Renaissance van de haat: Nieuw Rechts, FvD en de terugkeer van het fascisme

Tweehonderdnegenzestig pagina’s, 12 paragrafen, zeshonderdvijfenzestig voetnoten. 665! Je snapt direct, dit is geen niemendalletje. Dat is het ook niet. Jeroen van der Starre heeft een doorwrocht, hecht doortimmerd en zwaar onderbouwd boek geschreven. Niet zomaar, want het betreft een bijzonder belangrijk onderwerp. Menig mens vraagt zich tegenwoordig af waar het toch naar toe moet met deze wereld. Klimaat, vluchtelingen, honger en oorlogen zorgen voor apocalyptische tijden. Voor velen lijken rechtse politiek en extreem rechts oplossingen aan te dragen. Volgens Jeroen gaat dit zó ver dat het fascisme weer een “magische uitweg” biedt aan haar achterban. Tijd om dat fascisme op de snijtafel van een degelijke analyse te leggen. Waar komt het vandaan, waar kan het ons brengen en hoe kan het een halt worden toegeroepen.

Waar komen die fascisten vandaan?

Dat extreem rechts en het fascisme moeten worden gestopt, dat is een uitgangspunt voor Jeroen van der Starre. Als vrijgesteld redacteur van De Socialist, het orgaan van de Internationale Socialisten, staat voor hem buiten kijf dat het fascisme slechts onheil en ellende veroorzaakt. Zoals het in het verleden al meermalen heeft gedaan. Ook voor hem staat fascisme voor een autoritaire dictatuur. Agressief, macho, extreem nationalistisch, racistisch, een vijand van democratie, vooral van links en dus van de arbeidersbeweging.

Vaak wordt fascisme gezien als een laatste hoop van het grootkapitaal om haar macht te behouden. Jeroen ziet dat ook zo. Maar hij maakt twee nuanceringen. Weliswaar woekert het fascisme voortdurend in het kapitalisme, want dat is gebaat bij verdeeldheid onder het gewone volk en de arbeidersklasse. En verdeeldheid en haat tegen de ander, dat zaait het fascisme altijd weer. “Verdeel en heers” gaat eeuwig op. Echter, momenteel is het grootkapitaal (nog) niet echt geïnteresseerd in een fascistische machtsovername. In het huidige neoliberale tijdperk hebben de grote kapitalisten voldoende ruimte om hun winsten te maximaliseren op een aangenamere manier dan met keiharde onderdrukking. Bovendien is links wereldwijd te zwak om de heerschappij van de rijken werkelijk te bedreigen. Jeroen meent dat het momenteel vooral kleine zelfstandigen, kroegbazen en vastgoedjongens zijn die de aanhang vormen van extreem rechts en fascisten. En mogelijk een deel van de arbeiders die in armoede en onzekerheid verkeren en verleid worden door de “magische” beloften van rechtse demogogen.

Wat dit betreft levert De Groene Amsterdammer van 12 mei 2022 een interessante inbreng met het artikel van Roxane van Iperen over “De verrechtsing van de middenklasse”. Zij beschrijft hoe zzp’ers, middenstanders, beter betaalde arbeiders en yogamoeders sterk naar rechts neigen, uit angst voor een terugval in lagere klassen. Want dat betekent weer moeten beknibbelen, minder aanzien, minder vakantie en cultuur en misschien zelfs een vernederend bestaan als werkloze. In deze nogal onzekere tijden geen absurde vrees. Een kans voor valse profeten.

Oekraïne-referendum als startpunt

Jeroen van der Starre laat het fascisme in Nederland zijn wedergeboorte maken in 2016 met de oprichting van Forum voor Democratie (FvD) als partij door Thierry Baudet. Hij had ook verder terug in de tijd kunnen gaan. Tot 1931 bijvoorbeeld, bij de oprichting van de Nationaal Socialistische Beweging (NSB) door Anton Mussert. Of tot 1971, bij de oprichting van Binding Rechts van Boer Harmsen. Of bij de oprichting datzelfde jaar van de Nederlandse Volks Unie (NVU) van Joop Glimmerveen. Of tot 1980 bij de oprichting van de Centrumpartij met o.a. Hans Janmaat.

