Vuurwerk: weg ermee, maar zonder verbod graag

Vooraf: een strijdlustig en solidair, vrolijk en gelukkig 2020 gewenst aan bijna allemaal

Zo, de vuurwerkdiscussie dan maar? Het is inmiddels een traditie op zichzelf, in deze dagen dat het oude jaar vertrokken is maar het nieuwe jaar nog een beetje op gang moet komen. Ik doe er gezellig aan mee, ook al is het onderwerp zelf buitengewoon ongezellig. Ik zal met de deur in huis vallen. Vuurwerk dient te worden uitgebannen en afgeschaft, zeer bijzondere omstandigheden daargelaten. Maar ik ben tegen een wettelijk vuurwerkverbod. Daarvan verwacht ik weinig goeds en veel slechts. Deze maatschappij is al veel te repressief, de staat mag al veel te veel.

Afschaffing dus, maar geen verbod. Hoezo? Er zijn hier twee principes in het spel, en die staan met elkaar op gespannen voet. Het eerste principe is: het is verkeerd om dieren, waaronder menselijke dieren, leed toe te brengen, pijn te doen, in de stress te jagen, als daarvoor geen noodzaak bestaat en als je van het betreffende dier geen toestemming hebt. De tandarts mag mij pijn doen als 1. ik toestemming voor die behandeling heb gegeven en 2. als die behandeling dient om mij van ernstiger pijn en gezondheidsrisico te verlossen. Anders niet. Over noodzaak kun je twisten. Zoeken naar plezier is legitiem, en ook een soort noodzaak, want zonder lol is er geen lol meer aan. Maar puur voor die lol een ander – of de kat van de buren, of de vogels in het park – pijn doen, vinden veel mensen gewoon niet okay. Ik dus ook niet. Geen overbodig leed toebrengen, niemand iets aan doen zonder toestemming van degene wie je iets aandoet. Dat is principe numero 1.

Voor principe numero twee citeer ik graag dat aloude strijdlied van de arbeidersbeweging, de Internationale. In de ouderwetse vertaling van Henriëtte Roland Holst, ik ben erg old skool ja, als archaïsch anarchist. De eerste twee regels van het tweede couplet: ‘De staat verdrukt, de wet is logen’. Logen betekent hier leugen. Staat en wetten zijn vijandige machten. Ik citeer ook graag een mooie leus uit de studenten- en arbeidersopstand van 1968 in Frankrijk: ‘Verboden te verbieden’. Je snapt waar ik naar toe wil. Ik ben tegen strafrechtelijke verboden, ik ontken dat staten het recht hebben om wetten in te voeren en af te dwingen om bepaald gedrag tegen te gaan. Niet omdat ik vind dat alles moet kunnen. Wel omdat ik de staat en haar wettelijke en repressieve apparaat principieel wantrouw en afwijs. Verboden dienen de machthebber, niet de onderdaan, ook niet als die onderdaan als burger is uitgedost en zelf om een verbod vraagt. Dat is dus principe numero 2: wettelijke verboden zijn onwenselijk.

Laten we principe numero 1 eens op vuurwerk toepassen. Volgens mij is het onmogelijk om vuurwerk af te steken zonder dieren, waaronder menselijke dieren, omvangrijk en ernstig leed toe te brengen. Er is allereerst de grote vervuiling die het oplevert. Er is het buitengewoon ongezonde fijnstof. Er zijn de giftige stoffen die in lucht en vervolgens ook in grondwater komen door vuurwerk af te steken. De website Milieu Centraal schrijft hier over: ‘Het inademen van fijnstof is schadelijk voor je gezondheid. Vooral mensen met longproblemen of een zwakke gezondheid kunnen hier flink last van hebben. Dat gebeurt vooral tijdens jaarwisselingen waarbij het windstil is en niet regent; fijnstof blijft dan lang hangen.’(1)

