Afgelopen zondag vonden nabij de plaats Daglica in de Turkse provincie Hakkari zestien militairen de dood bij een door de Koerdische PKK veroorzaakte explosie langs een autoweg. Het was de zwaarste aanslag door de PKK sinds deze organisatie in juni een nieuw offensief begon.
Twee dagen later kwamen bij een PKK-aanslag in de provincie Igdir veertien politieagenten om. Het is duidelijk dat de PKK haar strategie heeft aangepast en nu meer slachtoffers tracht te maken bij aanslagen dan een paar weken geleden.
Het aantal dodelijke slachtoffers onder Turkse veiligheidsdiensten is opgelopen tot boven de honderd. Over het aantal slachtoffers aan Koerdische zijde als gevolg van Turkse vergeldingsacties bestaat onduidelijkheid, maar het wordt ver boven de 2000 geschat.
De Koerdische bevolking lijdt zwaar onder het geweld. Hartverscheurend is het verhaal over het tienjarige meisje dat voor haar huis in een confrontatie tussen Koerdische strijders en Turkse militairen terechtkwam en daarbij de dood vond. Door het uitgaansverbod in het gebied waren de ouders van het kind gedwongen haar dode lichaam dagenlang in huis te houden en het met ijs te koelen vanwege de hoge temperatuur.
Turkije raakt steeds verder in een geweldsspiraal verstrikt. Bovendien dreigt het geweld zich in westelijke richting te verspreiden. Tijdens een demonstratie tegen de PKK-aanslagen in Ankara openden nationalisten de aanval op kantoren van de pro-Koerdische Democratische Volkspartij (HDP). De leider daarvan, Selhattin Demirtas, roept de PKK dagelijks op om de wapens neer te leggen, maar kan daarmee niet voorkomen dat nationalistische kringen hem verantwoordelijk houden voor de aanslagen.
Aanvallen op de HDP tijdens nationalistische demonstraties waren er verder in de provincies Adana, Aydin, Balikesir, Corum, Eskisehir, Kocaeli, Malatya en Tekirdağ. Volgens HDP-leidster Figen Yüksekdağ werden deze week in totaal 128 HDP-vestigingen aangevallen in Turkije.
De demonstraties tegen de PKK en de HDP lijken vooral uit te gaan van de ultranationalistische Partij van de Nationale Beweging (MHP), al is het verre van uitgesloten dat medestanders van de regerende Partij voor Gerechtigheid en Ontwikkeling (AKP) er eveneens aan deelnemen. In ieder geval leveren aan de AKP verbonden media hun aandeel in het verketteren van de HDP. Zo plaatste de regeringsgezinde krant afgelopen maandag een foto van Demirtaş op de voorpagina met de tekst ‘moordenaar’.
Het geweld tijdens anti-PKK demonstraties beperkt zich niet tot vestigingen van de HDP, maar richt zich ook tegen Koerden in het algemeen. Zo werden in Ankara vier door Koerden gedreven winkels in de brand gestoken. In het eveneens in de provincie Ankara gelegen Beypazari werd de aanval geopend op een groep Koerdische seizoensarbeiders, waarbij 27 gewonden vielen.
Nadat bewoners van de wijk Zafer stenen naar demonstranten hadden gegooid, werden huizen waar Koerden wonen aangevallen. Daarbij werden tevens getracht huizen en auto’s in de brand te steken. Er werd ook geschoten. Een persoon werd door een kogel in een been geraakt.
In de aan de Middellandse Zee gelegen stad Mersin sloot een woedende menigte een snelweg af en viel bussen aan die op weg waren naar Koerdisch gebieden. Volgens krantenberichten werden ruiten van de bussen met stenen ingeslagen.
Volgens de krant Bir Gün werd in de provincie Erzurum een bouwproject van de Turkse staat aangevallen door ongeveer 2000 personen die meenden dat de arbeiders met de PKK sympathiseerden.
(Lees verder bij de bron van dit artikel)
Via:: dewereldmorgen.be