Reizen zonder Geert – brieven uit het land van de druiven der gramschap, deel 2
In mijn tijdlijn op Twitter lees ik enige boosheid over een gezang dat in de nieuwe editie van het Liedboek der Kerken is opgenomen: “De negers steken hun loftrompet” staat er in het lied. Gezang 265, vers 19, dat zoekt u maar even op.
Ik zit hier aan de rand van een privé zwembad te acclimatiseren en ik denk met verdriet aan Nederland, waar de temperatuur nauwelijks in de dubbele cijfers Celsius komt, waar Rutte kakelt en geen nieuws meer klinkt over de hongerstakende gevangengehouden vreemdelingen. Alleen het uitroepen van de Dierenvrijstaat in Daarle is een mooi bericht dat ik doorkrijg.
Als top- of dieptepunt lees ik hier in de zon Theodor Adorno (midden op de foto), de maatschappijcriticus die niet tegen jazz kon. Louis Armstrong was een neger met een trompet, inderdaad, hij schrijft het met ergernis. Hij geloofde niet in het georganiseerde van de improvisatie, wat inderdaad een tegenstrijdigheid is. Om strak gecomponeerde onbeluisterbare muziek te produceren, zoals zijn streven was, dat is dan toch weer een andere zaak. Na de verschrikking van Auschwitz mochten de saints echt niet meer come marching in, daar komt het op neer. Eigenlijk gold het al voor de verschrikking van na de Eerste Wereldoorlog. Ik begrijp de redenering wel, ik kan alleen niet instemmen.
De Frankfurter Schule, mij dierbaar vanaf mijn vroegste studietijd, vond in de VS een veilig heenkomen in Union Theology, deel van Columbia University in New York. Als een saluut heb ik hem zitten lezen onder de bloeiende magnolia op de binnenplaats daar. Eigenlijk net zo decadent als dat zwembad. De Frankfurters moeten voortdurend de Januskop van de VS aangevoeld hebben, Herbert Marcuse heeft zelfs voor de geheime dienst gewerkt, alles in de strijd tegen het nazisme, wie ben ik om verwijten te maken. Ze hadden Union Theology gewaarschuwd toen ze welkom bleken: “We zijn Joden en marxist.” “Waar blijven jullie?” was kort samengevat het antwoord. Soms – als je zoiets leest – is het moeilijk niet van de VS te houden, vaker is het natuurlijk voorbij het punt waarop men van een “moeilijke relatie” kan spreken. Die dubbelzinnigheid is algemeen-Europees. Protesteren tegen het VS-imperialisme in combinatie met een rockconcert, wie zal er de tegenstrijdigheid van inzien? Het alternatief is ook niet per se aantrekkelijk. Zelfs als de muziek onbeluisterbaar is.
Op het ogenblik dat dit geplaatst wordt heb ik de poort van de hel van het Gevangenisindustrieel Complex bereikt, het eigenlijke doel van de expeditie. De grootste groei-industrie van de VS naast vernietigingswapens uiteraard. Wat daarover te melden is binnenkort, mag ik hopen (en vrezen).