Het grootse en meeslepende leven van insecten

Het boek opent met het verhaal van de schrijfster over een ontmoeting met een hoornaar (Vespa crabro). Ze overleeft een aantal steken op het nippertje. Is daarna doodsbang voor insecten, vooral wespen uiteraard, en raakt tegelijkertijd gefascineerd door de wereld van de zespotigen. Het boek is een verslag van het kwijtraken van de angst en de kennis, opgedaan door de fascinatie. Of er veel mensen bang zijn voor insecten is een vraag – waarschijnlijk juist wel voor zwart-geel gestreepte vliegbeestjes, bijen, wespen, zweefvliegen en misschien al die andere die de schrikstrepen van de wesp hebben aangenomen in de evolutie ook al kunnen ze niet steken. Op wespen wordt ook altijd dom gereageerd: om je heen meppen of wuiven is juist een uitnodiging tot een steek.
Waarom duiken ze in groten getale juist in de nazomer op? Aglaia Bouma legt het uit: de kolonie nadert haar eindpunt in het jaar en de activiteit die wij mensen als hinderlijk ondervinden duidt er op dat de wespen slecht op de gangbare wijze aan voedsel kunnen komen. Zie, dat wist ik dan niet. Ze vliegen als het ware met de dood in hun pootjes op “onze” zoetigheid af.

Een ander weetje dat fascineert is de parasiet die parasiteert op weer een andere parasiet. Hoe heeft de Grote Regisseur het bedacht, zeg. De schrijfster ontdekt dit bij het vermeend huisvesten van een lieveheersbeestje. U moet het zelf lezen.

Insecten hebben geen goede pers bij De Menigte. Een prachtige film als Microcosmos – ooit stond die compleet op het net – heeft daar niet veel aan veranderd.

(Er is een film met dezelfde naam uit het zelfde jaar, laat u niet foppen. Zoek zelf de fragmenten maar bij elkaar…)
Het weten dat het niet goed gaat met de insecten in het algemeen door menselijk sleutelen aan ieders leefomgeving, en vooral met gif, wordt gemakkelijk met een schouderophalen begroet. Muggen zijn maar lastig. Dat er veel meer aan muggen vastzit kunt u lezen bij Bouma, maar ze spelen geen hoofdrol – voor muggen moet u verder bij Bart Knols zijn en voor termieten bij Eugène Marais (zij komen helemaal niet langs bij Bouma).

Aglaia Bouma ken ik als vraagbaak op het gebied van insecten op twitter. Stel een vraag en vaak heeft zij een antwoord. En voor een heleboel vragen die u niet stelt omdat ze nooit bij u zouden opkomen – hoe verdwijnt een lijkje in het bos zo snel? de doodgravers, die intussen ook nog even vechten over wie met het meissie mag, weten er raad mee met zijn tweeën. Lees het boek en word wijs aangaande insecten. Zoveel boeken over insecten kent de Nederlandse literatuur tenslotte niet – en nee, Erik met al zijn verdere verdiensten hoort daar niet bij.

(Als u per se geïnteresseerd bent in mijn fascinatie voor insecten, wat ik ernstig mag betwijfelen, is hier de sleutel).

– Aglaia Bouma, Insectenrijk – het grootse leven van kleine beestjes. Amsterdam/Antwerpen: Atlas Contact, 2020. 263p. €22,99