Je zal dus maar longproblemen hebben. ‘Minstens 700.000 mensen beleven een benauwd Oud en Nieuw’, aldus de directeur van het Longfonds, Michael Rutgers.(2) Ja, je kunt binnen blijven rond die tijd. Maar sinds wanneer hebben vuurwerkafstekers het recht om 700.000 mensen in hun eigen woning op te sluiten? Ja, je kunt – soms – ontsnappen uit je woning en een vuurwerkvrije plek opzoeken. Maar niet iedereen is in die gelegenheid. En sinds wanneer hebben vuurwerkafstekers het recht om mensen met de jaarwisseling uit hun eigen woningen te verdrijven? Betalen zij de treinkaartjes en de kosten van het vuurwerkvrije verblijf elders?

Moet ik meer zeggen, over de diverse gifstoffen bijvoorbeeld? De zware metalen? Koper bijvoorbeeld. ‘Koper is in hoge concentraties giftig voor dieren die in het water leven, en voor planten.’ Dat wil je dus niet in het milieu. ‘Voor koper worden de milieunormen in het water overschreden. Vuurwerk draagt daaraan bij: ongeveer achttien procent van al het koper in het oppervlaktewater komt van vuurwerk’, aldus Milieu Centraal.(3)

Tot nu toe heb ik het vooral over het menselijke dier gehad. Maar mensen snappen in principe wat er aan de hand is. Dieren weten niet wat ze overkomt en hebben het nog veel en veel moeilijker. Op Facebook, en vast ook elders, struikel je over de bijzonder trieste verhalen van panische katten en honden die niet weten waar ze het zoeken moeten.

Dan zijn er nog de vogels, wier rust door vuurwerk zeer ernstig wordt verstoord. De Vogelbescherming: ‘Miljoenen vogels vliegen naar schatting op tijdens het Oudejaarsvuurwerk en blijven lange tijd in de lucht. Pas na een uur, als het ergste kabaal voorbij is, strijken ze weer neer. Nu lijkt een uurtje vliegen niet zo erg voor een vogel, maar dat is het wel in koude, stressvolle omstandigheden.’ En verder: ‘Direct dood neervallen doen vogels meestal niet van vuurwerk. Maar door rook, knallen en lichtflitsen overal om hen heen, vliegen ze zich soms wel in blinde paniek dood tegen ramen, hoogspanningskabels en andere hoge obstakels. De onmogelijkheid een stille, veilige plek te zoeken tijdens Oudjaar en de dagen daar omheen zorgt daarnaast wel voor verstoring op verstoring en dat vergt zijn tol op de lange termijn.’(4) Met welk recht denken feestende mensen dit al deze vogels aan te mogen doen?

Terug naar de menselijke dieren. Die hebben niet alleen met vervuiling te maken, maar net als onze niet-menselijke medebewoners ook met mentale gevolgen die dan weer een fysieke weerslag hebben. Niet iedereen heeft daar in gelijke mate last van. Sommige mensen vinden die knallen alleen maar leuk, en genieten van de adrenaline. Ik gun ze die lol, maar graag zonder de bijwerkingen. Voor anderen is het een lichte ergernis, ruimschoots gecompenseerd door de oliebollen en de champagne of weet ik wat, of door Claudia de Breij, die dit jaar erg sterk was trouwens. Maar er zijn nogal wat mensen voor wie het niet zomaar ergernis is, die knallen. Ik ben bepaald niet de enige die er last van heeft. Ik schrik steeds. En van die harde knallen krijg ik een akelig mengsel van paniek, angst en woede. Bij de eerste knal ebt dat wel vrij snel weer weg. Komen er meer, knal na knal na knal, dan gaat de stress onder mijn huid zitten. Dan voel ik spanning in mijn hoofd en in mijn borst. En die blijft, ook als de stilte weer terug is. Die komt deels zelfs terug als ik er aan terugdenk. Zoals nu bijvoorbeeld.

