Het Hongaarse parlement heeft dinsdag Pride-evenementen verboden. Volgens Orbán en zijn loopjongens/meisjes in het parlement worden met het verbod kinderen beschermd tegen queers die kwade bedoelingen koesteren.
Voor organisatoren en deelnemers dreigt een boete van 500 euro. Voor Nederlandse begrippen is dat misschien geen groot bedrag, maar in Hongarije staat het gelijk aan een gemiddeld maandloon. Met gevangenisstraffen wordt (vooralsnog) niet gedreigd.
De (linkse) burgemeester van Boedapest heeft aangekondigd zich niets aan te zullen trekken van het verbod. Makkelijker gezegd dan gedaan, want deelname aan een Pride-manifestatie kan je heel wat meer ellende opleveren dan een eenvoudige boete. Om deelnemers te identificeren gaat men gebruik maken van gezichtsherkenningssoftware, wat de relatieve anonimiteit die een grootschalige manifestatie doorgaans biedt ondergraaft. De kans is levensgroot dat je op een zwarte lijst terechtkomt van tegenstanders van het huidige Hongaarse regime.
Hongarije loopt in Europa voorop in de aanval op LHBTI-mensen, maar het is bepaald niet het enige land waar de rechten van LHBTI’ers onder druk staan. “Homoseksuele propaganda” is sinds 2013 verboden in Rusland en sinds vorig jaar in Bulgarije en Georgië. Hebben we het nog niet eens gehad over landen als Iran en Saoedi-Arabië waar je seksuele geaardheid je op het schavot kan doen belanden. Ook in landen die (tot voor kort) als fatsoenlijke democratieën bekend stonden worden de rechten van LHBTI’ers stelselmatig ondergraven. Zo is het in de VS in diverse staten verboden op scholen zelfs maar te praten over homoseksualiteit.
Uitgelichte afbeelding: By Pasztilla aka Attila Terbócs – Own work, CC BY-SA 4.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=106618312