(Om de grafieken goed te lezen dient men er op te klikken)
9. “Er zijn nu zoveel vluchtelingen dat er een tekort aan huurwoningen is, waardoor Nederlanders veel te lang moeten wachten of zelfs nooit aan de beurt komen.”
Gemeenten in Nederland zijn verplicht om huisvesting te bieden aan vluchtelingen met een verblijfsstatus, de zogenaamde ‘vergunninghouders’. Tussen de gemeenten en het COA zijn afspraken gemaakt over het aantal vluchtelingen dat in een gemeente geplaatst kan worden. De gemeente Ede, met ruim 110.600 inwoners, heeft voor de tweede helft van 2015 een taakstelling voor het huisvesten van 97 vergunninghouders (0,09% op de inwoners van de gemeente)43.
Het is voor vluchtelingen vaak niet mogelijk om aan de voorwaarden voor inschrijving als woningzoekenden te voldoen: het is van tevoren niet bekend waar iemand geplaatst gaat worden, er is nooit sprake van een economische binding aan een bepaalde gemeente en er kan geen inschrijftijd worden opgebouwd. Vergunninghouders krijgen van de gemeente daarom een urgentieverklaring, die ze een voorrangsrecht geeft op vrijkomende sociale huurwoningen.
Dat het in Nederland bijzonder moeilijk is om aan betaalbare woningen te komen en dat er een tekort aan sociale woningbouw is, is algemeen bekend. Het is echter wel de vraag of dit tekort veroorzaakt wordt door de huisvesting van vluchtelingen met een verblijfsvergunning.
In Nederland zijn iets minder dan 400 woningcorporaties44, met als kerntaak bouw en beheer van sociale huurwoningen. Deze woningen worden echter op grote schaal verkocht door de woningcorporaties, waarna ze niet meer als huurwoning beschikbaar zijn. In de periode van 2008 tot en met 2014 werden er in totaal 84.390 huurwoningen verkocht45.
In diezelfde periode werden in totaal 65.725 verblijfsvergunningen verleend46. Volgens berekeningen van het COA is er per vergunninghouder ongeveer 0,51 woning nodig47 (een vader, moeder en kind hebben bijvoorbeeld één woning nodig, niet drie). Voor het huisvesten van deze hele groep waren 33.520 woningen dus voldoende geweest48 – waarna er nog 50.870 woningen voor anderen beschikbaar waren geweest.
Overigens is er nog een andere factor van invloed op de beschikbaarheid van betaalbare woningen en dat is de verhouding van huurwoningen van verschillende prijsklassen. Als de woningen verdeeld worden in vier klassen (goedkoop, betaalbaar, tot huurtoeslag en boven huurtoeslag), dan zien we een afname van het aantal goedkope woningen, ten gunste van het aantal duurdere huurwoningen49. Deze dynamiek wordt deels veroorzaakt door huurverhogingen, maar ook door sloop- en investeringsbeleid van de corporaties; een direct gevolg van het beleid van woningcorporaties zelf dus.
Het valt te betwijfelen of dit beleid – zowel wat betreft verkoop van huurwoningen als wat betreft de verschuivingen in prijsklasse – ingegeven worden door een financiële noodzaak bij de woningcorporaties. In het rapport ‘Sectorbeeld 2013’ wordt er door het Centraal Fonds Volkshuisvesting gesproken over ‘historisch hoge jaarresultaten’50. En in het vorig jaar gepubliceerde ‘Overzicht beloningen bestuurders woningcorporaties 2013’ worden bruto jaarsalarissen tot €288.000 genoemd51.
43
44
45
46
47
48 Eigenlijk zelfs minder, omdat een gedeelte van de verblijfsvergunningen ook weer na verloop van tijd wordt ingetrokken, bijvoorbeeld als de omstandigheden in het land van herkomst verbeterd zijn of als er een ander beleid t.a.v. dat land wordt gevoerd.
49, 50
51
Deel van een serie door Dhjana.
Eerdere afleveringen: Ten geleide, deel 1, deel 2, deel 3, deel 4, deel 5, deel 6, deel 7, deel 8.