Andreas Malm: Ecologie zonder klassenstrijd is tuinieren?

Tijdens het publiciteitscircus rond nieuwe nummers van de Rolling Stones viel mij een zinnetje op van een van hen. Of het nummer door boosheid was ingegeven? Ja, hoorde ik hem zeggen: ‘This is based on anger’. Toen de oude, inmiddels overleden, Franse cartoonist Maurice Sinet (Siné) werd gevraagd wat hem, ruim tachtig jaar zijnde, de kracht gaf om nog een nieuw hard-satirisch blad (Siné Mensuel) te beginnen, was zijn antwoord:  Je moet woede in je buik voelen. Als het om milieu- en klimaatcrisis gaat, speelt zo’n soort woede ook een rol bij het beantwoorden van de vraag, welke middelen ingezet moeten of kunnen worden om verzet tegen de destructieve krachten van het industrieel en financieel kapitalisme in te zetten. Die krachten verzamelen zich als een resultante van wat ik het asbest-paradigma noem (zie hier). De destructieve krachten worden ‘systemisch’ (Tata Steel, Chemours). Het is woede-makend.

De strijd gaat niet alleen om bescherming van het milieu of om terugdringing van de opwarming van de aarde, ze behoort te gelijk te gaan om een antikapitalistische strijd. Dat is een gezamenlijke strijd, waaraan eenieder zijn of haar eigen aandeel kan leveren. Naar aanleiding van de discussie over die strijd het volgende. [ThH]

Hoe je een pijpleiding opblaast

Een van de radicale activisten die in de afgelopen jaren naam heeft weten te maken, is de Zweedse docent sociale geografie Andreas Malm. Deze essayist is een verstokt verdediger van het ‘ecologische leninisme’ en staat bekend om zijn radicale inzet tegen de opwarming van de aarde. In ‘How to Blow Up a Pipeline’ (2021) is over dat verzet te lezen  (het boek is in het Nederlands vertaald Eco-sabotage, Hoe je een pijpleiding opblaast, Starfish Books, 2022).

Met soortgelijke woorden opent Sacha Cornuel Merveille de bespreking van het boek van Malm, dat ook in het Frans verscheen (Comment saboter un pipeline). De bespreking is integraal te vinden op de site van het tijdschrift Le Comptoir(4 september 2023; zie hier). Laat ik er meteen bij zeggen, om misverstanden te voorkomen: het boek levert géén recept voor het opblazen. Wat de auteur volgens Sacha Cornuel Merveille probeert te doorbreken is dat vreedzaam activisme altijd de oplossing levert en daarom moet worden gehanteerd in het licht van de onrechtvaardigheden van deze wereld. In een tijd waarin de planeet het risico loopt te verstikken, verdedigt Malm actievormen van radicale aard.

Bij het voorgaande wil ik twee opmerkingen plaatsen. De eerste betreft de verwijzing naar ‘vreedzaam activisme’. Die term heeft een enorme bandbreedte, want lopend van ‘pacifisme’ tot ‘activisme’. Dat activisme kent een groot aantal vormen, die wellicht te duiden zijn met minder en meer radicaal. Actieve geweldloosheid, verzet en prefiguratieve praktijk zijn daar onderdelen van, zoals men ook bij de Franse activist en auteur André Bernard kan terugvinden (zie hier). Bij die vormen is ook ‘sabotage’ onder te brengen, al een eeuw geleden beschreven (en toegepast) door de Franse revolutionaire syndicalist Émile Pouget (1860-1931) (zie hier). Kortom, hoe radicaal wil je het hebben? Mijn tweede opmerking sluit daarop aan.

Andreas Malm noemt zich kennelijk neo-leninist en vertolkt ‘ecologisch leninisme’. Een aantal marxistische auteurs voelt zich kennelijk in die sfeer thuis, zo ook de Franse econoom en filosoof Frédéric Lordon. Hij geeft een omschrijving voor de term ‘neo-Leninisme’, wat echter enkele lege zinnen oplevert als: ‘de noodzaak van strategische coördinatie leidt tot de noodzaak om na te denken over de juiste vorm ervan’ (zie hier). Hier zit iets verraderlijks in. Ze kunnen met van alles worden gevuld. En wat heeft de bolsjewist Vladimir Lenin (1870-1924) voor een inbreng als het over ecologie gaat? Niets. Dus zal het bij deze auteurs gaan om het idee van de ‘voorhoede’ en daarmee met de vraag, wie heeft de macht in de organisatie. Kan je ook niet aan Lenin ontlenen het idee dat ‘de middelen het doel heiligen’? Lenin, de Machiavelli van het Oosten (zie hier)? Lenin, de luitenant van het kazernesocialisme (zie hier)? Waar ik verder ga met de bespreking van Sacha Cornuel Merveille passeer ik kortom de ‘leninistische’ verwijzingen daarin.