Maar goed Jeroen kiest voor 2016. Dat is acht jaar na de crisis van 2008 en daarmee acht jaren van economische stagnatie en onzekerheid. Maar het is vooral het jaar van het Oekraïnereferendum. Op initiatief van het rechtse platform GeenPeil, onder leiding van Jan Roos, vond er een referendum plaats over toelating van de Oekraïne tot de Europese Unie (EU). GeenPeil voerde een platte anti-Europese nationalistische campagne en wist veel aandacht te krijgen. Uiteindelijk ging 32,3% van de stemgerechtigde Nederlanders naar de stembus en stemde 61% tégen die toelating en 38,2% vóór. Heel rechts tot en met uiterst rechts was euforisch en claimde deze uitslag als een grote overwinning. Ter linkerzijde waren er ook bezwaren tegen toetreding van de Oekraïne tot de EU. Niet bij PvdA en Groen Links, die waren vóór, maar wel bij Partij voor de Dieren (PvdD), de SP en uiterst links. Volgens Jeroen van der Starre slaagden die er niet in een internationalistisch standpunt in te brengen. Daar ben ik het niet helemaal mee eens. Onder andere in het samenwerkingsverband “Voor een Ander Europa” is dat wél geprobeerd. Zelf was ik betrokken bij de campagne in Den Haag. Daar waren in korte tijd drie bijeenkomsten waar ook de SP aan deelnam. Van één van die bijeenkomsten schreef ik een verslag voor Konfrontatie dat op 31 maart 2016 op Grenzeloos.org werd geplaatst. Dat sloot zo af:

“Nogmaals: een helder en klaar NEE zal een sterk signaal zijn tégen de projecten van de Nederlandse, Oekraïense en Europese machthebbers. Het zal de legitimatie van de uitbouw van een ondemocratisch en asociaal Europa bemoeilijken en een startpunt kunnen zijn van de opbouw van een beter Europa van onderop.

Ten tweede waren alle deelnemers het eens met de stelling dat ongeacht het referendum de Oekraïense bevolking niet in de steek gelaten mag worden. Contacten met vooruitstrevende groepen en individuen in Oekraïne dienen te worden gekoesterd. Internationale solidariteit blijft geboden!.”

Maar Jeroen heeft gelijk dat de linkse kritiek bij dit referendum niet veel zoden aan de dijk zette. In alle media werd links ondergesneeuwd. Extreem rechts kraaide terecht koning. Volgens Jeroen was het dit succes dat extreem rechts opstuwde en neofascisten aanmoedigde om aan hun “renaissance” te beginnen. Ene Thierry Baudet rammelde al langer aan de poort. Al in 2013 schreef ik op 15 december op Solidariteit.nl een Extra over hem en rechtse academici “Hou ze in de gaten!”. Omdat ik in zijn beschouwingen over oikofobie (thuishaat) klassieke fascistische kenmerken herkende.

In 2015 zou Baudet zijn denktank Forum voor Democratie (FvD) oprichten. In september 2016 werd dit een politieke partij. En bij de Provinciale Statenverkiezingen van 2019 tijdelijk de grootste partij van Nederland. En bij Baudet boreaalde de fascistische retoriek steeds openlijker naar boven.

En Wilders dan?

Het is duidelijk en ook overtuigend dat Jeroen van der Starre de kern van de heropleving van het fascisme bij FvD en Thierry Baudet zoekt. Hij vindt daarvoor in genoeg bronnen aanwijzingen en presenteert die ook. De Partij Voor de Vrijheid (PVV) van Geert Wilders wordt wel als extreem rechts genoemd, maar blijft vrijwel buiten beschouwing. Ik vraag me af of dat terecht is. Als het gaat om bedreiging van de democratie en links zie ik de PVV misschien wel als een groter gevaar. Wellicht minder fascistisch en (nog?) minder doende met de opbouw van een straatvechtersorganisatie, maar zeker met potentie. Die Baudet blijft toch in veel opzichten een verwend rijkeluiszoontje, een rare studentikoze snuiter. Baudet is niet ongevaarlijk, maar Wilders heeft veel meer power, charisma, hij is veel scherper en ‘volkser’. Als Wilders werkelijk wil dan acht ik hem in staat om in korte tijd een echte beweging tegen de democratie en links uit de grond te stampen. Een fixatie op een meer fascistisch fenomeen als FvD met Baudet is in onze dagen mogelijk te beperkt.

Geweld?

