De vluchtelingenstroom is de grootste kopzorg van Nederlanders volgens een onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau. Hoofdonderzoeker Paul Dekker zegt: “Nederlanders willen terug naar Nederland zoals ze denken dat het vroeger was. Buiten Nederland mogen dan enorme problemen zijn, maar wij zitten achter de dijken en hier is het oké.”
Als Hansje Brinker op een stormachtige middag een klein gaatje in de dijk ontdekt, aarzelt hij geen moment. Met zijn vinger houdt hij het gat dicht. Een avond en een nacht lang verdedigt hij zo, letterlijk met blote handen, stad en land tegen de dreigende zee. Het is een zeer tot de verbeelding sprekend verhaal, alleen is Hansje Brinker fictie ontsproten aan de geest van de Amerikaanse schrijfster Mary Mapes Dodge.
Aansprekende absurditeiten tot politiek maken is een kenmerk bij uitstek van onze Geert Wilders. Hij wil een vinger in de dijk houden tegen stromen oorlogsvluchtelingen. Naast dat het gruwelijk inhumaan is, is de onzinnigheid van zo’n voornemen evident.
In plaats van somberen is het verstandiger te denken: ‘Wir schaffen das’. Zo plachten Nederlanders vroeger te denken. Daarop doelde voormalig premier Jan Peter Balkenende toen hij met een ongelukkige vergelijking de mentaliteit van de VOC prees.