Afghanistan (deel 1): Inleidende en concluderende opmerkingen

De snelle ontknoping in de machtsstrijd om Afghanistan vraagt om analyse, om het belichten van achtergronden en om commentaar. Ik volg het met grote aandacht, met boosheid maar ook met een soort opluchting, gecombineerd met grote zorgen.

Boosheid: de aanblik van grote aantallen kwetsbare mensen die in doodsangst een veilig heenkomen zoeken op dat vliegveld van Kaboel, terwijl Westerse parlementen en ministers beraadslagen en op hun dooie gemak af en toe wat mensen evacueren… die aanblik maakt ook mij razend.

Opluchting: aan een lange, wrede, heilloze en volstrekt onrechtmatige koloniale bezettingsoorlog is, toch nog sneller dan het drie weken geleden leek, een einde gekomen. Zo lijkt het althans. Iedereen die ervoor pleit dat president Biden de Amerikaanse troepen had moeten laten blijven, of alsnog moet proberen de Taliban weer te verdrijven, pleit voor meer koloniaal bloedvergieten, meer luchtaanvallen, meer kapot gebombardeerde dorpen en opent de weg naar meer gewapende strijd om aan de bezetting een einde te maken. De koloniale nederlaag is welkom, het is alleen erg zuur dat het zo lang heeft moeten duren. De bezetting is eindelijk voorbij. Houden zo!

Grote zorgen: de Taliban, vooralsnog overwinnaars in die oorlog, brengen de Afghaanse bevolking hernieuwde verschrikkingen. We horen al van executies, van vrouwen die niet meer naar hun werk hoeven komen, van demonstraties die worden neergeslagen door de nieuwe machthebbers. Ja, de Westerse bezetters en hun pionnen verdienden hun nederlaag volkomen. Degenen die de bezetters hielpen verslaan, verdienen echter geen enkele sympathie of steun. Dat is de tegenstrijdigheid. De koloniale overheersing hield terecht geen stand. Maar de vervanging daarvan door weer een fundamentalistische politiestaat betekent een nieuwe ramp voor de al sinds de jaren zeventig zo geterroriseerde bevolking van het door oorlog na oorlog ontwrichte land.

Bovenstaande zinnen verdienen uitwerking en uitleg. Dat lukt nu niet in een kort stukje. Dus er staat jullie, arme lieve leesmensen, een serie te wachten. Hoe ver ik kom, weet ik niet – er kan zo maar een ander onderwerp de acute aandacht weg trekken, we leven immers in steeds interessantere tijden. Maar ik ben het volgende van plan:

  • Aandacht voor de opkomst van de communistische (??) en de fundamentalistische bewegingen in Afghanistan in de jaren vijftig, zestig en zeventig van de twintigste eeuw. Zonder enig begrip daarvan is de latere geschiedenis en de huidige ellende niet te begrijpen;
  • Aandacht voor de bloedige Russische invasie en bezetting van het land, en het al niet minder bloedige einde daarvan;
  • Aandacht voor de opkomst van de Taliban als nieuwe machthebbers, en Al Qaeda als gast, bondgenoot en blok aan het been van die machthebbers;
  • Aandacht voor de koloniale dimensie: van 9/11 naar Amerikaanse strafexpeditie naar Westerse bezetting naar eindeloze oorlog;

Dit alles doe ik om te zoeken naar een radicaal-linkse plaatsbepaling die tegelijk antikoloniaal en vrijheidslievend – op alle fronten in hun samenhang en dus intersectioneel – is, anti-imperialistisch en anarchistisch. Een plaatsbepaling en stellingname vooral ook waarin de valkuil van het partij kiezen tussen grote en wellicht nog grotere kwaden wordt vermeden. Want – ik heb het vaker gezegd: kiezen voor het kleinere kwaad tegen het grotere kwaad, maakt het kleine kwaad niet kleiner maar groter. En het maakt dat kleinere kwaad al helemaal niet minder kwaad. Immers: hoe sterker het kleinere kwaad wegens onze steun wordt, hoe groter het vermogen van dat kwaad om ook daadwerkelijk kwaad te doen.

Dit geldt zowel voor degenen die de Taliban het kleinere kwaad vinden – want ‘tegen het Westerse imperialisme’ – als voor degenen die steun verleenden aan Westerse interventiepolitiek – want ‘tegen het fundamentalisme’, zoals eerder ‘tegen het communisme’. Het geldt voor degenen die de linkse machtsgreep in 1978 en de Russische militaire steun daaraan met terugwerkende kracht hypen als bevrijding compleet met vrouwenemancipatie, als voor degenen die hetzelfde doen met de Westerse interventie van 2001 en later.

Bevrijding afdwingen met de methoden van kolonialisme en politiestaat is geen bevrijding, of je er nu een ‘democratische volksrepubliek’ uit destilleert of een ‘liberale rechtsstaat’. Misschien is dat wel de allerbelangrijkste les die we uit het hele debacle horen te trekken. Die les komt voor vele miljoenen mensen alleen wel pakweg 45 jaar te laat. Maar omdat de geschiedenis na vandaag verder gaat, en de strijd op allerlei fronten ook in Afghanistan niet voorbij is, is deze les haar relevantie daarmee allerminst kwijt. Over die voortgaande strijd een volgende keer meer.