Ik doe open aangifte tegen seksueel geweld
Op 7 januari plaatste ik een blog, waarin ik aandacht vroeg voor het feit dat seksueel geweld niet nieuw is. Deze blog is onder andere geplaatst op krapuul.nl, en ik heb behoorlijk veel reacties gekregen van vrouwen die zich herkenden in mijn blog. Ik kreeg echter ook reacties van mannen, die zich afvroegen wat nou het doel was van mijn bericht. Dat ik zelf toch ook wel wist dat het “aanbrengen van nuance” alleen maar leidt tot onzinnige discussie en tweedeling. Er werden mij statistieken getoond, en er werd mij gevraagd of ik soms nog meer statistieken wou zien om aan te tonen dat seksueel geweld oververtegenwoordigd is onder allochtonen. Deze reacties lieten mij beseffen dat het schrijven van een blog helaas niet genoeg is. Daarom doe ik bij deze open aangifte tegen seksueel geweld, en roep ik iedereen die zelf seksueel geweld heeft ervaren op om hetzelfde te doen.
In de blog schreef ik dat ik het verschrikkelijk vind wat er in Keulen gebeurd is, en dat het in mijn ogen terecht is dat er zo veel aandacht voor is. Hier voegde ik echter aan toe, dat seksueel geweld in mijn ogen altijd heftige emoties op zou moeten roepen, en niet alleen als er “door asielzoekers” aan toegevoegd wordt. Ik schreef de blog aan de hand van persoonlijke ervaringen met seksueel geweld door autochtone mannen, ervaringen van mezelf en vrouwen uit mijn eigen omgeving. Hierbij schreef ik dat geen een van deze ervaringen terug te vinden is als statistiek, omdat bij geen een van deze ervaringen aangifte is gedaan. Ik schreef dat autochtone mannen dit probleem niet willen erkennen. Als reactie hierop vroegen mannen mij waarom ik deze onzinnige discussie start. Vervolgens schreef een van deze mannen ook nog dat seksueel geweld overigens wel heel goed bespreekbaar is in Nederland, en verwees hij naar stichtingen in Nederland die heel goed werk doen voor mensen die ervaring hebben met seksueel geweld. Ik hoop dat de ironie duidelijk is: als je openlijk je eigen ervaringen met seksueel geweld deelt ben je een onzinnige discussie aan het starten door nuance aan te brengen in een probleem gestoeld op statistiek, en word je verwezen naar een stichting om achter gesloten deuren over je probleem te praten. Dit toont aan dat het probleem van seksueel geweld in Nederland heel goed bespreekbaar is!
Deels heeft deze man gelijk. Als seksueel geweld benoemd wordt als een incident is het namelijk inderdaad bespreekbaar. Als je verkracht bent door een serieverkrachter, of als je partner achteraf een gewelddadig monster bleek te zijn, en je hiermee naar buiten treedt is het bespreekbaar. Dan kan er immers gewoon naar een boeman gewezen worden, het zijn op zichzelf staande feiten, en geen enkele fatsoenlijke, weldenkende man identificeert zich met de daders. Als je echter over seksueel geweld praat als stelselmatig probleem, dat diep verankerd zit in de westerse cultuur dan wordt het anders. Dan voelen mannen zich persoonlijk aangesproken en daarmee aangevallen, en voelen ze de drang op te komen voor “de autochtone man” in plaats van te luisteren naar iemand die probeert een probleem bespreekbaar te maken.
Daarom kies ik er voor om nu open aangifte te doen. Open, omdat ik denk dat de tijd van verdomhoekjes en achterafkamertjes nu wel voorbij is. Open, om aan te tonen dat statistieken ook niet alles zeggen. We krijgen aan alle kanten te horen dat seksueel geweld door allochtone mannen slecht is, en hier tegen opgetreden moet worden. Tegelijkertijd krijgen we aan alle kanten te horen dat bij seksueel geweld door autochtone mannen de vrouw maar beter geen kort rokje aan kan doen, haar drankje goed moet bewaken, niet alleen over straat moet gaan, etc. Het laatste maakt het eerste niet minder erg, het eerste maakt het laatste niet minder erg, maar het maakt wel dat er een vertekend beeld, een vertekende houding, en vertekende statistieken ontstaan.
