Brazilië heeft te maken met een diepe politieke en economische crisis sinds een staatsgreep de regering van Dilma Roussef in maart 2016 omverwierp. De nieuwe regering voert bezuinigingsmaatregelen in die de verworvenheden van arbeiders aantasten. Wetgeving op het gebied van arbeidsbescherming en sociale zekerheid wordt afgeschaft, en mensenrechten geschonden, waaronder toenemende moordpartijen op boeren en de inheemse bevolking. Deze politieke context – die overeenkomsten heeft met het Amerikaanse klimaat onder Donald Trump – wordt bepaald door een crisis van het kapitalisme die zich voordeed met de economische instorting in het mondiale Noorden, die begon in 2008.
Rafael Soriano, lid van het voorlichtingscollectief van de organisatie van landloze boeren MST (*1), discussieert over dit politieke klimaat met Débora Nunes, lid van het nationale directoraat van de MST. Deze sociale beweging van boeren, landarbeiders en landloze gezinnen eist landbezit en vecht voor echte agrarische hervormingen waarvan alle Brazilianen moeten profiteren. Verder streeft ze naar diepere sociale en politieke transformatie.
In dit interview, geeft Nunes haar mening over de gevaren en mogelijkheden van de huidige situatie. Ze wijst daarbij op mogelijke alternatieven voor het huidige falende kapitalisme. Nunes benadrukt dat het Braziliaanse volk voor grote uitdagingen staat met betrekking tot de staatsgreep en zijn gevolgen. Ook vindt ze een betere communicatie met en organisatie van de bevolking nodig.
Rafael Soriano: Welke zijn de huidige uitdagingen in Brazilië na de staatsgreep van 2016, met betrekking tot de strijd die beoogt toegang tot land te verkrijgen en de concentratie van land in een paar handen wil tegengaan?
Débora Nunes: De kwestie van toegang tot land in Brazilië voor plattelandsfamilies ontstond lang geleden en is tot op heden niet opgelost. Feitelijk zijn de tegenstellingen die de concentratie van land in een paar handen veroorzaakte versterkt. Met schadelijke gevolgen voor landloze boeren, de inheemse bevolking, afro-Brazilianen (quilombolas), oeverbewoners (ribeirinhos) en andere sociale groepen. Dit conflict krijgt steeds gewelddadiger trekken door de intensievere klassenstrijd.
Na de staatsgreep kregen de Braziliaanse agrarische bourgeoisie en de bio-industriële ondernemingen nog meer macht in de huidige onwettige regering van Michael Temer. Ze oefenen druk uit voor een nog conservatievere en gewelddadigere agenda voor het Braziliaanse Nationaal Congres. Dat gebeurt vooral via de agro-industriële fractie, door rechten af te schaffen, boerenfamilies toegang tot land te ontzeggen en geweld aan te wakkeren waardoor landloze boeren dikwijls sneuvelen.
Onlangs waren er twee brutale slachtpartijen van boeren in verschillende regio’s van Brazilië. Een daarvan vond plaats in Colniza, Matto Grosso, waar negen landarbeiders gedood werden, net vijf dagen na de 20e verjaardag van het infame bloedbad van Eldorado dos Carajás, in de deelstaat Pará in het Amazonegebied. Dat is dezelfde staat waar op 24 mei negen mannen en een vrouw (de voorzitter van de lokale vakbond) wat land bezetten en toen brutaal werden vermoord door de politie in het afgelegen plaatsje Pau D’Arco. Dit voorval schokte de samenleving vanwege het gruwelijke karakter. Voordat ze van dichtbij werden doorgeschoten, zijn ze psychisch en fysiek gemarteld.
Deze geweldsgolf laat zien hoe het kapitalistische model arbeidersrechten en zorg voor natuurlijke rijkdommen, land, grondstoffen en water wegdrukt. Dat wordt nog versterkt door de staatsgreep en het terugdraaien van hervormingen zoals landrechten voor de inheemse en zwarte bevolking. Alle wetgeving die betrekking heeft op agrarische landhervorming wordt gewijzigd, er wordt zelfs de mogelijkheid gecreëerd om grote landoppervlaktes te verkopen aan buitenlands kapitaal (een bedreiging voor de nationale soevereiniteit).
