Gisteren vond in Parijs een mars plaats naar aanleiding van de aanslag op de redactie van het tijdschrift Charlie Hebdo. Een mars voor de vrijheid van meningsuiting waaraan werd deelgenomen door honderdduizenden mensen uit allerlei landen, voor het overgrote deel gewone burgers. Maar een mars van zo’n omvang die zoveel publiciteit genereert, heeft onvermijdelijk een aanzuigende werking op lieden die graag parasiteren op publiciteit en ervoor proberen te zorgen dat dat enorme evenement voor zo’n mooi doel ook op hen afstraalt. Deze types kon je gisteren vooral op de eerste rijen aantreffen.
Een zeer opvallende figuur in de frontlinie van de mars was Benjamin Netanyahu, die blijkbaar tussen het Palestijnen bombarderen en het slopen van Palestijnse huizen en boomgaarden door nog even tijd had gevonden om zichzelf in Parijs in de schijnwerpers te komen zetten en van de gelegenheid gebruik maakte door te stellen dat Israël achter Europa staat, maar dat Europa als wederdienst achter Israël dient te staan.
Er was de Russische Minister van Buitenlandse Zaken Sergej Lavrov, van wie het volstrekt onduidelijk was wat die er kwam doen, want voor ‘persvrijheid’ hebben ze in Rusland waarschijnlijk niet eens een woord, zo onbekend is het fenomeen daar.
Er was premier Davutoglu uit Turkije, waar men de laatste jaren voortvarend demonstraties tegen Erdogan uit elkaar mept en demonstranten en kritische journalisten in de bak gooit.
Uiteraard was premier Viktor Orbán van Hongarije ook van de partij. In Hongarije riskeren journalisten een boete als ze iets publiceren dat niet strookt met de opvattingen van de regering, dus voor de persvrijheid in Hongarije moet nog wel even gemarcheerd worden. Orbán maakte direct van de gelegenheid gebruik om aan te dringen op het sluiten van de Europese grenzen voor migranten. En zo heeft iedere parasiet zijn eigen reden om een stukje te wandelen voor de vrijheid van meningsuiting en tegen terrorisme.
Natuurlijk liep ook premier Rutte van Nederland mee, iemand die er geen been in zag om samen te werken met onze eigen om oorlog roepende islamhaters van de PVV, waarvan de tokkie-aanhang nu oproept om moskeeën in brand te steken, een samenwerking die hem prima is bevallen. ‘Een volstrekt normale partij’, aldus een enthousiaste Rutte destijds over de PVV. Enfin, tussen het wegbezuinigen van de zorg, het bestelen van de allerarmsten en het op straat schoppen van uitgeprocedeerde asielzoekers door vond ook hij nog even tijd om Charlie te zijn.
Dan was er nog een heel stelletje Westerse leiders dat mooie olie- en wapendeals sluit met landen als Saoedi-Arabië, waar men de gewoonte heeft om kritische bloggers op gevangenisstraf en duizend zweepslagen te trakteren.
Uiteraard trachten daarnaast allerlei extreemrechtse figuren munt te slaan uit de aanslag door te roepen om oorlog ’tegen de islam’. En natuurlijk grijpen Westerse leiders de gelegenheid razendsnel aan om te komen met maatregelen die de vrijheid van de burger verder zullen inperken, zogenaamd voor hun eigen veiligheid.
Als we voor de veiligheid van de burger nu eens zouden stoppen met het steunen van volstrekt foute regimes en het destabiliseren van het Midden-Oosten om eigen gewin, als we nu eens zouden beginnen met het bieden van kansen aan vluchtelingen en mensen met een islamitische achtergrond, als we figuren als Wilders nu eens de mond zouden snoeren door ze politiek te isoleren, ja, dat soort maatregelen zou ik toejuichen. Maar daar is ongetwijfeld geen politicus voor te vinden.
Pingback: Tot zover ‘wij zijn Charlie’ | Krapuul