De kronieken vermelden dat ik op 25 augustus aan dit stuk begonnen ben en het vervolgens met een gevoel van vermoeidheid heb dichtgeklapt (dat staat er niet, dat weet ik). It is déjà vu all over again en het is toch al zo naar (om een zachtzinnig adjectief te gebruiken) om racistisch gespuis te laten bepalen waarover je schrijft. Over racistisch gespuis dan bijvoorbeeld.
Een van de vaste ultrarechtse thema’s is dat van de zaakwaarnemers: de “goedpraters” van de “multiculturele samenleving” die geen “last” hebben van hullie. Die misschien zelfs wel beroepshalve zich inzetten voor die zogenaamde multiculturele samenleving maar ’s avonds veilig in hun optrekje “in de grachtengordel” toeven, waar “zij” niet zijn. Deze zaakwaarnemers zijn dan uiteraard “links” want het bloed van die thuisgeslachte schapen druipt niet langs hun balkon. Daar word je vanzelf wel rechts van #pvv. Ach kom, u kent de redeneerwijze. En u weet dat de benoemers en ridderlijke strijders tegen dit linkse complot graag zelf de zaakwaarnemer uithangen – liefst voor “de Joden”. Welke Joden? Nou gewoon, “de Joden”. Een kras geval van dit voorbeeld is massamoordverheerlijker bpschut die zonder ooit iets op deze site gelezen te hebben ongestraft verkondigt in de media die hem welwillend de ruimte geven, dat Krapuul wordt volgeschreven door een bende antisemieten. Bewijsvoering overbodig, de zaakwaarnemer spreekt. Een vierentwintigkaraatsracist als Joost N. die er als zaakwaarnemer trots op is dat er zoveel Joden Nobelprijzen hebben gewonnen en verder verkondigt dat “negers” een laag IQ hebben maar wel heel ritmisch zijn. Ja, op dit niveau kom je ver in Nederland dezer dagen, waarmee allang gelogenstraft is dat de eerderbeschreven zaakwaarnemers de toon bepalen. Als het al ooit zo geweest is is het allang voorbij. Maar volgens mij is het nooit zo geweest. Het hele begrip “multiculturele samenleving” heb ik van oudsher als behorend bij een racistisch verhaal afgedaan.
Waarom dan toch dit stuk alsnog afmaken? Gisteren werd ik via het medium twitter waardoor je (soms: te) gemakkelijk in discussies wordt getrokken die niet per se goed aflopen, geattendeerd op een woordengevecht dat zich afspeelt op de oorspronkelijke thuisbasis van massamoordverheerlijker Schut. Han van der Horst, voor wiens integriteit ik insta for auld lang syne, was boos geworden op een scribente die zwepend tekeerging over “wit privilege”. Enig, zo’n anglicisme, het verraadt zo de voorkeur voor de taal van de Ku Klux Klan en generaal Custer boven die van Breyten Breytenbach of Albert Helman. Nog bijzonderder dat de scribente zelf wel opvallend “wit” is en in haar biootje trots vermeldt dat zij zich twintig jaar heeft ingezet in de bevrijdingsstrijd van Zuid-Afrika. Doe wel en zie vooral om en laat uw rechterhand weten wat uw linkerhand doet (of andersom).
Ik ga niet verwijzen naar het stuk waarin Han van der Horst de vloer aanveegt met de redenering van de scribente, net zo min als ik naar haar stuk verwijs. Het is goed beleid op Krapuul niet te linken naar de site waar bpschut de massamoordverheerlijker ongestraft en zonder de gelegenheid van weerwoord deze site voor antisemitisch mocht uitmaken. Van onze belastingcenten, jazeker. Maar dat het zaakwaarnemerschap van “witten” die hun “medewitten” geselen als ongeneeslijk geprivilegieerd bepaald niet “links” is lijkt mij zonneklaar. En misschien is het essentialisme dat uit de redenering over deze privileges spreekt inderdaad wel extreemrechts. Hier laat ik het bij, ruim twee maanden later…