Mij doen die harde knallen – dat zijn geen rotjes, maar echt explosieven die dat teweeg brengen – trouwens denken aan de percussiegranaten die de Franse oproerpolitie op ons als demonstranten afschoot in Straatsburg waar we tegen een NAVO-top demonstreerden in 2009. Van het traangas daar was ik niet zeer onder de indruk. Dat is irritant, maar het went, en als je jezelf voorhoudt dat de paniekreactie die het een beetje oproept, precies is wat de politie wil, dan herwin je iets van kalmte. Het is overigens natuurlijk wel troep in het milieu. Van die percussiegranaten werd ik op den duur echt overstuur. Daar kon ik de paniek uiteindelijk niet meer uit me krijgen. Ik heb er geen trauma aan overgehouden verder. Maar als ik al zo op zulke knallen reageer, hoe denk je dan dat een wel getraumatiseerde vluchteling uit oorlogsgebieden reageert op dit geknal?

Ik vind overigens dat mensen als ik niet te snel moeten roepen met ‘het lijkt wel oorlog!’ als ze het over vuurwerk in de stad hebben. Daarmee praten we veel te lichtvaardig over oorlog en het leed dat die toebrengt. Syrië in oorlog is echt van een andere orde dan Tilburg met oudjaar. De enigen die deze vergelijking wel mogen maken, zijn de mensen voor wie het vuurwerk wel die angstige herinneringen naar boven brengt en de trauma’s activeert. Maar ook voor veel mensen zonder oorlogstrauma, mensen met gevoelige oren, mensen met een extra gevoeligheid voor onverwachts hard geluid, schrikachtige mensen zoals ik, is de jaarwisseling bij tijd en wijle gewoon een helse ervaring. En waar komt het recht van de ene feestvierder vandaan om de andere feestvierder van feestelijkheid en een ontspannen plezierige avond te beroven?

Al deze zaken – het fijnstof, de zware metalen, de vogelpaniek, de honden- en kattenmisère, de mensenstress – zijn onontkoombaar gevolg van vuurwerk. Ook als mensen wel proberen het een beetje netjes te doen, ook als mensen op verzoek het vuurwerk ergens anders gaan afsteken als je dat netjes vraagt, ook als vuurwerkers niet onvoorzichtig zijn en niet agressief worden als je ze aanspreekt op de last die ze bij jou veroorzaken, ook dan brengen ze troep in lucht, bodem en grondwater, en ook dan brengen ze stress en angst in het gestel van menselijke en niet-menselijke dieren. Dat is inherent aan vuurwerkgebruik. Daarom komen we er ook niet met SIRE-campagnes en vuurwerkvrije zones. Het vuurwerkgebruik zelf is het probleem. Niet alleen het openlijk asociale, onvoorzichtige en onverantwoordelijke gebruik. Nauwkeuriger: vuurwerkgebruik zelf is onontkoombaar asociaal, onvoorzichtig en onverantwoordelijk, hoezeer mensen ook hun best doen om dat binnen de perken te houden.

Mijn pleidooi voor afschaffing van vuurwerk is nadrukkelijk niet gebaseerd op de ongelukken en de baldadigheid die met veel vuurwerkgebruik gepaard gaan. Bot gezegd: wie als volwassene vuurwerk afsteekt, neemt een risico, en moet dat zelf maar weten. Wie erbij gaat staan omdat het allemaal zo leuk is, neemt een soortgelijk risico. Wie gaat skiën, neemt ook een risico op een ongeluk, maar dat is nog geen reden voor een skiverbod. Sportblessures zijn geen argument om sport maar af te schaffen.

Dat sommige vuurwerkafstekers zeer asociaal en agressief reageren als je ze aanspreekt, is waar. Maar het feit dat het geweld dat daar soms uit voortkomt, nog steeds voorpaginanieuws is, wijst er op dat het heel vaak anders gaat. Ook de meeste vuurwerkafstekers zijn gewoon aanspreekbaar, en reageren redelijk sociaal als je ze vraagt om niet op jouw stoep die zooi af te steken. Daarom zijn we – terecht – geschokt als sommige vuurwerkafstekers niet redelijk aanspreekbaar reageren en beginnen te meppen. Die agressie is kwalijk, maar over vuurwerkgebruik in het algemeen zegt het weinig tot niets. En een beetje baldadigheid op zijn tijd is helemaal niet verkeerd, als de doelwitten ervan redelijk zijn geselecteerd. Voor het gejammer van als hulpverlener vermomde politieagenten heb ik geen tijd.