Deze politieke agenda manifesteert zich op meerdere manieren. Eind 2016 zond de regering decreet 759 naar het Nationaal Congres. Deze had betrekking op landgebruik in steden en daarbuiten. Het decreet werd bekrachtigd op 11 juli en is nu opgenomen in wetgeving. Het voornaamste gevolg van die wetgeving is verdere concentratie van landbezit en privatisering van publiek land. Landbouwgronden die via agrarische hervormingen werden verdeeld en die nu door boerenfamilies worden beheerd kunnen voortaan makkelijk worden verkocht. Die gronden komen daardoor waarschijnlijk weer in de handen van rijke families en agro-ondernemingen.
De nieuwe wetgeving vrijwaart de staat ook van haar verantwoordelijkheid tegenover landloze families die voordeel hadden van agrarische hervormingsprogramma’s. Nadat kleine boeren land krijgen van het regeringsinstituut INCRA, dat de overdracht van land regelt, is dat instituut niet langer verantwoordelijk voor betere leefomstandigheden van degenen die profiteerden van de landherverdeling. Ook maakt de wet het makkelijker om land van quilombolas en de inheemse bevolking af te pakken. Het wordt moeilijker voor lokale families om juridische erkenning te krijgen voor hun voorouderlijke gronden.
De regering stopte ook de vestiging van nieuwe gezinnen door het Ministerie van Agrarische ontwikkeling op te heffen en de INCRA, het belangrijkste regeringsinstituut voor de implementatie van agrarische hervormingen, te ontmantelen.
Rafael: Werd het grote agro-ondernemingen model versterkt door de staatsgreep?
Débora: De agro-industrie werd inderdaad veel sterker. Op dit moment heeft de agro-industriële fractie in het Nationale Congres succesvol druk uitgeoefend voor de goedkeuring van wetten die de belangen van de ondernemingen en grote landeigenaren beschermen, variërend van het terugdringen van rechten van landloze boeren en inheemse bevolking tot het toestaan van eigendomsrechten voor buitenlanders en de privatisering van natuurlijke rijkdommen.
Kortom, iedere wet die nog bestaat om onverantwoordelijke en onbeperkte acties van kapitaal in de landbouw te beperken wordt ontkracht. Er vindt ook een complete ontmanteling plaats van het nog resterende beleid waarvan kleine boeren profiteren.
Rafael: Het geweld op het platteland is toegenomen. Is er een direct verband met het politieke klimaat?
Débora: De geweldstoename op het platteland is dit jaar alarmerend. Ongetwijfeld is er een direct verband met de huidige politieke context. De staatsgreep-regering ontmantelt, met steun van de agro-industriële fractie, alle economische, sociale en culturele rechten. Dat verhindert versterking van de werkende boerenklasse. Ze verstrekt ook politieke dekking voor het groeiende geweld, doordat het oplossen van landconflicten stilzwijgend wordt verwaarloosd door de lokale overheden.
De huidige situatie is een voortzetting van wat in het verleden altijd gebeurde in Brazilië: geweldsgebruik als enige strategie voor het oplossen van conflicten. De staat doet dat met zijn politieapparaat dat naar het platteland gaat om te doden en conflicten aan te wakkeren. Het wordt ook gedaan door gewapende milities en private beveiligingsfirma’s, die straffeloos hun gang kunnen gaan met uitzetten, verminken, martelen en doden.
Er is een scherpe toename van geweld tegen degenen die zich verzetten en vechten voor landrechten op het platteland. Dit jaar alleen al zijn tientallen mensen vermoord in plattelandsgebieden, waaronder bloedbaden in Conilza (Matto Grosso) en Pau Darco (Pará).
Rafael: Hoe hebben de MST en andere sociale bewegingen gereageerd op die teruggang van rechten voor de werkende klasse, waardoor de boeren zo fel geraakt werden?
Débora: Allereerst moeten we ons realiseren dat het gaat om een gecoördineerde staatsgreep van de conservatieve delen van de Braziliaanse elite, de rechterlijke macht, het federale openbaar ministerie, het Nationale Congres, de massamedia en imperialistische machten. Dat begrip is essentieel voor onze reactie. Daardoor zijn we in staat om te begrijpen dat onze vijanden groot en goed-gecoördineerd zijn en dat daarom de werkende klasse en de progressieve krachten in onze samenleving gezamenlijk moeten optreden.
