Nederlandse verantwoordelijkheid voor nieuwe golf ontbossing in Amazonegebied

De explosie van de soja- en veeteelt in de Braziliaanse Amazone-provincie Rondônia veroorzaakt een nieuwe golf van ontbossing  op het grondgebied van de Inheemse groep Karipuna. Dat blijkt uit onderzoek van Greenpeace Brazilië, in samenwerking met de Karipuna en de Braziliaanse Inheemse ngo CIMI. In 2020 was Nederland de belangrijkste afzetmarkt voor soja uit Rondônia. De landbouwuitbreidingen zijn mede aangewakkerd door de aanleg van de Corredor Norte, een mega-infrastructuurproject dat met Nederlandse hulp tot stand komt. Het verbindt deze regio met de wereldmarkt via een netwerk van wegen, spoorlijnen en  havens. 

“Nederland moet zijn verantwoordelijkheid nemen en nu in actie komen tegen ontbossing. Het simpelweg overlaten aan de bosrijke landen zelf kan echt niet meer,” aldus Sigrid Deters, campagneleider Klimaat & Biodiversiteit bij Greenpeace Nederland. In de afgelopen twaalf maanden hebben Greenpeace en de Karipuna op hun beschermde grondgebied 850 hectare ontbossing geconstateerd. Dat zijn 1700 voetbalvelden. In totaal hebben bendes in de afgelopen 6 jaar meer dan 5000 hectare regenwoud gekapt binnen het inheemse grondgebied van de Karipuna. De afgelopen negen jaar is de veeteelt in de gemeente Porto Velho, waar het land van de Karipuna ligt, met 87% toegenomen. Tegelijkertijd is de sojaproductie in de hele provincie Rondônia in 10 jaar tijd verdrievoudigd van 111.000 naar bijna 400.000 hectare in 2020. Deters: “Die soja verdwijnt in Nederland als voer in de magen van miljoenen koeien, kippen en varkens.”   

Door het sojamoratorium, een afspraak tussen bedrijven, overheid en ngo’s, mag er geen bos gekapt worden voor grootschalige sojateelt in de Amazone. Daarom worden gebieden waar nu vee graast, en voormalig regenwoud was, omgebouwd tot sojavelden en wordt opnieuw regenwoud gekapt voor nieuwe weilanden. Zo zorgt de sojaproductie, vooral gericht op de exportmarkt, indirect voor ontbossing in het Amazonewoud. Door de Corredor Norte wordt het nog eenvoudiger om soja uit Rondônia naar de rest van de wereld te verschepen. 

Deters: “De Karipuna moeten toezien hoe hun leefgebied wordt vernietigd voor landbouwgrond. Nederland moet die druk op de bossen verminderen door te beginnen met een flinke krimp van de veestapel. Dan is veel minder soja voor veevoer nodig. Je lost daarmee ook direct het stikstofprobleem in Nederland op. Verder dient een Europese Bossenwet ervoor te zorgen dat er geen producten meer op de EU-markt komen die leiden tot ontbossing en schendingen van mensenrechten.” 

Laura Vicuña, een missionaris bij CIMI Rondônia, die al 23 jaar nauw samenwerkt met inheemse volkeren, is bezorgd om de toenemende ontbossing: “De klimaatcrisis begint hier, waarbij inheemse gebieden worden geplunderd en inheemse volkeren worden aangevallen. Ondertussen vervult onze regering haar rol niet om deze mensen en natuurlijke hulpbronnen te beschermen. Om de klimaatcrisis te stoppen, moeten overheden beschermde gebieden vergroten, in plaats van ze te verkleinen.”

  • Uitgelichte afbeelding: Karipuna ca. 1910