Een kameraad kwam met een artikel uit de Financial Times aan waarin het verband tussen het Koerdische verzet in Syrië en de anarchistische theoreticus Murray Bookchin wordt behandeld. Bookchin nam in zijn laatste jaren overigens afstand van “het anarchisme”, waarschijnlijk eerder ingegeven door afkeer van “geestverwanten” die vaak niet de prettige mensen zijn als je ze zou willen. Om u tot lezen te noden de eerste alinea’s vertaald:
Syrië is misschien wel de laatste plaats waar je een bloeiend experiment in directe democratie zou verwachten. Maar er gebeurt iets radicaals, weinig opgemerkt, in oostelijke streken van dat gebroken land, in het geïsoleerde gebied dat de Koerden Rojava noemen.
Even opmerkelijk wellicht is dat de filosofie die geïnspireerd heeft tot zelfbestuur afkomstig is van een weinig bekende Amerikaanse politiek denker en “eco-activist” wiens ideeën in Syrië zijn terechtgekomen door een Koerdische leider die gevangen zit op een eiland in de Zee van Marmara. Een verhaal dat op bizarre wijze een door oorlog verscheurd Midden-Oosten verbindt met New York’s Lower East Side.
Ik heb Rojava verleden maand bezocht toen ik een documentaire filmde over het tekortkomen van het westerse model van de democratie. Het gebied beslaat een belangrijke “hoek” van Noordoost-Syrië en heeft ongeveer drie miljoen inwoners, maar het is niet makkelijk te bereiken. De enige toegang is met een bootje of een krakkemikkige pontonbrug over de Tigris vanuit Irak.
Kan men tot vrijheid gedwongen worden? De Leider zegt dat anarchisme (libertair municipalisme heeft Bookchin aanbevolen) “moet”. Interessante kwestie (ik ben geneigd te zeggen: het is in ieder geval dialectisch verantwoord…).
Van Murray Bookchin is online te lezen: Post-scarcity anarchism.
Een interview met de verslaglegger Carne Ross: