De corona-pandemie wordt langzaamaan gelukkig door vrijwel niemand meer als griepje afgedaan. Gezien de snel oplopende besmettings- en sterftecijfers is die vergelijking haar laatste restje geloofwaardigheid wel kwijt. Wat nu dreigt is een ander gevaar: totalitaire antwoorden die de corona-crisis eerder erger dan beter zullen maken. Totalitaire antwoorden die we niet zomaar weg zullen krijgen nadat het corona-gevaar is geweken. Ja, we hebben een drastische aanpak nodig. Nee, het op- en uitbouwen van een politiestaat hoort daar niet bij.
Bij die totalitaire antwoorden die weerklinken hoort een taal, met woorden die ook ik heb gebruikt en waarvan ik nu denk dat we ze beter kunnen vermijden. Ik doel op het woord ‘lockdown’. En ik doel op het woord ‘social distancing’. Beiden wijzen in een richting die zinnig is. Maar beiden doen dat op een gevaarlijke manier, door er een autoritaire en neoliberale lading aan te geven. Let wel: veel van wat er via termen als lockdown en social distancing gepresenteerd wordt, is echt nodig. Maar een andere taal helpt om de zin van de onzin te scheiden die er nu in deze begrippen schuil gaat.
Niks ‘lockdown’…
Laat ik beginnen met ‘lockdown’. Dat woord verwijst naar uitzonderingstoestanden, staat van beleg, uitgaansverboden, dat soort dingen. Een lockdown is, per definitie, iets wat een regering aan een bevolking oplegt. In Kasjmir legde de fascistenregering van Modi in 2019 een staat van beleg op, waarmee steden en gemeenschappen in lockdown werden gedaan. In bezet Palestina weten mensen uit ervaring wat een lockdown is: iets wat het Israëlische leger afdwingt, iets wat de Palestijnse bevolking ondergaat.
Het gebeurt natuurlijk altijd in het belang van ‘vreedzame burgers’, tegen ‘terroristen’. Altijd en overal treedt de staat op ‘voor ons eigen bestwil’, dus dat er nu ‘wegens corona’ om een lockdown geroepen worden, stelt niet gerust. Paternalisme en autoritarisme gaan hand in hand, en de uitkomst is dat de overheid mensen een lockdown oplegt en die afdwingt ook. Met potentieel zeer ernstige gevolgen. Ieder woordgebruik dat noodtoestanden en aspecten ervan doet verschijnen als iets normaals en iets bruikbaars is levensgevaarlijk.
Noodtoestanden hebben ook nog eens de vervelende gewoonte om niet meer te verdwijnen als de directe aanleiding weggeëbd is. In Frankrijk hebben ze na grote aanslagen in 2015 een staat van beleg ingevoerd. Die is formeel weer afgeschaft, maar pas nadat de essentie ervan in reguliere wetgeving was opgenomen.(1) Feitelijk geldt die noodtoestand daar dus nog steeds.
Lockdown heeft nog een betekenis, eentje die mensen die de gevangenis van binnen kennen bekend zal voorkomen. Lockdown is een ordemaatregel van de bajesautoriteiten tegen gevangenen. Als er ‘onrust’ op de werkzaal ontstaat, of als een gevangene tegenstribbelt als die door bewakers de cel in wordt gewerkt, dan doen ze de bajes op lockdown. Dan gaan dus alle gevangenen weg uit de recreatie- en werkzaal of luchtplaats, allemaal verplicht hun cel in, deur op slot. Dat is een lockdown. Het is per definitie iets repressiefs. Het is per definitie iets wat vrijheidslievende mensen niet moeten willen, en waar we dus niet om moeten roepen. Waar om dan wel? En hoe?
Ik heb in eerdere stukken gepleit voor het stilleggen van het openbare leven, zodat mensen zoveel mogelijk thuisblijven en zodat de kans dat mensen elkaar besmetten met het coronavirus zo klein mogelijk is. Minder besmettingen betekent minder mensen ziek, minder mensen ziek betekent minder mensen op de intensive care, minder mensen op de intensive care betekent minder kans op overbelaste faciliteiten en oververmoeid personeel, zodat iedereen die er belandt de best mogelijke zorg krijgt en dus de beste overlevingskans. Minder ontmoetingen tussen mensen is dus een kwestie van zorgzaamheid jegens elkaar, om elkaar besmetting, ziekte en dood zoveel mogelijk te besparen. Dat pleidooi blijft recht overeind: het openbare leven moet zoveel mogelijk stilgelegd. De vraag is hoe en door wie?
Overeind blijft met klem ook mijn pleidooi om dat stilleggen in eigen hand te nemen: personeel dient bedrijven stil te leggen, ouders en docenten en kinderen dienen de school dicht te gooien. Ik ben voorstander van maatschappelijke beweging om dat stilleggen door te duwen, tegen de weerstand van machtige en kapitaalkrachtige belangen in. Dat kunnen we ook, kijk maar hoe de sluiting van scholen is doorgezet. Scholen en ouders namen zelf al initiatief. ‘Scholieren zelf ‘starten petitie: scholen dicht om corona’.(2) Dat was donderdag 12 maart. De Federatie Medisch Specialisten drong er op aan.(3) Dat was op zaterdag 14 maart. Maandag ging de regering overstag (4) en maakte bekend dat de scholen in principe dicht gaan, behalve voor kinderen die opvang nodig hebben omdat hun ouders in beroepen werken waar ze niet goed thuis kunnen blijven – in de zorg bijvoorbeeld. Zo vertaalde maatschappelijke druk zich in maatregelen. De uiteindelijke beslissing kwam nog van bovenaf, maar de noodzakelijke en kennelijk onweerstaanbaar geworden druk kwam van onderop. Best goed, hoe zoiets ging. Veel beter dan afwachten en hopen op de wijsheid van hogerhand.
Ik noemde het hele proces dat nodig is om het openbare leven zo veel mogelijk tot stilstand te brengen – zoals in bovenstaand voorbeeld de scholen stil kwamen te liggen – in mijn vorige stuk(5) ‘lockdown from below’, om aan te geven dat wij zelf, niet de regering, de gangmaker dienden te zijn. Maar dat woord had ik beter niet kunnen gebruiken, hoe zeer ik achter de strekking van het stuk ook nog steeds sta. Dat wij gangmaker dienen te zijn om de boel verantwoord en zorgzaam stil te leggen, klopt. Maar het woord ‘lockdown’ staat daar haaks op, het is een overheidswoord. De toevoeging ‘from below’ is misschien te behappen voor ingewijden in radicaal en anarchistisch jargon. Ik kan maar beter echter minder verwarrende woorden, opgelegde uitgaansverboden komen nu eenmaal niet van onderaf. Het project dat ik bepleit is wezenlijk iets anders dan wat voor lockdown dan ook. Een lockdown wordt ons opgelegd, door anderen, door hogergeplaatsten: zij in uniform ‘locken’ ons ‘down’. Maar wat nodig is, is iets anders, iets dat wij gezamenlijk doorvoeren, een collectieve afspraak en activiteit van onszelf uit. Daar ging het me in dat stuk natuurlijk ook om, maar woordkeus doet er hier wel toe.
Ik ben mede tot deze conclusie gekomen door het Tweede Kamerdebat van eergisteren over het coronabeleid. Wie pleitten er met groot enthousiasme voor een lockdown? De fascisten Wilders en Baudet! Zij kicken op zoiets, natuurlijk! Patrouillerende soldaten op straat, politiecontroles, uitgaansverboden en als slagroom op de toch al weinig veganistische pudding: grenzen dicht! Dat, beste mensen, is de lockdown. Politie-eenheden en militaire formaties die over de straten trekken om een lockdown op te leggen versterken ook nog eens zelf het besmettingsgevaar dat ze met een lockdown beweren te bestrijden. Die lockdown is een schrikbeeld, geen oplossing. Maar de twee fascisten waren zelf wel zo slim om hun pleidooi in te kleden met zinsneden over het verminderen van ‘contactmomenten’ (Baudet) en ‘nooit tekenen voor het bewust ziek maken van mensen’ (Wilders).(6)
Als deze twee mensen werkelijk de gezondheid van ons zo belangrijk vinden, dan zouden ze zich uit kunnen spreken voor de opvang van alle mensen die nu op straat leven en van iedereen die nu aanklopt in dit land en asiel probeert aan te vragen. Maar dat doen ze niet. De twee fascisten willen ons niet beschermen tegen een virus. Ze willen een autoritaire staat verstevigen en die beschermen tegen ‘wanorde’, en ze willen het ‘Nederlandse volk’ beschermen tegen alles en iedereen die van buiten komt. Het is echter wel heel treurig dat politici die tegenover deze fascisten staan, gewoon het halfzachte beleid van Rutte steunen. Een luid en glashelder geluid van zorgzaamheid en solidariteit ontbreekt vrijwel geheel, en is des te harder nodig. Maar in dat geluid kan het woord ‘lockdown’ maar beter niet meer worden gehanteerd.
Dat ik probeerde om iets totaal anders, iets wat door solidariteit en zorgzaamheid is ingegeven, van dezelfde naam te voorzien en er dan ‘from below’ voor te plakken, acht ik inmiddels niet erg verstandig meer. Weg dus met de lockdown, maar leve het vrijwillig en collectief tot stilstand brengen van het openbare leven, voor zover het niet de zorg en andere basisvoorzieningen betreft. Hint: het leger is geen basisvoorziening. Tweede hint: de politie is geen basisvoorziening. Weg ermee, en hou ze van de straat. Elk geroep om lockdown dreigt de staat sterker te maken en ons zwakker, ook tegenover het virus.
…en niks ‘social distancing’
Een tweede woord waar ik van af wil is ‘social distancing’, sociale afstand opzoeken. Ook dat heb ik gebruikt, en na lezing van het in noot 1 vermelde stuk ben ik tot ander inzicht gekomen over dat begrip. Alweer: wat ermee wordt uitgedrukt is op zichzelf zinnig. Mensen dienen elkaar nu niet in groepsverband te ontmoeten. Door af te zien van ontmoetingen, maken we de verspreidingskans van het virus kleiner, en dus ook de kans dat het de mensen bereikt die het meeste risico lopen op er zeer ernstig ziek van te orden en er aan te overlijden. Het is wederom een kwestie van zorgzaamheid voor elkaar, een vorm van wederkerige hulp.
Maar kijk eens naar dat woord! Social distancing, sociale afstand zoeken. Dat is precies niet wat we nu nodig hebben: sociale afstand. Alsjeblieft, wees elkaar nu juist nabij! Bel elkaar op, ga gezellig skypen, chat en strooi bemoedigende berichtjes rond op dat vreselijke Facebook, Twitter in het rond, zwaai naar de buren tegenover je, ga zingen op je balkon of klappen op je stoep! Koester je vriendschappen, let extra op je partner als je je in een relatie bevindt, kijk om naar je zusters, broers, ouders, kinderen! Nu geen sociale afstand! We hebben elkaar veel te hard nodig, juist nu.
Waar het bij het terugdringen van besmettingsgevaar om draait is immers niet de sociale afstand. Het is louter de fysieke uitdrukking van nabijheid die we nu noodgedwongen in moeten perken, vrijwillig, uit ons zelf en voor elkaar. Social distancing suggereert een wereld waarin we nog verder op elkaar teruggeworpen worden dan we in dit neoliberale dystopia al zijn. Die afstand moet kleiner, niet groter. Alleen moeten we dat nu helaas voornamelijk met digitale middelen doen, en nog maar weinig door fysieke interactie.
Het gaat hier om meer dan woorden alleen. Wat nodig is, dat is een houding van mensen die voor elkaar opkomen door weliswaar fysiek afstand te houden maar des te sterker om elkaar bekommerd te zijn. Dat is iets anders dan ons allemaal opsluiten met een zo groot mogelijke voorraad levensmiddelen en verder de wereld – en elkaar – de rug toe te keren. Dat voor velen van ons, ook voor mijzelf, een zelfgekozen maar toch allerminst vrijwillig isolement nu realiteit is, klopt. Maar ook ik moet weerstand bieden aan het wegduiken, ook ik blijf de betrokkenheid met andere mensen zoeken, proberen er voor open te staan. Dat is niet altijd makkelijk. Het is wel hoognodig, want alleen zo komen we de moeilijke tijd waarin fysiek alleen zijn voor veel mensen een langdurig volgehouden leefpatroon wordt, zo goed mogelijk door.
Als de noodtoestand komt
Intussen nadert er een echte lockdown, van staatswege, een noodtoestand of staat van beleg, want daar komt het op neer. Ik heb eerder al min of meer gezegd; dat krijg je ervan als en voor zover we de staat de ruimte geven en niet zelf weten door te zetten wat nodig is; drastisch minder fysiek contact, het stilleggen van het openbare leven voor zover mogelijk maar intussen zo goed voor elkaar zorgen. Ook dat handhaaf ik. Maar er moet met meer nadruk een nee tegen de lockdown aan worden vastgemaakt. Hoe? Niet door demonstratief een uitgaansverbod te trotseren als zo’n demonstratie geen heel dringend doel dient. Demonstreren en je aan laten houden of beboeten dient vooral de besmetting, en geeft het gezag nu een extra excuus om te wijzen op onze ‘onverantwoordelijkheid’. Zulk gedrag is inderdaad onverantwoordelijk, hoe weinig recht van spreken de overheid die ons doodleuk meent (meende?) over te kunnen laten aan de groei van ‘groepsimmuniteit’ daarover ook heeft.
Dat wil nadrukkelijk niet zeggen dat ik eventuele aanhoudingen van en boetes voor overtreders van uitgaansverboden toejuich of accepteer. Onverantwoordelijke mensen dienen door hun medemensen, hun gelijken, ter verantwoording worden geroepen. Niet door een staat die onder het mom van bescherming van de bevolking haar eigen wet en orde handhaaft. Waar demonstranten een onverantwoorde beslissing nemen om te gaan demonstreren, daar sta ik nog steeds aan de kant van die demonstranten als ze met politierepressie worden geconfronteerd. Ze blijven met hun rotpoten van onze rotkameraden af, dat is dan wat mij betreft de houding.
Er zijn wel degelijk omstandigheden waarin het trotseren van een uitgaansverbod wel verantwoord en zinnig is. Er leven momenteel mensen op straat. Er krijgen vluchtelingen geen of onvoldoende opvang. Een kraakactie (ten behoeve) van zulke mensen, inclusief blokkade om een gekraakt pand te verdedigen, maakt het leven voor deze mensen minder riskant. Zo verminderen we het corona-gevaar voor deze mensen, en daarmee ook van ons allemaal. Dat is niet zonder risico, maar het komt mij voor dat het risico dat mensen lopen als ze geen dak boven hun hoofd krijgen, groter is. Ga er maar van uit dat de lockdown dit soort kraakacties nog moeilijker maakt. Maar ga er alsjeblieft ook van uit dat de corona-pandemie dit soort acties juist nu extra noodzakelijk maakt.
De sociale strijd krijgt in corona-crisistijd noodzakelijkerwijs andere vormen. Maar de sociale strijd wordt niet opgeschort. Integendeel. In de Verenigde Staten proberen mensen een decentrale huurstaking op gang te brengen. Mooi! Mensen raken inkomens kwijt nu de corona-pandemie wordt vertaald in een recessie. Mensen komen in financiële nood, en een weigering om huur te betalen is daarop een volstrekt zinnig antwoord.(7) En het is van groot belang dat we immer onze eigen keuzes blijven maken en ons niet van hogerhand gedragsnormen laten opleggen en de wet voor laten schrijven.
Als wij besluiten om niet te demonstreren, dan is dat omdat wijzelf demonstreren nu niet verstandig vinden. Niet omdat het niet mag van de regering. Als wij besluiten om thuis te blijven, als we tenminste een huis hebben, laat dat dan ons eigen, uit zorg en verantwoordelijkheidsgevoel ontsproten, besluit zijn. Dat het strookt met wat de regering van ons vraagt, kan wel wezen maar doet er weinig toe. En als we een regeringsmaatregel negeren en een verbod overtreden, laten we dat dan eveneens uit onszelf doen, uit eigen motivatie. En niet ‘het mag niet van de regering, dus we doen het lekker toch!’ – want daarmee maak je alsnog de regering tot toetssteen van wat je wel en niet doet. Zelfs dat is voor het gezag nog te veel eer. Het leidt ook maar al te makkelijk tot gedrag waardoor andere mensen onnodig in gevaar worden gebracht. Laten we doen wat we willen, ongeacht wat de staat ons vertelt – en laten we daarbij zorgzaam zijn jegens elkaar. Altijd, maar juist ook in deze barre coronatijd.
Noten:
2 ‘Kamermeerderheid: nu geen “lockdown’ van Nederland’, NOS, 17 maart 2020
3 Federatie Medisch Specialisten, ‘Oproep Federatie: Ga niet meer naar feestjes. Onthoud je van sociaal contact’, 14 maart 2020 en ‘Federatie MedischSpecialisten roept op tot sluiting van alle scholen’, Nu.nl, 14/15 maart 2020
4 ‘Alle scholen, cafés en restaurants tot en met 6 april dicht om coronavirus’, NOS, 16 maart 2020
5 Peter Storm, ‘Ruttes beangstigende toespraak’
Ook verschenen bij: PeterStormt