Het stuk achter de komma zal men niet natuurlijk niet roepen bij D66. Voor een partij die zijn stichtingsjaar in zijn naam heeft is het een genootschap dat opvallend NIET achterom kijkt uit wat men misschien kan leren van vroegere gebeurtenissen.
Als het aan D66 ligt gaan Amsterdamse studenten samenwonen met (ex-)gedetineerden, vluchtelingen en ouderen. Het is een oplossing voor het tekort aan studentenhuisvesting, de vereenzaming van ouderen, de integratie van vluchtelingen en de re-integratie van gedetineerden.
Ik moet denken aan een openbare discussie-voorlichtingsavond, nota bene gehouden in de lokalen van de Societas Studiosorum Reformatorum Amstelodamensis, dat kon zo in 1974 – over de bouw van de Bijlmerbajes en de beoogde isoleercellen in dat gebouw. Dwarse strafrechtgeleerde Jak van der Meulen waarschuwde hier met klem tegen maar het heeft niet mogen baten. Wat wel grappig was: als er te weinig boeven waren om de toekomstige bajes te vullen waren de cellen plotseling kamers die best met studenten gevuld konden worden. Het rijksvoorgeschreven minimum van drie bij vier gold in die dagen blijkbaar ook voor gevangeniscellen. Het is mij vreemd te moede dat dit gebouw inmiddels opgegeven is, niet voor studentenhuisvesting of opvang van vluchtelingen wordt ingericht maar gesloopt. Het is trouwens een aantal jaren wel gebruikt voor vluchtelingen, die tegen wil en dank werden opgesloten (grenshospitium, noemden ze die toren).
Begin jaren tachtig liepen er door de voorziening van studentenhuisvesting twee motieven dooreen. De eerste was die van de nieuwe mode van privatiseren, de overheid heeft wel wat beters te doen dan voor huizen te zorgen (vraag mij niet wat, dan) en, heel PvdA-achtig toen nog, studenten en “werkende jongeren” moesten met elkaar integreren. Het grote studentenkamergebouw “De Zilverberg” (eigenlijk was Zilverberg het adres, maar de naam werd gesubstantiveerd omdat het de opvolger was van een roemruchte boot met studentenkamers, de Caledonia) werd als proeftuin genomen. Studentenhuisvesting werd op den duur de wooncorporatie DeKey, waar ik het wel eens eerder over gehad heb hier, nu even verder niet. Omdat “werkende jongeren” in de vroege jaren tachtig wel zelf huur konden betalen en voor geen geld tussen studenten wilden wonen werden er dus vluchtelingen en jongeren uit de reclassering het gebouw ingesluisd – potentieel ook werkende jongeren tenslotte. En omdat de vluchtelingen gedwongen waren tot het doen van geheel NIETS in afwachting van hun verdere bestemming, en omdat de meeste opgesloten jongeren aan de drugs waren, werd dit een gezellig mengsel. Op mijn vroegere kamer heeft een gemummificeerde Iraanse vluchteling maandenlang onopgemerkt kunnen liggen. De heroïne kon ook als formaline fungeren. Dat zou in “mijn tijd” niet gekund hebben, maar de vooruitgang is nu eenmaal niet te stuiten.
Kom, denkt men bij D66 zo’n dertig jaar later. De gevangenissen zitten al lang niet meer vol met junks en dealertjes, vluchtelingen bezorgen kranten of worden manager, hulpeloze bejaarden vinden het leuk de afwas te doen voor achteloze studenten en ex-gedetineerden, iedereen blij.
En van de meerderheid van de Amsterdamse gemeenteraad verwacht ik geen wijsheid of historisch besef.