Met je kenniseconomie

Willem Schinkel, Rianne Letschert en Erik Kwakkel pleiten namens de Jonge Akademie voor een brede wetenschapsbenadering aan de universiteiten. Helaas gebruiken zij hierbij de argumenten van degenen tegen wie zij zouden moeten argumenteren:

Toegepaste wetenschap is slechts het topje van de ijsberg: eronder gaat heel veel ander – en veelsoortig – onderzoek schuil. Het is alsof een voetbalteam alleen bereid is om de spits te betalen. De Tsjechische vrijheidsstrijder en oud-premier Vaclav Havel heeft die eenzijdig calculerende houding treffend verwoord: “Ik vraag me af wat een econoom-accountant zou doen als hij het werk van een symfonie-orkest zou moeten optimaliseren. Waarschijnlijk zou hij alle pauzes uit Beethoven concerten schrappen. Die zijn immers nergens goed voor. Ze houden de zaak alleen maar op, en orkestleden kunnen niet betaald worden voor niet spelen.”

Zulke evident absurde redeneringen zijn helaas realiteit wanneer het om wetenschappelijk onderzoek gaat. Met name de geesteswetenschappen worden soms behandeld als minder relevant – een miskenning van hun rol in zowel de economie als het leven in het algemeen. Het economistisch denken over wetenschap is een internationaal fenomeen.

Recent riep het Japanse kabinet universiteiten in Japan op tot het afschaffen van de sociale- en geesteswetenschappen, ofwel ze te reorganiseren zodat ze ‘beter de behoeften van de maatschappij dienen’. Terecht klinkt in Japan de kritiek dat dit leidt tot eenzijdig opgeleide burgers en niet tot de veelzijdige kritische geesten die een kenniseconomie nodig heeft. Ook in Nederland zou dit inzicht onderkend moeten worden: wetenschapsbeleid mag niet degraderen tot economisch beleid dat uitsluitend op de korte termijn is gericht, want daar is de economie niet bij gebaat.

Kom op mensen, “de economie” moet niet gediend zijn bij een studie van Sanskriet, de functie van de pauze in het werk van Beethoven of het eetgedrag van Middeleeuwers. Kennis omwille van de kennis. Zou in een van de vijf rijkste landen ter wereld ook een soort armoedecultuur (“het moet wel goed zijn voor de economie”) moeten heersen aan de academie?

Lees het stuk hier.