Dyab Abou Jahjah en het recht van de Palestijnen op (gewapend) verzet

In een vorig stukje schreef ik al, naar aanleiding van een reportage van Monique van Hoogstraten van Radio 1, dat het gebruik van de term ”terrorist” voor iemand die in bezet Oost Jeruzalem met een vrachtauto vier Israelische militairen doodrijdt Israelisch taalgebruik is. “Wie het overneemt verraadt aan welke kant hij staat, “schreef ik. “Aanslagen zijn niet sjiek. Maar wie het over ”terrorisme” heeft vergeet dat het volgens het internationaal recht zelfs legitiem is als Palestijnen aanslagen plegen op de bezettingstroepen.”
Die woorden krijgen ineens een nieuwe betekenis nadat de Belgische krant De Standaard gisteren Dyab Abou Jahjah de laan heeft uitgestuurd als columnist. Dat was omdat Abou Jahjah na de aanslag op Facebook schreef dat ‘een aanval op soldaten in bezet gebied geen terrorisme is, maar verzet’ en dat vergezeld liet gaan een tekst van de Amerikaanse zwarte activist Malcolm X ‘by any means necessary’.
Achter zijn redenering gaat een zekere logica schuil. Immers Israel houdt Gaza en de Westoever bezet, zoals het Internationaal Gerechtshof in 2004 in een uitspraak over de bouw van de ”Muur” in Palestijns gebied nog eens onomwonden heeft vastgesteld. Dit jaar wordt het vijftigste jaar van die bezetting bereikt. En Israel heeft in die tijd, totaal in strijd met alle internationale richtlijnen en verdragen, massaal grond gestolen, zonder militaire noodzaak ontelbare veranderingen aangebracht, zo’n 600.000 eigen Israelische burgers naar het gebied overgebracht, de inwoners de meest elementaire burgerrechten zoals het recht op vrije vergadering, vrijheid van meningsuiting, en bewegingsvrijheid ontzegd, duizenden huizen gesloopt, duizenden het land uitgewerkt, duizenden gedood, en honderdduizenden in de gevangenis gezet. (Lees verder bij de bron van dit artikel)

Via:: Abu Pessoptimist