Ondanks mijn voorgaande kritiek kan ik overigens een heel eind met Andreas Malm meegaan, gelet op wat Merveille op Le Comptoir van zijn boek weergeeft. Van het begin af deelt de Malm zijn ervaringen als milieuactivist met de lezer; de vele pacifistische acties, sit-ins en parades doen de politieke status quo niet wankelen. Dit laatste noemt hij business-as-usual: ‘Sinds COP1 hebben de Verenigde Staten de winning van fossiele brandstoffen geïntensiveerd en zijn ze opnieuw de grootste producent van olie en gas ter wereld geworden.’ In Europa is de situatie niet beter: Duitsland produceert jaarlijks bijna 200 miljoen ton bruinkool, waarvan de vervuiling en het gevaar voor het milieu niet langer twijfelachtig zijn. [..]

Studentenstakingen en buitensporige gewelddadigheden blijken niet genoeg te zijn om een ​​neoliberaal kapitalisme ten val te brengen. Dat kapitalisme is voor een groot deel afhankelijk van olie en andere hulpbronnen, die de levensomstandigheden op de aarde in gevaar brengen. Men is dus genoodzaakt de klassenfactor van dit alles te benadrukken. Grote bedrijven als Shell en ExxonMobil floreren inderdaad door een voortdurende accumulatie van financieel kapitaal in de handen van enkelingen. Erger nog: kapitalistische staten bevorderen hun groei, bijvoorbeeld door het verlenen van subsidies. Nogmaals, het belang van de grote eigenaren is gericht op het behouden van hun suprematie over de productiemiddelen.  Door de media, de universiteiten en alle invloedssferen zich te laten focussen op straat (demonstreren), denken ze dat ze niets te vrezen hebben.

Welk soort strijd tegen klimaatonrechtvaardigheid

Sommigen beweren zonder nuance: pacifisme blijft de beste manier om antropocide te voorkomen. Dit standpunt, zo zegt Malm, blijkt onhoudbaar; bij een bepaald niveau van wreedheden begaan door beulen blijft radicale verdediging de enige denkbare weg. Om zijn betoog te ondersteunen probeert hij te leren van sociale strijd uit het verleden; geen vorm daarvan zou kunnen gedijen zonder zijn radicale flank. Roger Hallam, medeoprichter van Extinction Rebellion, stelt ronduit dat politiek geweld altijd tot tirannie of fascisme leidt, reden om onvoorwaardelijk te kiezen voor absoluut pacifisme bij het actie voeren. Tegen dit manicheïsme in keert Malm terug naar de geschiedenis van de anti-slavernij- en suffragettebewegingen om iets anders aan te tonen dan Hallam. In het weekblad De Groene Amsterdammer van 30 november 2022 is Ewald Engelen met zijn artikel ‘De klimaatactivist als desperado’ duidelijker om aan te geven wat hier speelt. De reactie van Malm op Hallam: ‘is een academische polemiek met het werk van Roger Hallam, getiteld This Is Not a Drill, het officiële handboek van Extinction Rebellion’. Malm laat, aldus Engelen, geen spaan van dit boek heel.

Vervolg ik met de bespreking van het boek door Merveille op Le Comptoir dan leert Malm dat het binnen de plantages absurd zou zijn geweest om boycots te organiseren, omdat daarmee de verdoemden der aarde tot een wisse dood werden veroordeeld: ‘Van koningin Nanny tot Nat Turner nam de collectieve actie tegen de slavernij onvermijdelijk de vorm aan van gewelddadig verzet’. Malm haalt ook de figuur aan van John Brown, een blanke abolitionist die het gepraat van theoretici aan de kaak stelde en gewelddadige actie tegen slavenhouders bepleitte. Een ander typisch voorbeeld van een utopische visie op sociale bewegingen is die van de suffragettes: terwijl sommigen hen afschilderen als beleefde demonstranten die geschikt zijn voor de liberale democratie, hielden ze zich bezig met de vernietiging van eigendommen. De WSPU (Women’s Social and Political Union), onder leiding van met name Emmeline Pankhurst, stond bekend om zijn explosieve acties: brievenbussen in brand steken, bommen plaatsen op de route van koninklijke bezoeken en de ruiten van Engelse parlementariërs inslaan.

