De Filipijnse president Rodrigo Duterte heeft diverse politici, rechters en hoge ambtenaren beschuldigd van banden met de georganiseerde misdaad, met name de handel in drugs. Duterte verwaardigde zich niet daarvoor bewijzen te leveren, dat stadium is hij allang gepasseerd. Tijdens een toespraak op tv zei Dutarte dat de beschuldigden natuurlijk recht hadden op “hun dag in de rechtbank” maar dat hijzelf geen rekening wenste te houden met dat soort overwegingen: “my mouth has no due process”.
In totaal noemde Duterte 158 namen, vooral afkomstig uit de hogere rangen van de politie en het leger, al noemde hij ook 3 leden van het congres en 7 rechters.
Duterte zwoer door te zullen gaan met zijn “shoot to kill” strategie. Sinds zijn aantreden zijn al 800 mensen vermoord. Geen probleem, vindt Duterte: “mensenrechten interesseren me niets”.
Bij zijn fascistische optreden grote schoonmaak kon Duterte tot voor kort rekenen op de steun van de maoïstische CPP, maar inmiddels zijn de verhoudingen flink verzuurd. De CPP steunde Duterte – die sociaal-economisch links staat – toen hij burgemeester van Davao was en veel communisten hebben bij de presidentsverkiezingen op Duterte gestemd. Eerder verklaarde Duterte dat hij de CPP zou vragen deel te nemen aan zijn regering, maar zover is het niet gekomen.
