Als 18-jarige student arriveerde ik in Eindhoven, na mijn eerste vijf jaar in Rijswijk (ZH) doorgebracht te hebben en de jaren daarna in Beek, Zuid-Limburg.
Het was toch wel een (lach niet) soortement van grote stad voor mij, ineens .
Eén van de eerste dingen die mij opviel was dat de buschauffeurs je zo vriendelijk groetten hier. Ik herinner me nog steeds een dag ergens in 1982 dat een oude dame de bus instapte met de begroeting “Dag jongen”, wat beantwoord werd met “Ha, lekker ding” door de chauffeur.
In Zuid-Limburg was dat anders. Het was niet zo dat men er nu expliciet onvriendelijk was, maar men was er beslist gesloten. En ik ben dat van nature niet, dus Eindhoven was wel een verademing voor mij, met al die aardige mensen die zo makkelijk een praatje met je maakten. Het is niet daarom dat ik hier nu al meer dan dertig jaar woon, maar het is wel een van de dingen die ik hier nog steeds erg waardeer.
Stelt u zich nu eens voor dat u zich met gevaar voor eigen leven, terwijl u iedereen op uw weg slechts uit wanhoop moest vertrouwen maar dat eigenlijk niet deed, komend uit een levensgevaarlijk of straatarm land, eindelijk een veilig geacht land als Duitsland hebt weten te bereiken. En dan ziet u weer allerlei argwanende en onaangename blikken om u heen. Immers, u bent zwart, en de meesten in Duitsland zijn dat niet. En u moest door de immigratiedienst heen. U komt alleen maar hulp vragen, hoe u iets bij zult kunnen dragen is nog niet duidelijk, u spreekt de taal niet eens. U bent overgeleverd aan de genade van dit vreemde volk, u bent een bedelaar.
En dan, als u in de bus zit, hoort u de chauffeur ineens in het Engels het woord tot u richten:
“Excuse me, ladies and gentlemen, from all over the world in this bus – I want to say something. I want to say welcome. Welcome to Germany, welcome to my country. Have a nice day.” (rt.com)
Eindelijk een vriendelijk woord, eindelijk iemand die uw aankomst waardeert.
Deze chauffeur, een kleinzoon van een man die fervent tegenstander was van de nazi’s, geeft hoop. Hoop, dat niet de hele bevolking van Europa bestaat uit bekrompen (voor een groot deel ronduit rechtsextremistisch stemmende) rechtse kleinburgers , die niks moeten hebben van er anders uitziende mensen met andere gewoontes die hun – volgens hen – alleen maar geld kosten.
Het zijn dit soort mensen die moeten opstaan tegen de verpeeveeveïsering van Nederland, waaraan het grootste deel van onze politieke partijen al toegegeven heeft, in de Idols-competitie waartoe onze democratie verworden is. Gewoon aardige, beschaafde mensen, die iemand in nood nooit zouden laten stikken.