Vandaag, 6 december 2018, heeft de voorzieningenrechter in Lelystad uitspraak gedaan in de zaak die wij hadden aangespannen tegen het afschieten van 1835 edelherten in de Oostvaardersplassen (OVP).
Verstoring
Deze keer ging het er eigenlijk alleen om, dat er bij dat afschieten geen ernstige verstoring mag plaatsvinden van met name beschermde vogelsoorten. De provincie is van mening dat er daarvoor alleen gekeken hoeft te worden
gekeken naar de vogelsoorten, die in het Natura 2000-beheerplan voor het gebied zijn aangewezen. Sommige soorten, zoals kluut, grutto, kemphaan en wouwaap, zijn niet aanwezig in de afschotperiode: herfst en winter. Bruine en blauwe kiekendief, grauwe gans en brandgans en met name de zeearend zijn er dan wel.
Ingenieursbureau Sweco, vroeger de Grontmij, zeggen te hebben vastgesteld dat er van noemenswaardige verstoring geen sprake zal zijn. Wij hebben daar krachtig stelling tegen genomen.
Deze winter zijn 3000 grote grazers door schieten uit hun lijden verlost en dat veroorzaakte geen ernstige verstoring. Maar dat gebeurde bij dieren die zich van de kudde hadden afgezonderd en van zeer korte afstand. Staatsbosbeheer beweerde op de zitting dat “er ook wel eens dieren uit de kudde werden geschoten”. Als dat al klopt, zal het hoogstens om een enkel exemplaar zijn gegaan, zeker niet als standaardmethode. De uitspraak wekt echter wel degelijk die indruk. Wij brachten daar tegenin, dat het schieten op groepen van honderden gezonde dieren daarmee niet te vergelijken is. Die slaan waarschijnlijk op de vlucht, mogelijk het moeras in. Waar ze moeilijker te benaderen zijn en andere vogelsoorten verstoren. Worden ze net als op de Veluwe nachtdieren? Net als bij de stervende dieren zal er geschoten worden met geluiddemper, maar in tegenstelling daarmee vooral in de schemering en met een restlichtversterker. Ook dat zal de verstoring niet verminderen.
lees verder bij de Faunabescherming