Rosenthal in het spoor van ultra rechts in Israel

Onderstaand stuk is van Abu Pessoptimist en verscheen eerder op zijn eigen site.

Het is een beetje blijven liggen als gevolg van de intifada in Tunesië, die ik vrijwel van het begin af heb gevolgd. Ik vond die opstand spannend – en om meer dan één reden: Tunesië was al heel lang een politiestaat met een grote mate van repressie. Als daar een opstand uitbreekt dan is dat geen incident, dan heeft dat grote gevolgen. Een tweede reden was dat Tunesië al heel lang een meester was in het onder de pet houden van nieuws en het blokkeren van bloggers, onwelgevallige emails en het buiten de deur houden van journalisten. Dat maakte het volgen van de opstand niet alleen heel lastig (en ik houd daar van, anders was ik ooit over het Midden-Oosten gaan schrijven), maar het maakte het ook dankbaar werk. Zo kon ik – terwijl alle grote media wekenlang zwegen – een schakeltje worden in een proces. Althans ik neem aan dat ook de Tunesiërs terugvielen op de schaarse nieuwsbronnen die zij hadden om een beetje te weten wat er in het hele land en niet alleen in hun eigen stad of dorp gaande was. Hoe zou ik anders aan al die lezers uit Tunesië (en Frankrijk, er wonen veel Tunesiërs in Frankrijk) zijn gekomen die ik voordien nooit op mijn blog had gehad?
En een derde reden, tenslotte, was dat wat in Tunesië gebeurde, als voorbeeld zou kunnen gaan dienen voor de bevolkingen van landen als Egypte, Algerije, Jordanië en noem maar op waar het ook treurig met de burgerlijke vrijheden en democratie is gesteld. Maar laten we oppassen voor wishful thinking, dit laatste kunnen we beter even afwachten.

Het volgen van Tunesië gaf handen vol werk. En dus bleef het nieuws liggen dat minister Rosenthal van buitenlandse zaken en ontwikkelingssamenwerking de ontwikkelingsorganisatie ICCO onder druk had gezet om haar subsidie te stoppen van de Electronic Intifada, een elektronische krant die voorlichting geeft over het Israelisch-Palestijnse conflict vanuit een perspectief waarin de Palestijnse kant en het internationale recht – laten we zeggen – wat meer ruimte krijgt dan meestal bij andere media.

Rosenthal was op het spoor gezet van de ICCO-subsidie (het gaat om een derde van het budget van EI, ongeveer 50.000 euro per jaar) door NGO – Monitor in Jeruzalem, een zionistische waakhond-organisatie  die zich met geld afkomstig uit onduidelijke Amerikaanse fondsen, beijvert om alles wat (de huidige rechtse regering van) Israel onwelgevallig is verdacht te maken. En dat lukt aardig. Na een campagne van NGO-Monitor nam de Knesset onlangs hals over kop een besluit om een parlementaire commissie in te stellen die onderzoek gaat doen naar de financiering die organisaties als Breaking the Silence, B’tselem, Adalah, The New Israel Fund, kortom alle NGO’s die zich met mensenrechten bezig houden, uit het buitenland krijgen. Die gegevens zijn eigenlijk al lang openbaar, maar daar gaat het ook niet om. Het is meer een poging een lijst op te stellen van organisaties die kritiek leven op zaken als de Gaza-veldtocht, de gedragingen van het Israelische leger, de bezetting van de Westoever en mensenrechtenschendingen in het algemeen, met de bedoeling die organisaties buiten de wet te stellen of op zijn minst verdacht te maken.

NGO-Monitor had haar pijlen ook op Nederland gericht, daarbij geholpen door CIDI  en door wat lawaai in de krant Haaretz, dat was veroorzaakt  door reporter Cnaan Lipshitz (zie foto), die – zoals ausgerechnet de EI onthulde – lang een soort dubbelrol vervulde, of misschien nog wel vervult, als CIDI-medewerker en CIDI´s eigen liaison met Haaretz. (Lees hier op EI hoe Lipshitz steeds net die dingen onthulde die het CIDI oprakelde en daarbij graag de gegevens van CIDI klakkeloos overnam).

Minister Rosenthal heeft zich nu door deze actie van NGO-Monitor, Lipshitz en het CIDI op sleeptouw laten nemen. Na hun onthulling dat ICCO de Electronic Intifada subsidieert riep hij ICCO op het matje. Want  EI zou niet alleen Israel vergelijken met nazi-Duitsland (een loze aantijging) of pleidooien houden voor een  één-staatsoplossing, het gaf ook ruimte aan oproepen tot een boycot van Israel (BDS).  En dat, zei Rosenthal, ‘ging in tegen het Nederlandse beleid’ of zou dat beleid zelfs ‘ondermijnen’. Rosenthal dreigde dat er gevolgen voor de overheidssubsidie van ICCO (75 miljoen per jaar) zouden kunnen zijn als ICCO het roer niet omgooit. Op donderdag 13 januari had Rosenthal een gesprek met ICCO dat door ICCO werd omschreven als ‘pittig’, maar waarbij ICCO haar poot stijf hield. In een persbericht schreef de organisatie dat zij niet zelf de boycot onderschreven had, maar:

Sinds 2005 roepen meer dan 170 Palestijnse en enkele Israëlische organisaties op tot boycot, desinvestering en sancties tegen het Israëlische beleid. Doel is dat Israël zich houdt aan het internationaal recht en de mensenrechten. Omdat de Israëlische bezetting van de Palestijnse gebieden voortduurt, is deze druk gerechtvaardigd. Het is een vreedzame en legale manier om de Israëlische bezetting van de Palestijnse gebieden te beëindigen en te komen tot een vreedzame en rechtvaardige oplossing.

