Plotseling zwelt als uit het niets de wind aan, uit het noorden, waar hij niet vandaan hoort te komen. Het is een van de drukkendste nachten aller tijden hier in het lage land, maar dat record is niet interessant om te vermelden.
De wind is goddelijk – niet alleen bij “de heidenen” als u dat denkt, als u al iets denkt, ook in de bijbel doet God zich voor als bries.
Maar zo volstrekt uit het niets, midden in de nacht, uit de verkeerde richting – we danken de hitte dezer dagen mede aan de oostenwind – dat is spookachtig, een teken van de goden. Het bliksemt en het rommelt in de verte (ik tel niet af tussen beide), het regent zelfs even. En dan is het voorbij en is het alleen weer heet.
De apocalyps die zich even aankondigde.
Ik denk over wat deze hittevlaag verder ongewoon maakt. De onvermijdelijke licht- en warmtebron ’s avonds trekt helemaal NIEMAND meer aan nu. Nog geen twee jaar geleden had ik het er over: de wonderlijke wereld van kleine kriebelmugjes die tegen de lamp vliegen was drastisch uitgedund. En nu en hier waar ik schrijf is zij verdwenen. De gierzwaluwen vliegen laag, zo laag dat zij slechts als schaduwen op het wegdek van de straat te zien zijn.
In Gilze-Rijen is de recordtemperatuur van 40,7° gemeten, precies de temperatuur die ik zes dagen geleden met schrik bij mijzelf heb vastgesteld. De burgemeester vindt het een eer, zijn gemeente Staat Op De Kaart. Hij is van de PvdA en heeft gedocumenteerd iets tegen Turken. Het hoort bij elkaar allemaal.
Het verdwijnen van insecten is alleen nieuwsachtig omdat automobilisten merken dat ze geen massagraf meer hoeven te schrapen van hun voorruit of bumper. De lamp wordt niet genoemd. En dat insectageddon zorgwekkend is dringt niet tot het mediaal gestuurde massabewustzijn door. Horrorteken. Horrormuggen. Horrorwespen. Mediterrane draaigatjes. Het komt allemaal door “klimaat” en hoe het te bestrijden? Het schokkendste vond ik wel het gezever over de bruidsvlucht van de mieren, een jaarlijks fenomeen dat tot de redacties, waar het ’t hele jaar komkommertijd is tegenwoordig, was doorgedrongen. Wat doe je er aan? Ja als jij pech hebt duurt het wel een hele dag zeg! Dat moet je niet willen. Waar is het gif? (Die draaigatjes blijken ook al mier te zijn.)
Wij socialisten van allerlei snit (ik gebruik zomaar de eerste persoon zeg) stelden ons de Noodzakelijke Revolutie altijd voor als de overname van de productiemiddelen door de werkers zelf. Die stelden raden in die het bestuur overnamen en die op allerlei niveaus spontaan gevormd zouden worden, van onderaf. Het komt ook wel voor, op revolutionaire ogenblikken. Maar nu.
Tot voor kort hadden we op grond van een VN-rapport nog twaalf jaar om iets te doen om fatale opwarming te voorkomen. Twaalf jaar is veel als in jouw hoek van de wereld de veertig-gradenbarrière wordt doorbroken in de zoveelste hittegolf, en de Noordpool in brand staat. Zelfs het anderhalve jaar dat nu genoemd wordt lijkt te veel.
Consumptie en productie zijn onlosmakelijk verbonden. Wat zowel de extreemrechtsen als Baudet en Wilders doen, als de centristen als zo’n PvdA-burgemeester, is het mobiliseren van de dragers van de consumptiemaatschappij tegen echte maatregelen. Een ander lampie, maar eens een trui aandoen als het fris is in plaats van meteen de kachel, ook de baas van de Shell vindt dat een goed idee. Kijk naar je eigen. Voor ultrarechts is dat al een LinkSS complot.
Op dat punt is in vijftig jaar niets ten goede veranderd. Erger nog, centristische milieugroepen hebben het spel doelbewust meegespeeld.
Alles om het automobiele oliekapitalisme buiten schot te houden.
Hoop is iets anders dan optimisme, zoiets wat Etonfossiel Johnson uitblaatte bij zijn aantreden. Hoop biedt geen zekerheid. Strijden in het teken van hoop is niet meer en niet minder dan dat: het inspireerde de Wederdopers tot en met de anarchisten van Barcelona en verder. Meer dan hoop bij de strijd tegen het automobiele oliekapitaal is er niet, maar is ook niet nodig.
De hoop is ons gegeven terwille van de hopelozen.