en 100 miljoen euro voor migratie, waaronder het versterken van de kustwacht. Het moet ertoe leiden dat minder mensen de oversteek wagen, onder meer naar Italië. Rutte kon vooral lekker zijn gang gaan over economische kansen van Europese investeringen en het tegengaan van migratie. Geen woord over mensenrechten terwijl de Tunesische president Saied politieke tegenstanders laat opsluiten en zich racistisch heeft uitgelaten over zwarte migranten.

De hoofdrol die Rutte pakt is niet toevallig. In november beloofde hij zijn VVD-fractie er alles aan te zullen doen om de komst van asielzoekers naar Nederland te beperken. Hij zal straks met de Tunesië-deal gaan zwaaien als zíjn verdienste. Bovendien had Rutte in 2016 een belangrijk aandeel in het sluiten van de Turkijedeal. De regering van president Erdogan kreeg toen miljardensteun in ruil voor het tegenhouden en opvangen van Syrische vluchtelingen. De Tunesië deal gaat over niks anders dan geld terwijl de opvangcentra aan de buitengrenzen van Europa overvol zullen raken met alle mensonterende situaties tot gevolg.

Kleinschalige opvang

Terug naar Nederland. Feit is dat het aantal asielaanmeldingen niet uitzonderlijk hoog is. Wel bepalend is de politieke onwil hun basale mensenrechten op onderdak en toegang tot zorg te respecteren. Tekenend hierin is dat de cijfers over de toestroom van vluchtelingen die het kabinet gebruikt in zijn narratief, geen rekening houden met de komst van Oekraïense vluchtelingen de afgelopen jaren. Zij hoefden zich namelijk niet eerst te melden bij Ter Apel – over verschillende behandeling en dubbele standaard gesproken.

Waar Oekraïners mogelijkheden werden gegund om een leven op te bouwen na te zijn gevlucht, worden vluchtelingen uit andere regio’s zoveel mogelijk ontmoedigd hier te komen door middel van het zogenaamde ‘afschrikbeleid’. Dit berust op het idee dat als het vluchtelingen zo onaantrekkelijk mogelijk wordt gemaakt in Nederland, hen dat ervan zal weerhouden hierheen te komen op de vlucht voor oorlog en armoede. Deze aanpak is naast mensonterend ook compleet ineffectief. Zoals Carolus Grütters, onderzoeker op het gebied van migratie, uitlegde in een aflevering van Nieuwsuur: ‘Vluchtelingen hebben weinig te kiezen [naar welk land zij vluchten]. Wie kan kiezen, doet dat op basis van verhalen van mensen die ze kennen, niet op basis van doorwrochte analyse van de voors en tegens van het migratiebeleid van een handvol Europese landen.’

Mensen die op de vlucht zijn moeten, ongeacht waar zij vandaan komen, kunnen rekenen op een menswaardige manier van opvang. De grenzen van fort Europa moeten open. In plaats van grootschalige opvang waar het COA op aanstuurt zouden asielzoekers op kleinschalige wijze opgevangen kunnen worden.

Het COA kiest voor locaties waar heel veel mensen in één keer opgevangen kunnen worden. Dat is kostenbesparend en het personeel kan efficiënter ingezet worden. Maar precies dit soort grote locaties stuiten op weerstand bij gemeenten. Als activisten kunnen we eisen dat de opvang kleinschaliger wordt georganiseerd en evenredig wordt verdeeld over het land. Ieder mens zou humaan en fatsoenlijk onderdak moeten kunnen krijgen in dit land.

– door Lucien Sánchez & Kees Hoogendijk, oorspronkelijk voor Socialisme.nu