Gisteren gingen de kinderen in Amersfoort weer naar school maar de bankjes van Lili en Howick bleven leeg. Hoe verdrietig voor hen en hun klasgenootjes. Al veertien zitten Lili (11 jr) en haar broertje Howick (12 jr) ondergedoken omdat hun moeder niet wilde dat zij samen met haar zouden worden uitgezet naar Armenië. Hun moeder Armina is vorige week maandag, op 14 augustus, inderdaad uitgezet. Lili en Howick bevinden zich daardoor in een onmogelijke situatie, tot grote zorg van leraren, vriendjes en professionele deskundigen.
Kinderombudsvrouw Margrite Kalverboer reageerde woedend op het feit dat Armina gescheiden van haar kinderen was uitgezet. “Je geeft de kinderen een onherstelbare traumatische ervaring die ze nooit meer vergeten.” Ook kinder-, jeugdpsychologen en orthopedagogen lieten via de media weten zeer bezorgd te zijn over deze schendingen van de kinderrechten. Zij wijzen daarbij op het belang het belang van het kind en de mogelijk ernstige consequenties van uitzetting.
Al in 2014 hebben orthopedagogen van de Universiteit van Groningen aangegeven dat de ontwikkeling van Lili en Howick ernstig geschaad wordt bij uitzetting. De onderzoekers wijzen daarbij naar artikel 3 van het VN-kinderrechtenverdrag waarin staat dat “het belang van het kind een primaire overweging moet vormen bij elke beslissing die een kind raakt”. Binnen het familierecht is het allang zo dat er naar het belang de kinderen wordt gekeken. Bij kinderontvoeringszaken kan voor kinderen bijvoorbeeld een beroep gedaan worden op worteling zodra ze 1 jaar ergens wonen. In het vreemdelingenrecht wordt dit rechtsbeginsel nog altijd niet op voorhand toegepast. Lagere rechters beslissen nog wel eens in het belang van het kind maar dan gaat de IND daar met een bezwaar overheen en wint het dan later.
(Lees verder bij de bron van dit artikel)
Via:: Republiek allochtonië