Ik wil niet bang zijn, maar mijn
vingers trillen. Terreur
verscheurt ons, de onderbuik
speelt op. Ik verzamel
lucht
Wie met wapens zwaait en
bommen legt, zaait gif. De wind
steekt op, de maag trekt dicht, we
rapen bladeren tegen de
krampen
Wij zijn met meer maar
machteloos. Wij zijn met veel
maar verdeeld. Wij zijn ontheemd
vervreemd, wezenloos
Wij
verzamelen moed, gekromd zoeken we naar
wat rest van gloed. Omdat we niet willen
verliezen van losers, lafaards, fanaten
met granaten. Nee, we hoeven niet te
kiezen
tussen moordenaars die zich beroepen
op Allah en mensen die in God geloven. Ik
geloof in niks. En niemand dooft dat
vuur. Het is altijd stil geweest
daarboven
Ik ben niet bang om bang te zijn maar
ik wil het niet. Ik wil rechtop staan
en weer lachen. Voor wat het waard
is. Voor ons. Voor straks. Verteren het
verdriet.
©Irun Scheifes
(Voor @EdgeOfEurope)