Een van de merkwaardige begrippen die zo’n 45 jaar geleden rondwaarden bij de studentenbeweging was het begrip repressieve tolerantie. Hoe kan tolerantie nu repressief zijn, was de vraag van de tegenstrevers. De uitdrukking werd globaal gebruikt met betrekking tot concessies, het buigen van de macht die in feite niet toegaf maar “tolereerde” om te kunnen (blijven) onderdrukken. *)
Brainstormen rond een themanummer van een tijdschrift waar ik redacteur van ben heeft mij geleerd dat het bijvoeglijk naamwoord repressief gevoegd bij het begrip tolerantie een pleonasme oplevert.
Ga maar na: Nederland is tolerant en is intolerant tegen intolerantie. “Tot nu toe hebben wij de islam getolereerd, maar nu we er achter zijn dat het een intolerante ideologie is tolereren wij er niets meer van.” Het handige van tolerantie is dat zij altijd al dan niet met waarschuwing vooraf ingetrokken kan worden. Het gebruik van cannabis is een treffend voorbeeld: het wordt getolereerd. De intensieve jacht op plantjes wijst uit dat er “grenzen aan de tolerantie” zijn – een veelzeggende uitdrukking – en dat zij geleidelijk aan wordt ingetrokken. Krasse voorbeelden uit eigen speciale ervaring: bij het aanprijzen van Amsterdam als bestemming voor jeugd- en jongerentoerisme werd – naast de koffieshops – de Alternatieve Radiofrequentie genoemd waar vrije zenders niet-hitgevoelige muziek en ondergeschoven informatie uitzonden. De tolerantie die tot aanprijzing leidde werd zonder aankondiging ingetrokken wat mij en anderen een overval thuis, overdag of ’s nachts opleverde. Tolerantie kan altijd worden ingetrokken, of het moslims, vrije radio, wietgebruik, joden, homo’s en andere getolereerden betreft. Geen geweld tegen gebouwenbezetting nu betekent geen garantie voor de komende zoveel uren/dagen.
Een speciaal symptoom van tolerantie is concessies. Die zijn in verband met de Amsterdamse universitaire bezettingen al uitgevent. Bij discussiebijeenkomsten die aan de orde van het uur zijn worden studenten als bestuurslid beloofd, zonder duidelijkheid over kies- of benoemingsprocedure en zelfs over bevoegdheden. Dat de “kleine letteren” nog even gered worden is bij de gratie van bezuiniging elders. De Universiteit van Amsterdam heeft als hoofdbusiness projectontwikkeling, liefst dure hotels, voor wetenschap is geen geld. Het uitstel is een van tolerantie getuigende concessie. De publieke taak van de universiteit blijft buiten discussie.
Als socioloog Willem Schinkel bij zo’n paneldiscussie waarschuwt niet in te gaan op concessies en liever ook niet zich vast te bijten in procedures die per definitie naar D66 rieken is het net of hij een stem uit een andere wereld is. Een gastlezing over democratie als ideaal in plaats van als gegeven en een andere over wat tolerantie inhoudt zou op haar plaats zijn. U kunt intussen, dierbaren, slechter doen dan hiervan kennis nemen.
Wat u misschien nog steeds graag tolerantie zou willen noemen zou acceptatie moeten zijn, of voor mijn part onverschilligheid (“je doet maar of laat maar”), geen tolerantie die kan worden ingetrokken.
*) De uitdrukking is gemunt door Herbert Marcuse die haar uitdrukkelijk gebruikte met betrekking tot wat voor seksuele bevrijding doorgaat/-ging. Ik ga er niet verder over uitweiden, het is zo’n uitdrukking die vliegensvlug een eigen leven is gaan leiden los van de oorspronkelijke bedoeling.