De nieuwe kleren van de denker des vaderlands

[Het] is (…) geen filosofische scherpslijperij wanneer ik hamer op het belang van ook een duidelijke theoretische stellingname die de utopie afwijst. Wie dat niet overtuigend doet, zal ontdekken dat achter zijn rug de utopie voortdurend blijft opduiken. Zelf heb ik dat in de jaren zeventig van de vorige eeuw ervaren. In mijn onderwijs betoogde ik toen dat de waardevolle inzichten van Marx, ook los van het utopisch kader, gerealiseerd zouden kunnen worden. Dat was een gevaarlijke vergissing. Achter mijn rug ontwikkelde zich onder meer het maoïsme als een nieuwe utopie die ook de SP van Van Raak inspireerde. Dit soort spoken kan, ook voor de toekomst, alleen maar bezworen worden wanneer de utopie ook theoretisch bij het groot vuil wordt gezet.

Als iemand mij woest kan maken in Nederland, als ik daarvoor EEN en slechts EEN persoon zou moeten kiezen, dan zou ik waarschijnlijk zeggen: Hans Achterhuis. Uitgeroepen tot “denker des vaderlands”, waarschijnlijk juist omdat hij ideologisch zo belangrijk is voor de rechtvaardiging van een wereldorde waarin iedere drie seconden iemand van de honger sterft. En om de weet-ik-veel-hoeveel seconden iemand van overvoeding.
Het is utopisch dit onacceptabel te vinden en utopie is gevaarlijk. Laten we het vooral over de BTW hebben. En over het verder afknijpen van “de zorg”.
Aan iemand die Marx zo duidelijk niet gelezen heeft en derhalve diens “waardevolle inzichten” kon doceren zal ik denk ik verder niet veel woorden vuilmaken.

P.S. “Zelf heb ik dat in de jaren zeventig van de vorige eeuw ervaren”. Achterhuis, moet u weten, is van 1859, dus een vergissing ligt voor de hand.

6 gedachten over “De nieuwe kleren van de denker des vaderlands”

  1. Ook Marx en Engels hadden een relativerende kijk op utopieën. Friedich Engels heeft een essay geschreven met de titel: ‘De ontwkkeling van het socialisme van utopie tot wetenschap’.

    De utopieën van Saint-Simon, Fourier en Owen ontstonden in de transitiefase van feodalisme naar kapitalisme. Door onontwikkelde economische verhoudingen waren deze eerste maatschappijkritieken noodzakelijkerwijs utopisch. Het ware zo, maar daarom hoeven utopieën niet bespot te worden. Engels merkte op: “Liever verheugen wij ons over de geniale gedachtekiemen en gedachten die overal door het fantastische omhulsel heen breken en waarvoor de filisters [ook Hans Achterhuis] blind zijn.”

  2. @4
    Dat moet dan 1842 zijn. Krasse baas hoor, zou Marx nog ontmoet moeten kunnen hebben.

  3. Pingback: Nergenshuizen, op geen kaart te vinden | Krapuul

Reacties zijn gesloten.