Eerste Wereldoorlog: het koloniale, racistische geweld kwam terug naar Europa

“Vandaag”, schreef Max Weber in september 1917, “staat er aan het westfront een bende Afrikaanse en Aziatische wilden, en een allegaartje van dieven en armoezaaiers van over de hele wereld.” Weber verwees daarmee naar de miljoenen Indiase, Afrikaanse, Arabische, Chinese en Vietnamese soldaten en arbeiders die aan het westfront werden ingeschakeld, net als op diverse andere, minder belangrijke slagvelden van de Eerste Wereldoorlog.

In zijn roman In Stahlgewittern beschreef de Duitse auteur Ernst Jünger hoe hij tot zijn ontzetting vaststelde dat de mannen die hij neerschoot en verwondde Indiërs waren, volslagen vreemdelingen die “duizenden kilometers ver over zee hadden gereisd, gewoon om hier hun bloed te komen vergieten” en die om hulp smeekten met stemmen die hem deden denken aan “het geluid van kikkers in het gras na een stortbui.”

Het Britse imperium dat met een tekort aan manschappen kampte, rekruteerde tot 1,4 miljoen Indiase soldaten. Frankrijk bracht bijna 500.000 mannen uit zijn kolonies in Afrika en Indochina onder de wapens. Bijna 400.000 Afro-Amerikanen werden bij de Amerikaanse strijdkrachten ingelijfd. Ho Chi Minh, die een groot deel van de oorlog in Europa doorbracht, veroordeelde deze gedwongen inlijving van onderworpen volkeren. In zijn ogen waren deze soldaten “niets meer dan vuile negers” die vervolgens tot “menselijk slachtvee” voor de oorlogsmachine in Europa werden herleid. Vele andere tegenstanders van het koloniale systeem – onder meer Mahatma Gandhi en W.E.B. Du Bois – steunden de oorlogsinspanningen van hun blanke overheersers ten volle in de hoop na afloop een waardige beloning voor hun landgenoten te kunnen losweken.

Lees verder bij de bron, Mo*.be