Daarom hebben we onze energie gestoken in het versterken van gebieden en campagnes die in die richting gaan, zoals Frente Brasil Popular, een breed front dat is opgebouwd uit honderden organisaties, niet alleen om een gezamenlijke analyse tot stand te brengen, maar ook om samen te strijden.
Maar we worden nog geconfronteerd met grote uitdagingen als gevolg van de staatsgreep. We hebben betere communicatie nodig en moeten de massa’s organiseren. Politieke scholing is ook nodig, zodat iedereen kan begrijpen wat op het spel staat en kan reageren op de regerende klasse die ons land plunderde en ons volk afslachtte sinds de kolonisering.
Rafael: Welke zijn de volgende stappen van de beweging om de staatsgreep het hoofd te bieden?
Débora: Het doet er niet toe wie de leiding heeft van de regering. We moeten vooral opletten wat er gebeurt als het gaat om neoliberale arbeids- en sociale zekerheidshervormingen, eliminatie van arbeidsbescherming, landbezit door buitenlanders en tegenslagen bij de sociale, economische en sociale rechten.
Rafael: Welke allianties bestaan er op mondiaal niveau in de strijd tegen het kapitalistische systeem, en wat zijn de volgende stappen in die strijd? Zijn er praktische alternatieven voor het systeem?
Débora: Net zoals we in Brazilië hard gewerkt hebben om allianties op te bouwen om deze moeilijke situatie het hoofd te bieden, hebben we contact met andere bewegingen op de wereld. We zien La Via Campesina als een grote internationale alliantie van boeren tegen het opdringen van het kapitalisme in de landbouw en de privatisering van water en bossen. Een andere belangrijk initiatief dat onze aandacht verdient is de coördinatie van de sociale bewegingen met paus Franciscus die de Wereldontmoeting van de Volksbewegingen organiseert.
Het is een initiatief van het Vaticaan onder paus Franciscus, die zich daadwerkelijk bekommert om het lot van de allerarmsten van de wereld. In de eerste bijeenkomst in het Vaticaan waren de paus, MST en andere Braziliaanse bewegingen aanwezig. Ze publiceerden de volgende verklaring: Geen gezin zonder huis, geen boer zonder land, geen werker zonder rechten.
Na deze eerste persoonlijke bijeenkomst van activisten uit allerlei landen, vond een tweede editie plaats in 2015, in Santa Cruz de La Sierra, Bolivia. Een andere was in 2016 in het Vaticaan. Daardoor konden werkers en mensen die de zwaarste lasten dragen van de kapitalistische mislukkingen hun analyses delen en een gemeenschappelijke agenda opbouwen voor hun strijd.
Een noodzakelijke stap naar de opbouw van een massieve verenigde strijd op mondiaal niveau die de verwoestingen die het kapitalistische systeem door de hele wereld aanrichtte, door misbruik van de natuur, ontkenning van rechten en vernietiging van soevereiniteit, echt kan bestrijden. We kunnen bewegingen opbouwen die een voorbeeld stellen, net zoals het volk van Cuba en de strijd in heel Zuid-Amerika en andere delen van de wereld. Ofschoon het daarbij gaat om niet met elkaar verbonden processen, worden we uitgedaagd om de verschillende verzetsvormen samen onder een noemer te brengen om daarmee een mondiale actie tegen het kapitalisme te voeren.
Voor de MST is solidariteit de kern van ons verzet. Samen met de boeren op de hele wereld bouwen we aan een internationale alliantie die we La Via Campesina noemen. We studeren samen, we worden met dezelfde bedreigingen geconfronteerd in onze gebieden, en we strijden samen.
(*1) MST is een beweging van landloze boeren in Brazilië en staat voor Movimento dos Trabalhadores Rurais SemTerra).
– Door Rafael Soriano en Débora Nunes, oorspronkelijk verschenen in In These Times, vertaling Tijn van Beurden. Nederlandse vertaling eerst verschenen bij Globalinfo.