Volkshuisvesting als speelbal van de markt

120px-Tuinhuisje_zomerIk vraag me al geruime tijd af hoe de neoliberale boven ons gestelden zich de toekomst van de huisvesting in dit land voorstellen. Dat wil zeggen, als hun sociaal-economische agenda rücksichtslos voortgezet wordt.

Het wordt moeilijker en moeilijker een vaste baan te vinden, zonder welke je geen hypotheek krijgt, tenzij je als zelfstandige een substantieel vermogen heb opgebouwd. Maar dat geldt niet voor het grootste deel van het groeiend leger aan ZZP-ers, die voor een steeds groter deel niet uit goedbetaalde specialisten bestaat (voor wie die constructie inderdaad wel een betere kan zijn dan een vaste baan) maar uit de natte droom van neo-liberaal Nederland: volkomen rechtenloze dagloners.

Betaalbaar huren wordt tegelijkertijd steeds meer een vrijwel onbereikbare utopie, en is dat in feite al voor velen geworden. De grote uitverkoop van sociale huurwoningen zoals die sinds de jaren negentig plaats vindt heeft inmiddels tot Oostblokachtige wachttijden geleid voor dergelijke woningen, tot wel tien jaar of meer oplopend in diverse steden.

Huren in de vrije sector wordt al gauw onbetaalbaar als men een enigszins normale woning zoekt (en niet als een expat dan maar tijdelijk op een enigszins ruim bemeten kamer met sanitaire voorzieningen wenst te verblijven) en slechts een modaal inkomen of minder heeft. En al zou je zelf bereid zijn een zeer groot deel van je inkomen aan een private verhuurder te betalen, zelfs die stellen hun grenzen aan welk deel van je salaris aan huur besteed mag worden, om al te grote problemen met huurbetalingen te voorkomen. Vaak ligt die bij een kwart of een derde van je netto maandinkomen, waarmee bij een modaal inkomen 800 euro aan huur dus wel de bovengrens is. Nou, daar krijg je in een grote stad een enigszins luxe uitgevallen kamer met keukentje of ingebouwde douche mee, wellicht. In provinciesteden en ook in mijn eigen stad kom je daar dan nog wel net mee gedraaid.

Toch stelt deze situatie enorme beperkingen aan de mobiliteit van werknemers. Vóórdat ik mijn huidige baan in mijn eigen stad vond, zag ik vooral diverse mogelijkheden opduiken in steden als Den Haag of Amsterdam. Die genoemde steden zijn echter niet echt te beforenzen vanuit hier.En alhoewel ik al meer dan 30 jaar in Eindhoven woon is dat niet omdat ik nu zo speciaal gehecht ben aan deze stad. Ik hou het er wel uit hoor, maar ik zou ook best eens ergens anders willen wonen. Echter, verhuizen naar die regio’s is geen optie als je geen stevig bovenmodaal salaris gaat verdienen in je nieuwe baan. Want alles wat ik me dan zou kunnen veroorloven is wat ik nu zo ongeveer heb, een éénpersoonsstudio, maar dan voor twee keer zoveel huur in een mogelijk veel slechtere buurt. In deze éénpersoonsstudio woon ik overigens ook al twintig jaar, deels omdat er gewoon geen reële mogelijkheden waren iets beters te vinden.

Iedereen onder modaal komt op deze manier muurvast in zijn woning te zitten, niemand kan nog een kant op. Starters kunnen niet meer uit hun ouderlijk huis weg of van hun studentenkamer af, en scheefwoonheffingen gaan daar echt niks aan verhelpen, want de sprong van sociale naar private huur is veel te groot, dus ook de huidige bewoners van sociale huurwoningen blijven zitten waar ze zitten.

Dit krijg je als je primaire levensbehoeften – en huisvesting is daar één van – aan de markt over laat. Omdat het een primaire, onontkoombare levensbehoefte is leent het zich prima voor allerlei vormen van uitbuiting en exorbitant winstbejag. In dit artikel uit Trouw door Jan de Vletter staat nog eens uitgelegd hoe betaalbare huurwoningen vanaf 1900 dan ook nooit hebben kunnen bestaan zonder subsidie en overheidsregulering.

Steeds verdergaande flexibilisering van werk en inkomen, gecombineerd met afbraak van sociale woningbouw kunnen niets anders dan een doodlopende weg beteken voor de volkshuisvesting in Nederland.