Wat kunst is, maak ik zelf wel uit. Wat ik mooi vind wordt uiteraard mede beïnvloed door de mode en dat soort grilligheden. Gisteravond een fabel-tas-ti-sche discussie over dat de kunst het Stedelijk Museum vooral door of van ‘witte mannen’ is/was (toegegeven: ik ben er zelfs een – maar wel lid van Bij1 en tegen rechts).
De directeur Rein Wolfs heeft het idee dat musea verzamelen wat mensen MOOI vinden, losgelaten. Hij voedt ons nu op zodat we gaan snappen dat onze voorkeuren gene flikker, moer of scheet met zijn museum meer te maken hebben.
Dat is gelukkig vijfhonderd meter naar het noorden van zijn plein nog ietsie anders. Ik word zo moe van ‘kunstenaren’ die door een goddelijke bezieling opeens precies weten wat kunst is en vooral – daar komt-ie dan – wat ik daarvan mag vinden en ook nog wat goed voor mij is.
Nog even een kleine expositie bezocht in de bieb van Hilversum, met als thema boekweit: het arme gewas (geen graan!) dat het nog eeuwenlang net redde op de hei daar en meel opleverde. Grapjes met de gedroogde slierten van de plant. De piepkleine korrels samengeperst met kunsthars tot letters van tien cm. Ach ja, leuk. Héél leuk bedacht vooral. Hééééél inspirerend en vernieuwend! Ga zo door! En dan te bedenken dat ik op mijn 18de naar Parijs liftte om de grote Picasso-tentoonstelling te zien. Wat is er toch tegen mooie portretten?
– Uitgelichte afbeelding: Door Mariluna, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=3204552