Vier activisten van de Poolse Communistische Partij zijn op de 31e maart 2016 veroordeeld door het regionale gerechtshof van Dąbrowa Górnicza.
De veroordeling is wegens het verspreiden van communistische ideologie in het tijdschrift Brzask en op de >website van de partij.
De activisten worden bestraft met werkstraffen en boetes, en 9 maanden onder vrijheidsbeperking.
De veroordeling vond plaats bij verstek, zonder dat de aangeklaagden de kans kregen zich te verdedigen. Hiertegen was door de activisten al protest aangetekend.
De activisten zijn veroordeeld op grond van het controversiële artikel 256§1 uit het Poolse wetboek van strafrecht: “Wie in het openbaar een fascistisch of ander totalitair systeem bevordert of aanzet tot haat op grond van nationale, etnische, raciale of religieuze verschillen of om reden van het ontbreken van een religieuze denominatie zal worden onderworpen aan een boete, beperking van de vrijheid of een vrijheidsstraf van maximaal 2 jaar”.
Tegen een eerdere poging om dit artikel te wijzigen door het toevoegen van een verbod op communistische symbolen werd zowel in Polen en in het buitenland geprotesteerd.
Met deze veroordeling maakt de rechter duidelijk dat in het Poolse rechtssysteem tegenwoordig het communisme op een lijn wordt gesteld met fascisme.
De zaak werd aangebracht door Bartosz Kownacki, parlementslid van PiS, in 2013. De openbare aanklager in Katowice weigerde de zaak echter in behandeling te nemen. Pas na de door PiS gewonnen verkiezingen in 2015 begon de zaak weer te rollen, en op 31 december 2015 werd een verzoek tot behandeling ingediend bij het gerechtshof
De beschuldiging houdt in dat de activisten een totalitair regime bevorderen door het publiceren van artikelen in Brzask “die rechtstreeks verband houden met het communistische systeem en het marxisme-leninisme, die in het kader van de historische ervaring in tegenspraak zijn met de democratische waarden.
Wat de zaak interessant maakt is dat hieruit weer eens naar voren komt hoe belangrijk het voor PiS blijkt te zijn om invloed uit te oefenen op alle aspecten van de Poolse maatschappij. Het benoemen van de Minister van Justitie als Procureur-generaal is hierin van groot belang, omdat dit ervoor zorgt dat deze (PiS, uiteraard) minister – Zbigniew Ziobro – zeggenschap heeft over het wel of niet doorzetten van rechtszaken.
Een voorbeeld: de mars van ONR (neonazi’s) mochten op de 16e april niet alleen massaal ongestoord hun 82-jarige bestaan vieren: ze mochten zelfs een mis houden in de kathedraal van Białystok!
Tijdens de demonstratie in het centrum van deze provinciehoofdstad werd van hen getolereerd dat ze, zwaaiend met fakkels en vlaggen met fascistische symbolen, opriepen tot het ‘vernietigen’ van hun politieke tegenstanders.
Hiertegen doet het door PiS gestuurde Openbaar Ministerie niets. Zelfs een neonazi die een politieagent aanviel zag zijn gevangenisstraf veranderen in een voorwaardelijke straf.
Deze veroordeling van Poolse communisten werd genomen de dag voordat op 1 april het parlement stemde over een wet “over het verbod op de bevordering van het communisme” dat lokale overheden dwingt om de namen van straten en andere objecten die worden geassocieerd met het communisme te veranderen.
Het Instituut voor Nationale Herinnering zorgt voor een register en eist van de plaatselijke autoriteiten de sloop van monumenten die het Rode Leger herdenken, en andere communistische gedenkplaatsen.
Met deze overduidelijk op politieke gronden gestoelde veroordeling maakt PiS wederom duidelijk dat in Polen vrijheid van meningsuiting alleen geldt voor hen die uitdragen wat zij graag willen horen.