Politici van VVD en CDA zijn er zowaar in geslaagd mij deze week een opgewekte veganistenglimlach te bezorgen. Twee VVD-parlementariërs stelden Kamervragen. Strekking: vleesvervangers mogen niet de naam ‘vegetarische schnitzel’ of ‘vega-curryworst’ hebben, want dat zou ‘misleidend’ zijn. Of de minister eigenlijk niet vond dat zoiets verboden zou moeten worden? Ik vind het geestig en bemoedigend. Geestig, vanwege de her en der al vastgestelde, De Speld-achtige bespottelijkheid van het idee. Bemoedigend, omdat de opmars van vleesvervangers – en vooral van mensen die vlees willen vervangen – kennelijk zo verontrustend is voor het agrarisch-bio-industrieel diervernietigingscomplex dat politici mogen opdraven om die opmars te helpen stuiten. Het zal ze niet lukken.
Natuurlijk is het idee absurd. Nergens staat geschreven dat schnitzels per sé dood dier moeten bevatten. Nergens staat in steen gegraveerd dat worst per sé dient te bestaan uit gemalen kadaver. Bovendien zou, zelfs voor een VVD-politicus, de aanduiding ‘vegetarisch’ of ‘vega’ toch aan ieder misverstand een eind moeten maken.
Hooguit zou je kunnen opmerken dat veel van de vleesvervangers niet all the way gaan. Die klacht klopt: dit soort producten bevatten vaak wel degelijk dierlijk eiwit, reden waarom ik ze als veganist in de schappen laat liggen. Maar ook mij hebben dit soort vleesvervangers de stap, via vegetarisme naar veganisme, wel makkelijker gemaakt. En elke stap die mensen zetten richting kappen met het gebruik van dierlijke voedingsstoffen, is een stap de goede kant op.
(Lees verder bij de bron van dit artikel)
Via:: ravotr