In ander verband probeer ik dezer dagen een soort totaalbeeld te krijgen van wat kolonialisme is. Ik noem het annexeren van allerlei Amsterdamse wijken door de beterbetaalde boeren kolonisering: de Kinkerbuurt wordt Hallenkwartier, Bos en Lommer BoLo, De Pijp en de Indische buurt waar ik opgegroeid ben zijn “leuke buurten” met “hotspots”.
Het is andere kolonisering dan elders.
Laat ik even wat dimensies van het begrip voor u op een rijtje zetten:
– Aan de stichting van volksplantingen in de klassieke Oudheid, die ook kolonisering wordt genoemd, ga ik verder voorbij, omdat het te ver terug in de tijd is. Toch begint het woord daar: de Griekse volksplantingen buiten het schiereiland en de eilanden, te beginnen in Klein-Azië en Zuid-Italië. De Phoeniciërs deden het ook: Carthago en dan weer Nieuw Carthago, Cartagena, in Spanje. De Romeinen en hun staatkundige voortzetting, de Byzantijnen, gaven uitgediende soldaten land om te bebouwen in veroverd gebied. Heel globaal gesteld kun je zeggen dat daardoor Frankrijk, Spanje, Portugal, Roemenië en aanpalende gewesten, en niet te vergeten Engeland een vorm van Latijn zijn gaan spreken: door de overheersende rol van deze bevoorrechting van Romeinse burgers. Die zelden echt Romein waren, maar wel Latijn spraken. Engeland ging weer verloren door de intocht van Angelen en Saksen, waarna de verfranste Noormannen van Normandië er alsnog een scheut Romaans overheen gegooid hebben, ook dat was kolonisering. Goed, dit is in veel te ruime pennestreken het tamelijk verre verleden. De Franse term colon voor van hogerhand aangemoedigde immigranten in Algerije hangt met deze praktijk samen, is er rechtstreeks van afgeleid.
Het Latijnse werkwoord colere, dat onder veel meer verbouwen en bewonen kan betekenen, zit in het woord verwerkt.
– Het woord is in de “moderne tijd” opnieuw gebruikt voor volksplantingen in veroverde gebieden, ten koste van de oorspronkelijke bevolking. Het aspect van volksplanting stond voorop. Strafkolonies overzee hadden dezelfde functie voor de Britse overheid, in Nederland werden de werklozen, bedelaars, landlopers en gehandicapten gedeporteerd naar de pauperparadijzen van de veenkoloniën.
– In de negentiende eeuw, met de expansie van de imperialistische rijken, verviel in de meeste gevallen het aspect van volksplanting. Dit is het tijdperk van het kolonialisme zoals het nog bekend is als begrip: de wereldkaart roze gekleurd (Brits), ook flink paars (Frans), een beetje groen (Portugees) en een heel klein beetje, maar toch niet te verwaarlozen oranje (Nederlands – Nederland bestond zelf pas sinds 1815, voordien waren de buitengaatse gebieden een kwestie van Vrij Ondernemerschap).
– Als tegenbeweging werd vanuit socialistische kring de binnenlandse kolonisatie gepredikt, die niemand kwaad deed en velen goed (dat was althans het idee). Geslaagd zijn die pogingen tot communautair leven (in Nederland is Van Eedens Walden het bekendste voorbeeld, maar lang niet het enige) bijna nooit. De kibboetzim komen het dichtste bij, ironischerwijze, gebaseerd als ze zijn op het denken van libertairen als Oppenheimer en Landauer. Ja, ik weet wat u denkt of wilt gaan zeggen, maar nu en hier verder niet graag. Een ding: oorspronkelijk was het land waarop zij gevestigd waren eerlijk gekocht.
“Kolonie” werd gaandeweg een besmet woord, vooral na de Tweede Wereldoorlog, toen de witte wereld niet onverslaanbaar was gebleken. Men sprak van overzeese gebieden maar die moesten op den duur toch maar onafhankelijk worden – vaak niet in het tempo dat de koloniale machten in gedachten hadden, zie Indonesië.
En nu is het koloniseren weer aan de gang “in eigen land”. Anders kan ik het niet uitdrukken. De oorspronkelijke bewoners van volkswijken, eerst tweede of derde generatie binnenlandse migranten, vervolgens immigranten van verder weg, worden overvleugeld door mensen met Vage Vakken voor wie het leven een doorlopende fuif lijkt, D66-ers zeg maar, overdag projectmanager of zoiets, en ’s avonds of ook overdag lurkend aan “speciaalbier”*) op een Leuk Terrasje. De Vrijgestelden houden hun intocht, jagen de huren op of maken alsnog een koopwoningwijk van de oude buurt.
En als sluitstuk gaat een hunner zich een jaar lang opsluiten in de Javastraat, waar ik niet al te vrijwillig vijftien jaar gewoond heb en een kleine zestig jaar mee verbonden ben geweest. Alsof de kookpotten voor hem klaarstaan, hij gaat filmen. Het is wel druk daar hoor, maar hij ‘commit’ zich.
Marnix, jongen, als je voorbij het Javaplein verder de straat afloopt tot aan het plantsoen, en dan ben je al bijna bij het Zuiderzeepark, pardon het Flevopark, zul je merken hoe rustig de Javastraat is.
*) Nee, ik drink ook geen pils, maar hoef ook niet speciaal het brouwidee van weer andere D66-types te proeven. België heeft genoeg te bieden, en er zijn nu ook wel Nederlandse streekspecialiteiten.