Sanela Hasanbegovic heeft in haar leven heel wat meegemaakt. Ze kreeg niet alleen te maken met de keiharde praktijk van migratiebeheersing, maar ook met patriarchaal geweld, bittere armoede, dwangarbeid, en de hulpverlening die niet helpt. Ze vertelde Doorbraak haar verhaal.
Ik ben eenenveertig jaar en moeder van drie kinderen, een dochter van tweeëntwintig jaar, Anela, een zoon van vijftien jaar, Alen, en een zoontje van vier jaar, Omari. In 1991 ben ik samen met mijn toenmalige man en ons dochtertje uit Bosnië naar Duitsland gevlucht. Mijn dochter was toen net geboren, ze was twee maanden oud.
We waren gevlucht omdat er oorlog in zicht was. Die was inmiddels al begonnen, nog niet in Bosnië, maar wel in Slovenië. We waren net getrouwd. Mijn moeder en mijn stiefvader hadden een goed leven. Ze waren ondernemers. Ik had niets te klagen. Maar ja, de liefde, net getrouwd, kindje gekregen en dan hoor je dat je man moet vechten tegen zijn eigen volk. Voor hem was dat geen optie. Daarom zijn we gevlucht.
Ik had een heel heftige relatie. Ik werd mishandeld door mijn man, geestelijk en lichamelijk. Ik was helemaal alleen, zonder familie en vrienden. Wat een asielaanvraag inhield, wist ik niet goed. Ik had helemaal geen interesse om in Duitsland te blijven, want, zoals ik al zei, ik had een goed leven in Bosnië voordat de oorlog uitbrak. Ik miste mijn moeder en mijn zus, die toen nog maar twee jaar was, verschrikkelijk. Maar terwijl we aan het wachten waren tot de oorlog zou stoppen en we terug konden gaan, breidde die zich juist uit. Terugkeren was niet eens meer mogelijk.
… ………. (Lees verder bij de bron van dit artikel)
Via: Doorbraak (longread)