Ook keert Malm terug naar een figuur die door veel mensen als maatstaf voor het pacifisme wordt gehanteerd, Mahatma Gandhi: we mogen echter zijn felle verlangen niet vergeten om samen met zijn Britse meesters militair in actie te komen tegen de Boeren en tegen de Zoeloes, nadat die in opstand waren gekomen tegen de opgelegde belastingen. Erger nog: Gandhi’s pacifisme kan de Europese Joden ertoe hebben aangezet de Duitse vervolging zonder weerstand te ondergaan. Malm herinnert eraan: de nationale bevrijdingsbewegingen van Kenia, Vietnam, Ierland en Angola waren niet vreedzaam. We moeten dus samen met Marx toegeven dat geweld soms de vroedvrouw van de geschiedenis is.

Zo gezien lijkt het relatieve succes van de Amerikaanse burgerrechtenbeweging grotendeels te danken aan het pacifisme van Martin Luther King. Het is echter essentieel om het feit te onderstrepen dat Malcolm X radicaal was, waardoor King in de ogen van de staatsmacht het minste kwaad leek. Zonder de Black Panthers zou Rosa Parks niet de slagkracht hebben gehad die ze had. Op dezelfde manier gedacht, als Greta Thurnberg niet wordt gesteund door een Angela Davis van het klimaat, lopen haar progressieve eisen het risico zwevend te blijven.

Al deze onderdrukkingen, zo merkt Malm op, vereisten geen compromissen en er was een dosis radicalisme nodig om de systemische ‘wortel’ ervan uit te rukken. Dit is des te urgenter nu klimaatonrechtvaardigheid op basis van fossiele brandstoffen de hele mensheid bedreigt. Als het revolutionaire potentieel de neiging heeft zijn kracht te verliezen als gevolg van de excessen uit het verleden, kunnen we dit niet negeren: het lijdt absoluut geen twijfel dat het kapitalisme de belangrijkste factor is in de vernietiging van het milieu. Het is tijd om niet alleen te leren van de strijd uit het verleden, maar ook om opnieuw te leren vechten is zijn idee.

Van protest naar verzet

Malm herinnert aan enkele feiten die we vaak vergeten omdat de omvang van de situatie wordt ontkend: het ontdooien van de permafrost dreigt gevaarlijke ziekten naar onze landen te brengen, bosbranden verspreiden zich steeds vaker, terwijl onze uitstoot van broeikasgassen blijft toenemen. Er is onmiddellijke mondiale actie nodig om alle infrastructuur die CO2 uitstoot, te ontmantelen. Zoals hierboven aan de orde was, zullen de heersende klassen dit niet doen, gezien de belangen die zij fel verdedigen. Daarom roept Malm op om ‘nieuwe CO2-uitstotende apparaten te beschadigen en te vernietigen. Stel ze buiten dienst, ontmantel ze, vernietig ze, steek ze in brand, blaas ze op.’

Om deze golf van verzet op gang te brengen, moeten we de betovering verbreken, dat wil zeggen de theoretische heiligheid van het privé-eigendom, dat op drijfzand rust, aanvallen: het is noch door God, noch door de natuur, noch door de technologie te rechtvaardigen. Het is een juridische kunstgreep, die als basis van de sociale ongelijkheid door de bourgeoisie tot stand gebracht is. Overal in de wereld (Palestina, Nigeria, Europa, enz.) is sabotage uitgevoerd op privé- of openbaar eigendom, waardoor de aarde, zoals door SUV’s, in gevaar gebracht wordt.

Malm wijst onder meer op enkele interessante factoren van de belangrijkste spelers in de opwarming van de aarde: het zijn voornamelijk rijke mannen. Na de degradatie van SUV’s hebben eigenaren niet nagelaten krijgshaftige en viriele retoriek te gebruiken op sociale netwerken. Sterker nog: ‘de rijkste 1% van de wereldbevolking heeft een ecologische voetafdruk die 175 keer groter is dan die van de armste 10%’ (OXFAM). Een andere statistiek is veelzeggend: privéjets die alleen al in de Verenigde Staten vliegen, genereren in één jaar evenveel CO2 als de helft van Burundi.

En wat wil nu, het kapitalistische systeem pretendeert het probleem aan te pakken. Dit is echter slechts rook en spiegels [zie bijvoorbeeld de serie Eco-façade; thh.].  Het is inderdaad belangrijk om luxe-emissies te onderscheiden van bestaansminimum-emissies. Als staten de laatste schaamteloos aanvallen, wat in de recente Gele Hesjescrisis benadrukt wordt, betonen ze zich voorzichtig als het om bestrijden van de eerste gaat: ‘Macrons CO2-belasting woog vijf keer meer op de 10% van het armste bevolkingsdeel dan op de rijkste tien procent – het was inderdaad een degressieve belasting op het levensonderhoud, terwijl luxe door de president van de rijken van elke beperking werd bevrijd.’

