Duitse concentratiekampen, dwangarbeid en deportaties, goedgepraat door schedelmetingen en superioriteitswaan. De eerste genocide van de vorige eeuw vond plaats in het huidige Namibië. In dat gebied leefden eind negentiende eeuw onder meer de Nama en de Herero. Op een beruchte conferentie in Berlijn in 1885 bombardeerden de Europese kolonisatoren het tot Duits-Zuidwest-Afrika. Volgens Europese koloniale traditie werd geen enkele bewoner daarover geraadpleegd. Het inspirerende verzet tegen deze arrogantie krijgt in het boek “Ik ben Hendrik Witbooi” van Conny Braam een gezicht. Deze op waarheid gebaseerde roman eindigt met de beschrijving van de vernietigingscampagne tegen deze vrijheidsstrijd.
Braam beschrijft in haar meest recente boek het verzet tegen de Duitse kolonisatie door de ogen van de vrijheidsstrijder Khaob !Nanseb/Gabemab (Hendrik Witbooi). Al eeuwenlang trokken de Nama (Hottentotten in koloniaal jargon), zoals de leider van de Witbooi-groep Hendrik, in groepen van honderden mensen samen met kuddes vee door de regio. Opgejaagd uit huidig Zuid-Afrika door Hollandse Boeren waren ze op zoek naar nieuwe gronden. Daar stuitten ze op de kersverse Duitse kolonialen die door middel van een verdeel en heers-politiek onder de bewoners grip op het gebied wilden krijgen. Maar Hendrik wist ongebruikelijke coalities te smeden tegen de Duitse koloniale aspiraties. Het schrijven van brieven aan zijn toekomstige bondgenoten en tegenstanders was daarin een belangrijk wapen. De meeste brieven zijn bewaard gebleven en vormen een belangrijke bron voor dit meeslepende boek. De titel van het boek verwijst naar de ondertekening van deze brieven.
(Lees verder bij de bron van dit artikel)
Via:: Doorbraak