In 2004 verklaarde het Internationaal Gerechtshof in Den Haag dat de door Israel gebouwde muur illegaal is, omdat die voor het grootste deel gebouwd is op Palestijns grondgebied. Het Hof bevestigde verder de illegaliteit van de Israëlische nederzettingen. Het hof riep staten op zich te onthouden van steun aan de bouw van de muur. Deze uitspraak is bevestigd door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (UN General Assembly resolution A/RES/ES-10/15 of 20 July 2004). Nederland heeft hier vóór gestemd.

Hoezo dus zou ICCO het Nederlandse buitenlands beleid in de wielen rijden? Door de internationale rechtsorde te helpen bevorderen (artikel 90 van de Nederlandse grondwet)? Of zoals Trouw schreef in een commentaar:

Het is moeilijk in te zien hoe een protest tegen de muur een tegenwerking kan zijn van Nederlands regeringsbeleid. En ook al was het dat, dan nog is het dreigement van Rosenthal misplaatst. Bovendien is het gevaarlijk, want het kabinet legt hiermee een nieuwe schaduw over zijn inzet voor internationale samenwerking. De overheid geeft subsidie aan non-gouvernementele organisaties (ngo’s) die een belangrijke rol spelen in ontwikkeling en internationale samenwerking. En die heten niet voor niets ’non-gouvernementeel’: het zijn onafhankelijke organisaties die niet politiek gebonden zijn en daardoor werk kunnen doen waarvoor een overheid nooit de ruimte zou krijgen.
De overheid moet die onafhankelijkheid respecteren en erover waken. Zij kan voorwaarden verbinden aan subsidies die zij verleent, en dat gebeurt ook. Zo moeten ngo’s de internationale rechtsorde respecteren en mogen zij de veiligheid van Nederland niet in gevaar brengen. Dat zijn normale voorwaarden. Maar het gaat te ver om te eisen dat de ngo’s in de pas lopen met het overheidsbeleid en nooit een andere koers kiezen. Dat is het einde van hun onafhankelijkheid.

Ik sluit me daar van harte bij aan. ICCO verdient een pluim (al mogen we erbij aantekenen dat de organisatie in de geruststellende zekerheid verkeerde dat de minister pas in 2015 zou kunnen ingrijpen in de subsidie, die worden nu eenmaal op een meerjarige basis verleend). Trouw verdient eveneens lof, voor het feit dat de krant goed onder woorden brengt waarom de minister principiëel fout zit. Hij zou zich moeten schamen, om als minister van de zich liberaal noemende VVD een dergelijke anti-liberale beleidslijn te willen doorvoeren. Maar er is helaas nog meer over te zeggen dan dat, want deze minister, die in een interview in de Volkskrant aangaf dat hij de banden met Israel verder wil aanhalen en genoeg heeft van Israel bashen, maakt ook de fout dat hij zelfs nog minder dan zijn voorganger Verhagen afstand bewaart tot een Israelische regering die zo rechts en vredesonvriendelijk is als nog nooit eerder vertoond. Het feit dat Rosenthal zich onder die omstandigheden op dezelfde wijze opstelt als de rechtse meerderheid in de Israelische Knesset die alle NGO’s die zich met mensenrechten bezig houden het leven zuur wil maken, geeft te denken. Maar het geeft wèl aan dat hij zich in dit kabinet waarin de PVV met haar liefde voor racistisch ultra-rechts in Israel op de achtergrond een hoofdrol vervult, wel op zijn plaats zal voelen.

4 gedachten over “Rosenthal in het spoor van ultra rechts in Israel”

  1. ……..dat hij de banden met Israel verder wil aanhalen en genoeg heeft van Israel bashen, maakt ook de fout……..
    Een foute minister is hij die zijn landgenoten sommeert kritiek te smoren op een minderwaardig apartheidsregime dat zich als ultieme agressor opstelt. Nog afgezien van dat hij er bloed- en bodembanden mee meent te hebben. Stel je voor dat we jaren zeventig een Boer in de Nederlandse regering zouden hebben gehad die de knechting van en de pogrom op zuidafrikaanse Negers goedpraatte.

  2. Het lijkt me dat Rosenthal zich in eerste instantie al te zeer heeft laten meeslepen door het intensieve PR-offensief van de Israël-lobby sinds november vorig jaar (o.a. geïnitieerd door de dubieuze pressiegroepen die achter NGO-Watch schuilgaan). Het zou hem bijzonder sieren als hij dit ook eens gewoon zou willen toegeven. Blijkbaar is hij t.a.v. de regelrechte cyber-oorlog die momenteel wereldwijd op dit gebied woedt tamelijk naïef geweest.

  3. Ik vind het onvoorstelbaar! 😯 VS DEA kan hier zijn gang gaan, Wilders zegt dat wij Israel zijn, PVV wordt zwaar vermoedelijk door neo-cons in VS en Israel ondehouden. En dan piepen over buitenlandse invloeden????? 😥 Bij deze mensen vraag ik me af waar onze onafhankelijkheid nog is! ❗

Reacties zijn gesloten.