Discriminatie van de hoogste orde

Discriminatie is bij wet verboden, maar als je het maar goed bedekt, zodat het aan de buitenkant niet lijkt dat men aan het discrimineren is, dan doen zelfs de overheid en het stadsbestuur dagelijks actief mee aan het discrimineren. Het leven van het Haga Lyceum moet koste wat kost moeilijk gemaakt worden, zo lijkt het steeds meer, als de midstream media te geloven is.

De manier waarop omgegaan wordt met de positie van het Cornelius Haga Lyceum heeft alle schijn van discriminatie in zich; kijk bijvoorbeeld eens naar de eerste regel van een artikel van het AD: “De gemeente Amsterdam probeert al jarenlang op alle mogelijke manieren om van het omstreden islamitische Cornelius Haga Lyceum af te komen … “ en het artikel gaat verder: “ … Het lukt de gemeente niet om het schoolbestuur weg te krijgen, de deuren te sluiten of de ouders ervan te weerhouden voor de islamitische middelbare school te kiezen. Terwijl achter de schermen alles uit de kast is getrokken … “ Zeg nu eerlijk, het is van de ratten besnuffeld dat een gemeentebestuur dit soort onethische maatregelen tot zich neemt om een school uit de stad te krijgen. En weer is er dus sprake van een Islamitische school, die het doelwit is van de aanvallen van het stadsbestuur. Ik durf nu toch hier echt wel de vraag te stellen: stel dat het een christelijke-joodse school was geweest, dan waren de opmerkingen niet meer van de lucht en kon het Meldpunt Discriminatie het niet meer aan; neen, het is maar een Islamitische school en die moet verdwijnen volgens het stadsbestuur.   

Maar wat voor rechten heeft het stadsbestuur, welke wet staat aan zijn kant?  Volgens emeritus-hoogleraar onderwijsrecht, Paul Zoontjes, heeft het stadsbestuur geen enkel recht achter zich staan, want er is geen wetgeving voor dergelijke problemen (volgens Zoontjes), waar ik onmiddellijk aan toe voeg, als er al problemen zijn. De problemen die hier bedoeld worden, zouden het bezoek van de “omstreden Britse prediker Haitham al-Haddad aan de school” kunnen zijn geweest en mogelijk het tonen van een “filmpje van de activistische internet imam Abou Hafs.”  

Nu zijn er natuurlijk altijd – door het gemeentebestuur – antigeluiden te produceren tegen de Islam, moslims of predikers of een school of de oprichters en leiding van een Islamitische school, want zo’n school past niet in het beperkte denkbeeld van dit soort bestuurders. Mijn vraag is dan ook vaak: heeft u al eens een lezing van Abou Hafs beluisterd? Heeft u al eens geluisterd naar – laten we eens zeggen – Positie van de vrouw in de Islam, helemaal uitgeluisterd? Ja, en wat is daaraan activistisch?  

Daarentegen, wat heeft een bestuur van een stad te zeggen over een school, wat is het recht, de positie van wethouder Marjolein Moorman, als wethouder Onderwijs, Armoede en Inburgering in het dossier Cornelius Haga Lyceum? Juist deze wethouder die Onderwijs en Armoede en Inburgering in haar portefeuille heeft, is op dit moment verantwoordelijk voor de aanvallen op het Lyceum, terwijl ze met haar andere hand 11,4 miljoen uitstrooit voor kansengelijkheid in het onderwijs. Kansengelijkheid in het onderwijs? Dat geldt dus niet voor moslims of het Cornelius Haga Lyceum, of wel wethouder? 

Als de kansengelijkheid in het onderwijs ook voor moslims zou gelden, waarom is dan het stadsbestuur al sinds de tijd van Jozias van Aartsen de school aan het pesten; volgens een artikel van het Parool: “Het handelen van de gemeente mag niet overkomen als pesten … Met een lange reeks rechtszaken is de school, gelegen op een steenworp afstand van station Sloterdijk, jarenlang getraineerd door het ministerie van Onderwijs en de gemeente … “ 

Ondanks het feit dat in interne mails en stukken de ambtenaren van de gemeente steeds maar bleven wijzen op het gelijkheidsbeginsel uit artikel 1 van de Grondwet, waarin de overheid wordt gedwongen gelijke gevallen op gelijke wijze te behandelen, probeerde men toch op verschillende manieren de school tegen te werken en te proberen haar uit de stad te krijgen. Het begon het met een subtiel ontmoedigingsbeleid, maar heel snel werden zwaardere  maatregelen ingeroepen, zoals (artikel Parool): “ … onderwijsambtenaren gingen te rade bij het Van Traateam, belast met bestrijding van de georganiseerde misdaad. Gedacht wordt over inzet van de Wet Bibob, bedoeld om zakelijke activiteiten van criminelen in de bovenwereld te dwarsbomen. Zo’n zwaar middel, waarbij de financiële handel en wandel van betrokkenen minutieus wordt onderzocht, is in de onderwijswereld nog nooit gebruikt … “ 

Dit heeft er toch alle schijn van dat het gemeentebestuur de school koste wat kost kapot wilde krijgen; gezien het vervolg, heeft het stadsbestuur later toch afgezien van deze harde maatregelen, maar dat wil nog niet zeggen dat het Cornelius Haga Lyceum met rust werd gelaten; het pesten, het jennen, het ondermijnen van schoolse activiteiten, het ging maar door. Sterker nog, de AIVD gaat zich er tegen aan bemoeien en komt met rapporten, alleen maar om het stadsbestuur in het gelijk te stellen. Het Parool vraagt zich later in het artikel ook af of de beschuldigingen richting het schoolbestuur wel terecht en onderbouwd zijn. 

Het heeft er alle schijn dat het stadsbestuur een ‘fixed idea’ in het onderwijshoofd heeft, wat er niet meer uit kan en waar alle andere werkelijkheid onderdanig aangemaakt moet worden. Deze school past – volgens het gemeentebestuur – niet in de stad, punt uit. Het gemeentebestuur heeft alleen geen idee waar het over praat, dat door deze prehistorische acties juist (een deel van) de moslimgemeenschap zich tegen haar keert en door de poging om zelf een Islamitische school op te richten, zich te bemoeien met zaken waar het bestuur geen rechten voor heeft. 

Waar is het gemeentebestuur dat openstaat voor al het onderwijs, de discussie aangaat en partijen uitnodigt om te komen praten of dat gaat praten? In Amsterdam moet nog het een en het ander aangepast worden … zodat het gelijkheidsbeginsel voor iedereen geldt, dus ook voor moslims, ook voor het bestuur van het Cornelius Haga Lyceum.