Ik kies er voor om open aangifte te doen, en ik kies er voor om zelf te bepalen wat ik wel en niet deel. Zowel mijn lichaam als mijn verleden zijn namelijk geen publiek bezit, en ik wil iedereen op het hart drukken om daarom zelf bewuste keuzes te maken wat wel of niet te delen.
Toen ik 17 jaar oud was, was ik op een feestje. Niets bijzonders voor die leeftijd, een beetje kletsen, beetje dansen, beetje drinken, en ja, ook een beetje zoenen. Zo stond ik achter de tuin in een gangetje te zoenen met een (overigens autochtone) jongen die ik toen ontzettend leuk vond. De jongen wou echter meer dan een beetje zoenen, waarop ik aangaf dat ik dit niet wou. De jongen bleef doordrammen, pushen, en ik bleef zeggen dat ik niet wou. Ik probeerde weg te gaan, terug naar het feestje, maar de jongen hield me tegen, pakte me vast, ging met zijn handen mijn broek in. Ik bleef me verzetten maar het lukte me niet uit zijn greep te komen. Uiteindelijk liet hij los, en ben ik vlug terug naar het feest gegaan waar ik stil in een hoek zat, totdat ik naar huis ging. Ik had namelijk al lang geleerd dat je dit soort dingen beter niet kon delen. Een week later zag je nog steeds de vingernagels van de jongen in mijn liezen gedrukt staan omdat ik had geprobeerd los te komen.
Een hele tijd later was ik in gesprek met dezelfde vriendengroep van het feestje, toen door een bepaalde opmerking bij mij alles boven kwam en ik in een boze bui zei dat wat die jongen bij mij had gedaan poging tot verkrachting was. Hierop ben ik uitgelachen door de hele groep, belachelijk gemaakt, weggezet als gestoord wijf. En daarnaast, ik was toch zelf met hem meegegaan naar achteren, zo vervelend zou ik het dan wel niet gevonden hebben. De jongen zelf reageerde door te zeggen dat ik toch wel wist dat het een grapje was.
Bij deze doe ik open aangifte tegen de jongen die seksueel geweld tegen me gebruikte. Het was geen grapje, ik heb doodsangsten uitgestaan en kan nu nog de machteloosheid en hulpeloosheid die ik op dat moment voelde voelen. Bij deze doe ik aangifte tegen de vrienden van deze jongen, die niet alleen de gebeurtenis onbespreekbaar hebben gemaakt, maar ook de schuld bij mij legden.
Toen ik een jaar of 24 was, had ik na heel veel negatieve ervaringen al lang geleerd dat het niet mogelijk was om na het stappen veilig in mijn eentje naar huis te fietsen. Daarom koos ik er voor met de taxi naar huis toe te gaan. Het kostte me een hele bult geld, maar goed, “safety first”. Ik was dan ook erg blij toen ik een vriendelijke (overigens autochtone) taxichauffeur had gevonden met wie ik een vaste afspraak kon maken om mij standaard na het stappen naar huis te brengen. Ik was zo blij dat ik eindelijk niet meer bang hoefde te zijn voor de terugreis naar huis, en toonde mijn blijheid met dankbaarheid en fooien. De chauffeur wist waarom ik zo blij was, wist dat ik al veel negatieve ervaringen had opgedaan tijdens het naar huis fietsen, en ik had hem meermaals verteld dat ik gewoon veilig en onbezorgd thuis wou kunnen komen. Op een avond besloot de taxichauffeur mijn dankbaarheid en fooien te beantwoorden door me plots vast te pakken en zijn tong in mijn mond te duwen terwijl hij met zijn hand tussen mijn benen naar boven ging.