In dat licht moedigt Malm aan, zoals in de traditie van de beweging van de Catholic Worker, om goederen te saboteren waarvan de uitwerking milieudestructie en klimaatverandering oplevert [‘in de traditie van de beweging’…en die traditie van de Catholic Worker is gelegen in nonviolence, kortom? – zie van die beweging zelf, hier; thh.]. Deze acties zijn uiteindelijk niet-gewelddadig. Als het veroorzaken van pijn aan een levend wezen niet gerechtvaardigd kan worden, is een pijpleiding geen moreel persoon, en dit is des te urgenter omdat het risico bestaat dat we gedood worden. [Die conclusie moge correct zijn, maar of ze met een beroep op de Catholic Worker gelegitimeerd kan worden, vraag ik mij af; thh.]

Andreas Malm valt het antropocidale gemondialiseerde kapitalisme aan, maar spaart onheilsprofeten niet. Roy Scranton, de auteur van het boek Learning to die in the Antropocene, verkondigt zonder nuance dat ‘we gedoemd zijn’ en dat niets zeker is behalve een catastrofe. Echter, zegt Malm: hoe meer we beweren dat het economische systeem ons zal opslokken, des te meer zal een radicale heroriëntatie van onze levensstijl ondenkbaar en onpraktisch zijn. Het is dus van belang de in het onheil verpakte ‘self-fulfilling prophecy’ te ontmantelen. Het is toch van de malle dat je je gemakkelijker het einde van de wereld zou kunnen voorstellen dan dat van het kapitalisme.

Malm waarschuwt ook voor de reactionaire neiging die de ecologische verzetsbeweging kan aannemen: een bepaalde deep ecology kan gewortelde gemeenschappen bevorderen, zelfs als dit betekent dat ze vervallen in een vorm van etnocentrisme, terwijl tegelijkertijd de terugdringing van de wereldbevolking wordt bepleit. Welke middelen zullen daarbij worden ingezet? De dubbelzinnigheid van deze bewegingen over dit onderwerp blijft zorgwekkend. Erger nog: een bepaald extremisme, geïnspireerd door Ted Kaczynski (bijgenaamd de Unabomber) die zonder voorzorgen wilde terugkeren naar een paleolithische periode, zou tot een ramp kunnen leiden. Sommigen lijken zelfs in de klimaatcrisis een zegen te zien om een ​​rassenoorlog te beginnen ten behoeve van het blanke suprematisme.

Ten slotte spreekt Malm over geweld als ‘reinigende kracht’, om de term van de Frans-Martinikaanse psychiater Frantz Fanon (1925-1961), een held van de huidige Social Justice Warriors, te gebruiken: het is een kwestie van het bevrijden van de tot slaaf gemaakte groepen mensen van een puur contemplatieve afwachtende houding, en van een illusie die door naïevelingen zelf over het pacifisme van Gandhi in stand gehouden wordt. Na het Gandhiaanse moment van verzet moet het Fanonische moment komen dat in staat is de ongelukkigen der aarde onbevreesd te maken.

Het Fanonische moment komt wellicht op zijn duidelijkst tot uitdrukking in het volgende citaat uit de Nederlandse vertaling van 1973 van zijn boek Les Damnés de la Terre: ‘Wanneer er ergens een gewapende strijd voorkomt, wijst dat erop dat het volk heeft besloten alleen nog vertrouwen te stellen in gewelddadige middelen. De man van wie men voortdurend gezegd heeft dat hij alleen de taal van het geweld verstaat, besluit zich uit te drukken door middel van het geweld. In feite heeft de kolonist hem van het

begin af de weg gewezen die voor hem bestemd was, wanneer hij zich wilde bevrijden. De gekoloniseerde kiest het argument dat hem gesuggereerd is door de kolonist en dankzij een ironische omdraaiing van de dingen is het nu de gekoloniseerde die verklaart dat de kolonist alleen de taal van het geweld verstaat.’ (zie hier).

Het werk van Andreas Malm is provocerend en stimulerend en spoort aan de lethargie die overweldigt te doorbreken. Als het antropocide en klimaticidale kapitalisme er alle belang bij heeft een ‘stille wanhoop’ te organiseren (Thoreau), wil de radicale activist de noodzaak van het alternatief van een radicale flanktheorie benadrukken.

Thom Holterman (Dit artikel berust op mijn vertaling en bewerking van Sacha Cornuel Merveille, ‘Malm: L’écologie sans lutte des classes, du jardinage?’, op de site van het tijdschrift Le Comptoir, 4 september 2023; zie hier. Tevens maakte ik gebruik van Ewald Engelen, ‘De klimaatactivist als desperado’, in: De Groene Amsterdammer, 30 november 2022; zie hier.)

– Oorspronkelijk verschenen bij Libertaire Orde