Ook de ongelukken en erger die ontstaan door mensen die veiligheidsvoorschriften negeren, vuurwerk binnenshuis gaan afsteken en dat soort van onzin… ook dat is allemaal het grote punt niet. Dat is wangedrag, maar als ik zie hoeveel vuurwerk er wordt afgestoken en hoe relatief weinig van dit soort – juist daardoor – schokkende gebeurtenissen er kennelijk zijn, dan denk ik dat daar niet de kern van het probleem ligt. De overgrote meerderheid van vuurwerkfeestvierders steekt geen vuurpijlen af in een flat.

Ook het geld dat aan vuurwerk wordt uitgegeven, vind ik geen sterk argument tegen vuurwerk. Mensen geven nu eenmaal geld uit aan waar zij een kick van krijgen. Mensen sparen maandenlang om dat er met carnaval in enkele dagen van feestvreugde om te zetten. Mensen sparen maandenlang om dat er in een marathon aan festivals, van Pinkpop tot en met Lowlands, door te jagen. Ik ken zelfs iemand die honderden euro’s uitgeeft om een week op een Waddeneiland naar vogeltjes te gaan zitten turen. Mensen hebben nu eenmaal eigenaardige hobby’s, en geven daar grif hun vlijtig gespaarde centjes aan uit. Dat moeten mensen lekker zelf weten, zolang ze niemens en niedier tot last zijn althans.

Het is de schade aan welzijn en gezondheid die de vuurwerkhobby meebrengt die het probleem is, niet het geld dat de liefhebbers bereid zijn eraan uit te geven. En trouwens ook niet de ‘openbare orde’, die voor politici als Grapperhaus duidelijk het belangrijkste argument aan het worden is om zelfs maar een vuurwerkverbod te overwegen. Hij dreigde met een vuurwerkverbod ‘als het bij de jaarwisseling opnieuw onrustig wordt’, zo werd eind vorig jaar bekend.(5) Hij wil geen ‘onrust’, geen mensen die hun eigen ding doen en daarbij orde en gezag negeren of trotseren. De last die vuurwerk teweegbrengt ook als er geen rellen in Duindorp plaatsvinden, kan hem kennelijk weinig tot niets schelen, Grapperhaus wil gewoon scoren als stoere ordehandhaver. In elk conflict tussen ‘relschoppers’ en Grapperhaus sta ik in ieder geval al niet aan de kant van Grapperhaus.

Daarmee zien we al meteen waarom een vuurwerkverbod een slecht idee is: het is een repressieve schijnoplossing waar we allemaal last van zullen krijgen. Het is een schijnoplossing: als er nu al niet gehandhaafd wordt terwijl mensen ver voor de toegestane periode al vuurwerk afschieten, denken mensen dan dat die handhaving er opeens wel gaat zijn na een verbod?

En hoe gaat handhaving van een verbod er uit zien? Wie zal het hardste en het eerste worden aangepakt? De mensen in de villawijken of de mensen in de arme buurten? En wat denk je, zou huidskleur dan iets uitmaken? Een vuurwerkverbod wordt vooral een machtsmiddel om arme mensen van een straatfeest te beroven. Het is een extra machtsmiddel van de staat, een staat die al veel te veel repressieve bevoegdheden heeft. Preciezer: elke repressieve bevoegdheid van welke staat dan ook is er eentje teveel, want de staat is zelf de vijand. Een vijand die heel wat ernstiger vuurwerk heeft klaarstaan in haar munitiedepots en kazernes dan alle Oudejaars-feestvierders bij elkaar. Een vijand die niet zozeer gevaar voor milieu en welzijn veroorzaakt maar vooral zelf zo’n gevaar is.