Bij deze doe ik open aangifte tegen de taxichauffeur die seksueel geweld tegen me gebruikte. Hij maakte misbruik van zijn positie en mijn vertrouwen; zijn taak was om me veilig thuis te brengen en ik had meermaals aangegeven dat dat het enige was dat ik wou en waar ik hem voor betaalde. Ook doe ik open aangifte tegen alle andere taxichauffeurs die seksuele intimidatie en ander onzedelijk gedrag vertoond hebben waardoor ik me niet eens meer voor mijn eigen voordeur durf af te laten zetten. Daarnaast doe ik open aangifte tegen iedereen die dit gedrag vergoelijkt en gebagatelliseerd heeft en daarmee in stand houdt. Ik zou gewoon veilig thuis moeten kunnen komen, zolang dat niet het geval is, is dat een probleem waar iets aan gedaan moet worden.
Toen ik een jaar of 30 was, werd ik tijdens carnaval door een (overigens autochtone) jongen in mijn kruis gegrepen. Doordat dit voor mij al het 5de geval van seksueel geweld die avond was, was voor mij de maat vol en haalde ik uit. De jongen zei “ik dacht dat je dat lekker vond”. Nadat ik de jongen geslagen had, kwam een van zijn vrienden verhaal halen, en vroeg waarom ik hem geslagen had. Ik legde uit dat ik volledig tegen het gebruik van geweld ben, maar dat zijn vriend mij in mijn kruis gegrepen had en daarmee een heel grote grens overschreden was bij mij. Zijn vriend reageerde hier op door te zeggen “Hahaha dan snap ik het, dat doet hij vaker je hebt groot gelijk.”
Hierbij doe ik open aangifte tegen de jongen die mij in mijn kruis greep. Het ENIGE aan mij dat kan zeggen dat ik het lekker vind om in mijn kruis gegrepen te worden is mijn mond, en dat doe ik door die woorden uit te spreken. Of ik nou een kort rokje aan heb, met je sta te flirten, te dansen, wat dan ook, mijn lijf is en blijft van mij. Al sta ik naakt voor je en grijp ik mezelf in mijn kruis, dan nog geeft dat niemand het recht om me ook in mijn kruis te grijpen.
Ook doe ik bij deze aangifte tegen de vrienden van deze jongen. Jullie zijn op de hoogte van het feit dat jullie vriend meermaals vrouwen openbaar aanrandt, en jullie lachen er om en blijven met hem op stap gaan. Het is deze houding die maakt dat dit soort gedrag plaats blijft vinden, het is deze houding die maakt dat dit soort gedrag als normaal gezien blijft worden. “Oh, kijk, hij heeft weer een vrouw aangerand. Is het niet jouw beurt om bier te halen?”
Dit zijn slechts drie ervaringen die ik deel, maar de lijst is bijna oneindig. Wat ik hier boven schrijf is geen nuance. Wat ik hier boven schrijf is geen uitnodiging voor een zinloze en oneindige discussie. Wat ik hier boven schrijf is NIET normaal. Wat ik hier boven schrijf zijn mijn eigen ervaringen, en ik heb het recht deze te delen. Het feit dat gevraagd wordt wat nou eigenlijk mijn doel is bij het vragen naar aandacht voor seksueel geweld zegt eigenlijk al meer dan genoeg. Ik probeer niet een hele bevolkingsgroep aan de schandpaal te nagelen, het enige dat ik zeg is dat seksueel geweld altijd fout is. Ongeacht of de daders asielzoekers, moslims, christenen, allochtonen of autochtonen zijn. Ongeacht of de daders mannen of vrouwen zijn.
Seksueel geweld is altijd een probleem, en de eerste stap bij het oplossen van een stelselmatig probleem is door dat probleem kenbaar te maken en te erkennen. Vandaar mijn oproep om zelf ook open aangifte te doen.
Op geen enkele manier zeg ik dat wat in Keulen gebeurd is niet erg is, op geen enkele manier probeer ik dat te ontkennen of bagatelliseren. Wel wil ik dat er een einde komt aan het bagatelliseren en ontkennen van seksueel geweld dat al decennia lang recht onder onze neus plaats vindt. Ik wil dat er een einde komt aan het afkeurende vingerwijzen naar “de ander”, en er een open dialoog aangegaan kan worden over het eigen aandeel met betrekking tot seksueel misbruik.
Om deze reden geef ik toestemming om deze blog deels of in zijn geheel over te nemen met bronvermelding.