Het regime dat in de maak is voor Nederlandstalig België, dat om niet geheel naspeurbare redenen “Vlaanderen” wordt genoemd, hoewel dit – vergelijk: “Holland” – toch een afgeperkt gebied is dat tevens uitlopers heeft in Frankrijk en Nederland, wil dat de historische canon van dit gebied onderwezen en gekend wordt door alle bewoners, en vooral natuurlijk de nieuwkomers.
De Wereld Morgen heeft er onderstaand stuk aan gewijd, benevens dit uitgebreidere. Zie hoe terwille van xenofobie een traditie gefabriceerd gaat worden bij de zeer nabije buren.
Historisch besef is cruciaal. De kritische en ontvoogde burger moet weten wat er in het verleden gebeurd is. Anders kan hij of zij geen goede politieke en ideologische keuzen maken. Maar hoe brengen we historisch besef bij? Historicus Guy Vanthemsche werpt zijn licht op de echte geschiedenis van Vlaanderen.
Totalitaire regimes (en extreemrechtse bewegingen, die daar onvermijdelijk toe neigen) willen iedereen een voorgekauwd gerecht door de strot duwen. Dan kiest de overheid (of de partij die de overheid overheerst of manipuleert) wat wél en wat niet “onthouden” moet worden van het nationale verleden. En uiteraard moet dat verleden per definitie “roemruchtig en mooi” zijn. Dat verleden moet ook stichtend en voorbeeldig zijn. Het moet de mensen zogezegd “verbinden”. Wat niet in dat kraam past, mag niet vermeld worden en moet dus vergeten worden.
De opstelling, door de overheid, van een dergelijke historische “canon” is dus een bijzonder gevaarlijke zaak. Laten we die poging ondergraven door te wijzen op enkele essentiële en onbetwistbare gegevens uit de geschiedenis van de “Vlaamse natie”. Ze zouden zeker door iedereen gekend moeten zijn, want ze zijn bepalend voor wat we waren en wat zijn. Maar ik ben benieuwd of die elementen ooit terecht zullen komen in de canon die De Wever, Francken, Van Grieken en consorten voor ogen hebben.
Vlaanderen heeft zijn bestaan te danken aan België. Zonder de creatie van de Belgische staat in 1830 zou er ook geen “Vlaamse identiteit” bestaan. De mensen die voor de 19de eeuw leefden op het territorium dat nu “Vlaanderen” heet, voelden zich helemaal geen “Vlamingen” en waren dat ook niet. Ook de Vlaamse Beweging is een ongewild kind van die Belgische natiestaat.
Veel Vlamingen waren in de 19de en in de vroege 20e eeuw emigranten. Omdat ze niet konden overleven in hun eigen land, zochten deze “economische vluchtelingen” hun heil in andere gebieden, over de grenzen heen. Velen trokken bijvoorbeeld naar Frankrijk, waar ze dikwijls botsten op misprijzen en xenofobie.
In Vlaanderen was de ellende schrijnend gedurende de 19de en een heel stuk van de 20e eeuw. Vlaamse boertjes werden uitgeperst door Vlaamse grondbezitters. Vlaamse fabrieksarbeiders werden uitgebuit door Vlaamse ondernemers (zelfs al spraken die heren vaak Frans, toch waren ze vaak “echte Vlamingen” … wat eens te meer de broosheid van het begrip “identiteit” aantoont).
Het Vlaams-nationalisme was in de jaren 1930 antisemitisch en fascistisch. Van Joden en andere “volksvreemde” elementen moest het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV), de grootouderpartij van N-VA en Vlaams Belang, niet weten. Ze vond tevens dat het parlementaire regime vernietigd en vervangen moest worden door een autoritaire, fascistische staat. Dat het Antwerpse stadsbestuur in de Tweede Wereldoorlog meewerkte aan razzia’s tegen de joden mag zeker ook in herinnering gehouden (of gebracht) worden.
Tot het midden van de 20e eeuw werden de Vlaamse vrouwen op flagrante wijze gediscrimineerd. Ze hadden geen stemrecht (tot 1948), ze konden niet naar de universiteit gaan, ze hadden niet dezelfde rechtsbekwaamheid als de mannen, enz. We mogen dus zeker niet vergeten dat het er in Vlaanderen (en in België, en in de andere Europese landen) tot vrij onlangs op dat vlak niet veel beter aan toeging dan in vele islamitische landen vandaag. Hetzelfde kan gezegd worden van de LGBT-rechten.
Deze lijst is verre van uitputtend. Vele andere minder fraaie elementen van dat soort, geput uit ons “rijke verleden”, moeten zeker in de geesten van de Vlamingen, en de zogenaamde “nieuwkomers”, aanwezig zijn. We moeten allemaal weten dat de geschiedenis van de “eigen natie” ook getekend werd en wordt door onrecht, uitbuiting en strijd. We zullen dat inzicht echter niet verwerven door het klaarstomen en opdreunen van lijstjes van “grote Vlamingen” en geconstrueerde heldenverhalen zoals de Guldensporenslag. We moeten historisch inzicht opbouwen door voldoende middelen in te zetten voor een degelijk en niet-politiek gestuurd geschiedenisonderwijs.
Guy Vanthemsche is historicus en emeritus hoogleraar aan de Vrije Universiteit Brussel waar hij hedendaagse geschiedenis doceerde. Hij publiceerde:
- ‘Belgium and the Congo, 1885-1980’, Cambridge University Press, 2012
- ‘België en Congo: merktekens van een kolonie (van de jaren 1880 tot de jaren 1980)’, Tielt, Lannoo, 2007
- ‘La Sabena et l’aviation commerciale belge 1923-2001‘, Brussel, De Boeck, 2001
- ‘De beginjaren van de sociale zekerheid in België (1944-1963)’, Brussel, VUBPress, 1994.