En waar vuurwerk illegaal wordt, wordt de vuurwerkhandel gewoon de illegaliteit in gedreven. Dan heeft de georganiseerde criminaliteit er gewoon een afzetmarkt bij. Als ik wil, dan heb ik binnen 24 uur een portie cocaïne in handen, hoe verboden dat ook is (bespaar me je aanbiedingen trouwens, ik hoef die rotzooi niet). Wie denkt dat dit met vuurwerk wezenlijk anders zal zijn na een verbod, is gewoon naïef.

Het verbieden van ongezond en antisociaal gedrag genereert criminaliteit, al was het maar door zulk gedrag tot criminaliteit te bestempelen. Zo’n verbod verhoogt het bedrijfsrisico voor de handelaars. Die vragen daarom vervolgens een hogere prijs. Daardoor worden de potentiële winsten, en dus de aantrekkelijkheid van deze bedrijfstak, groter. Het alcoholverbod in de Verenigde Staten in de jaren twintig was daarom een cadeautje voor de mafia. De drugsverboden die in de jaren zestig en zeventig werden doorgezet, waren een cadeautje voor misdaadsyndicaten met telkens nieuwe vertakkingen en varianten. Een vuurwerkverbod zal een soortgelijk effect hebben. Niet aan beginnen, tenzij je van Nederland niet alleen een narco-staat maar ook een vuurwerkstaat wil maken.

Het argument waar voorstanders van een verbod mee komen is: het maakt een maatschappelijke norm duidelijk. Met een verbod wordt gezegd: ‘Wij als maatschappij accepteren vuurwerk niet’. Om die boodschap gaat het: ‘wij als samenleving en overheid wijzen het particuliere gebruik (lees: misbruik) van vuurwerk af’, in de woorden van bestuurskundige David Ensberg-Kleijkers.(6) De argumenten die hij voor een verbod aanvoert, zijn goeddeels het soort argumenten die ik hierboven voor het afschaffen van vuurwerk in stelling breng. Maar afschaffen is niet hetzelfde als verbieden, en het onderscheid doet ter zake.

Over die overheid had ik het al: dat is dus die staat die ik als vijand zie. Maar een signaal vanuit de ‘samenleving’, daar voel ik op zichzelf wel voor. Ik denk alleen dat een samenleving van vrije en solidaire mensen dat signaal zou moeten kunnen geven zonder daar wetten en staatsrepressie voor in te hoeven zetten. De samenleving is nadrukkelijk niet de overheid, hoe graag die overheid ook doet alsof ze namens de samenleving spreekt. Wij – jij en ik en alle mensen die het nodeloze leed willen tegengaan dat dieren, ook mensen, door middel van vuurwerk wordt toegebracht – zijn zelf aan zet.

Roepen om een verbod is de onvrijheid die vuurwerk meebrengt inruilen voor een andere, potentieel zeker niet minder kwalijke onvrijheid. Het sentiment dat voor steeds meer mensen de reden is om zo’n verbod te eisen, deel ik echter in hoge mate: de huidige vuurwerktraditie is een destructief en asociaal schandaal. Vrijheidslievende en solidaire mensen maken aan dat schandaal maar beter zelf een kordaat en eerlijk einde.

Noten:

1 ‘Vuurwerk’, Milieu Centraal

2 ‘Longfonds:’Benauwd Oud en Nieuw voor 700.000 mensen’, NOS

3 als noot 1.

4 ‘Vuurwerk feestelijk? Niet voor vogels!’, Vogelbescherming, 20 december 21019

5 ‘Hoera: Ferd Grapperhaus denkt aan totaalverbod vuurwerk’

6 David Ensberg-Kleijkers, ‘Opinie: Een beschaafd land verbiedt consumentenvuurwerk’

Ook verschenen bijPeterStormt