Uiteraard besteedt Jeroen van der Starre als rechtgeaard antifascist veel aandacht aan hoe het fascisme te bestrijden. Hij geeft ook twee voorbeelden van militant antifascisme: één uit het Italië van 1922, tien weken voor de machtsovername door Mussolini, en één uit het Engeland van 1936, bij het afstoppen van de fascisten van Mosley. Beide gelegenheden waren het toneel van gewelddadige, zelfs gewapende acties van antifascisten. Een tikkeltje over de top, terwijl Jeroen elders aangeeft dat de geweldfase zowel bij het optreden als het bestrijden van de fascisten nog niet echt aan de orde is. Hún inzet is momenteel toch vooral het al dan niet bedekt propageren van haat en verdeeldheid. Dat neemt niet weg dat ook nu antifascisten voorbereid moeten zijn op stevige confrontaties. Zelf ben ik in de zeventiger jaren als lid van een ordedienst ook achter NVU-leden aangegaan, toen die een antifascistische betoging wilden verstoren. Daar vielen harde klappen. Overigens was toen één van onze leuzen “NVU – de nieuwe NSB – Weg ermee!”. Dat kon toentertijd in de Haagse Schilderswijk op flink wat bijval rekenen. Voor de Schilderswijkers van heden ten dage zullen wel andere leuzen moeten worden bedacht.

Wokiotisme

Doorheen het gehele boek probeert Jeroen zowel de nieuwe opkomst van het fascisme als de zwakte van links te verklaren. Al eerder is gememoreerd dat de opkomst van extreem rechts veel te maken heeft met “apocalyptische tijden” en de “magische uitweg” die het fascisme sommigen lijkt te bieden. De zwakte van het linkse antwoord op de crises heeft ook met andere factoren te maken. Jeroen noemt het in de steek laten van de werkende bevolking door de twee hoofdstromen in de arbeidersbeweging tot nu toe: het stalinisme en de sociaal democratie. Het stalinisme, als een verwording van de communistische revolutie, heeft op grote schaal geleid tot letterlijke en figuurlijke smerigheid en onderdrukking. Geen wenkend perspectief! Terwijl de sociaal democratie in haar ijver tot het sluiten van compromissen met het kapitalisme en de burgerlijke staat, de gewone man en vrouw eveneens in de kou heeft gezet. Stalinisme en sociaal democratie hebben bij veel mensen het vertrouwen in het nut van een strijd voor een betere toekomst zwaar ondermijnd.

Jeroen noemt ook de rol van de media die grosso modo uitgaan van de heersende toestand, meestal in het belang van de heersende klasse. Het ideologische bombardement vóór een neoliberaal beleid heeft zijn uitwerking niet gemist. Volgens mij onderschat Jeroen op één punt de bijdrage van links aan haar eigen afkalving en dat ligt op het vlak van de identiteitspolitiek. Identiteitspolitiek die nota bene kan aansluiten bij het neoliberale individualisme en het klassieke linkse solidariteitsdenken ondermijnt. In de slipstream van #Metoo, Zwarte Piet is Racisme, Black Lives Matter, Islamofobie, Transhaat is een wokiotisme ontstaan van cancellen en politieke correctheid, van preutsheid en kleingeestigheid, van overdreven gevoeligheid, van slachtofferverheerlijking, van schijnheilig wijzen naar de ander, van ontkenning van het volle, nooit perfecte, leven, die nogal benauwend overkomt. Die in ieder geval in mijn omgeving de afkeer van links danig heeft gevoed. Wie J.K.Rowling een nazi-feministe noemt en wie emails rondstuurt over “de reactionaire haatzaaier Johan Derksen” met als tekst “Aanblijven Derksen is steun in de rug voor verkrachters en seksisten.” helpt nou niet direct om dat beeld te corrigeren. Zelfs clubs die hier minder aan meedoen, zoals de SP, hebben daar last van, want worden gemakzuchtig tot links gerekend.

Waardevol

In “Renaissance van de haat” beschrijft Jeroen van der Starre nog veel meer dan hierboven aangeduide zaken. Hij gaat in op de kernideeën van neofascistisch rechts, gaat dieper in op de relatie met staat en kapitaal, analyseert de opkomst van het fascisme in Duitsland en werkt zijn strategie voor de bestrijding van het fascisme verder uit. Dat maakt het lezen van zijn boek waardevol. Verwacht echter geen ‘gezellig leesvoer’. Jeroen waarschuwt daarvoor zelf: “Dit boek is vooral bedoeld voor tegenstanders van het fascisme, linkse activisten en iedereen die het fascisme wil begrijpen om het te kunnen stoppen. Het zal in het verlengde daarvan duidelijk zijn dat het niet mijn bedoeling is om het gezellig te houden.”. Waarvan acte.

  • Jeroen van der Starre, Renaissance van de haat – Nieuw Rechts, FvD en de terugkeer van het fascisme. Amsterdam: LeesLinks, 2022. € 15,-.
  •  door Rob Lubbersen, oorspronkelijk voor Konfrontatie